Met de orkestrale bewerkingen van haar songs krijgt Roos Rebergen de zaal stil

De Nederlandstalige zangeres Roos Rebergen liet een selectie van haar liedjes opnieuw arrangeren. De uitvoering met het vijfkoppige strijkersensemble SunSunSun Orchestra klinkt verbazingwekkend mooi.

featured-image

Een grappige reflex lijkt het, van Roos Rebergen. Als ze zingt, steekt ze vaak een hand half omhoog. Alsof ze twijfelend de aandacht vraagt.

Alsof er niet een muisstille zaal op het puntje van hun stoelen zit te luisteren. Want met het vijfkoppige strijkersensemble SunSunSun Orchestra en een toetsenist vindt ze steeds weer zo veel nieuwe details in haar materiaal, dat je haast vergeet dat sommige van deze nummers al heel wat jaren meegaan. De aanleiding van het project waarmee Rebergen nu het land door gaat is een verdrietige.



De ernstig zieke Tom Pintens, Roosbeef-bandlid van het eerste uur en veel meer dan dat, gaf haar het advies om uit te zoeken waar ze zelf zin in had. Hij overleed op zijn 49ste, in 2023. De uitkomst van het gesprek dat Rebergen en hij voerden, was dat zij orkestleider en arrangeur Tim Vandenbergh belde met de vraag of hij interesse had om een plaat met haar te maken.

Dat werd een album vol bewerkingen van bestaand materiaal. Vijf albums maakte Roos Rebergen eerder al haar band Roosbeef. En dan zijn er nog de projecten bij die ze met bijvoorbeeld Torre Florim van De Staat deed, of haar samenwerking met André Manuel.

Uit die stapel werk is een selectie gemaakt waarvoor Vandenbergh nieuwe arrangementen componeerde. In twee dagen namen ze tien liedjes op voor een album, live zitten er nog wat andere bij. Niet vaak klinken herbewerkingen van popmuziek met strijkers zo wild als hier.

De strijkers krassen, botsen, melodieën verschuiven en gaan op in andere partijen. In golven versnelt de muziek, net zo makkelijk valt het stil. Vol gas wordt er afgetrapt, zonder woordje aan het publiek vloeien de eerste nummers in elkaar over.

Na een nummer of drie kijkt Rebergen de zaal in, en leest ze van haar setlist: „Roos zegt iets kort en toont blijdschap.” En door. Ze komt er natuurlijk mee weg.

Omdat ze behoorlijk grappig is als ze wil, maar ook omdat ze in haar teksten altijd al iets prettigs ongefilterd, maar oprechts heeft. Uit haar mond klinkt een refrein als ‘Laten we bidden voor mensen met een auto met een open dak’, even alsof het een logische oproep is. Haar stem doet ook een hoop.

Die kan laag lijzig klinken, afwezig bijna, om vanaf daar achteloos octaven naar boven te schieten. Helder, maar vaak ook net ertegenaan hangend. Bij vlagen duikt er een Vlaams accent op dat ze in de ruim tien jaar dat ze in Antwerpen woont heeft opgedoken.

Als er iets aan te merken is, is dat het wel constant heel veel is. Ja, de arrangementen zijn prachtig. Maar er gebeurt zo veel in de muziek, dat het nieuwe nummer ‘Lithium’ een verademing is.

Alleen een simpele akoestische gitaar, contrabas en een achtergrondkoortje doen ook al genoeg. Maar goed, als de strijkers en toetsenist iets later weer voluit gaan is het toch weer verbazingwekkend mooi..