Met bulderlach en humor wist Karel Vuursteen ook Freddy Heineken voor zich te winnen

Hij was een buitenstaander die de leiding kreeg bij bierbrouwer Heineken. Voor de beoogde buitenlandse groei moest Karel Vuursteen nog steeds bij de oude baas op de thee.

featured-image

Het is eind jaren tachtig als bij Karel Vuursteen de telefoon gaat. Hij is dan al twintig jaar in dienst bij Philips. Freddy Heineken aan de lijn.

„Karel, denk je al aan bier?”, vraagt de brouwer. „Nee, maar nu wel”, lacht Vuursteen. Heineken is door zijn netwerk getipt over zijn gesprekspartner.



Die zou weleens iemand voor de bierfabrikant kunnen zijn. Het is de eerste kennismaking van twee mannen die op het eerste gezicht weinig met elkaar gemeen hebben. Heineken is een kleine, ronde man die mompelt; Vuursteen een boomlange vent met een stem die een flinke afstand overbrugt.

Maar als ze na het telefoongesprek met elkaar dineren, blijken ze dezelfde humor te hebben. Bovendien zijn ze allebei kettingrokers. Wanneer Heineken tijdens het etentje pocht dat hij meer aandacht van de aanwezige vrouwen krijgt, riposteert Vuursteen: „Ach man, dat komt omdat je barst van het geld.

” Na meerdere ontmoetingen is Heineken ervan overtuigd dat Vuursteen zijn opvolger moet worden. Het wordt de kroon op diens lange carrière in het Nederlandse bedrijfsleven: van 1993 tot 2002 is Vuursteen topman van Heineken. Afgelopen maandag overleed hij op 83-jarige leeftijd.

Dat Vuursteen Heineken zou gaan leiden, was voor velen een verrassing. Anders dan huidig topman Dolf van den Brink en diens voorganger Jean-François van Boxmeer, die carrière maakten binnen het bedrijf, kwam hij van buiten. Karel Vuursteen (Arnhem, 1941) studeerde ontwikkelingseconomie in Wageningen.

Vrij snel daarna trad hij in dienst bij Philips, waar hij 23 jaar zou werken en opklom tot hoofd van de Amerikaanse lichtdivisie. Als Heineken hem benadert, loopt Vuursteen al tegen de vijftig. Hij wil graag nog een groot bedrijf leiden, maar bij Philips zal dat niet lukken.

Jan Timmer treedt in 1990 aan als topman en botst met Vuursteen. Timmer is een autoritaire leider, Vuursteen iemand die zich niet zomaar de wet laat voorschrijven, zo schetst journalist Stefan Vermeulen in zijn boek Heineken na Freddy . Vuursteen heeft oren naar een toppositie bij de bierbrouwer, maar wil wel even praten over salaris en tekenbonus.

Heineken pent tijdens een ontmoeting wat cijfers op een kladje: „En, wat vind je hiervan?”. Vuursteen schiet in de lach. „Nou Freddy, I’m not impressed .

” Heineken: „Dat is de vraag niet, doe je het of niet?” Vuursteen hapt uiteindelijk toe en komt in de raad van bestuur. Liefst had Heineken hem meteen tot vervanger van zittend topman Gerard van Schaik benoemd, maar dat verhindert de raad van commissarissen. In 1993 gebeurt het alsnog.

Onder Vuursteen krijgt de internationale expansie van Heineken vorm. De brouwer is groot in Nederland en exporteert ook, maar bezit nog nauwelijks buitenlandse merken. Daar komt verandering in onder Vuursteen, met wisselend succes overigens.

In 1996 neemt Heineken het Franse Fischer over (onder meer Desperados) en in 2000 het grote Spaanse Cruzcampo. Verschillende overnamepogingen mislukken echter. Met het Canadese Labatt is er in 1996 zelfs een mondeling akkoord.

Maar Freddy Heineken zelf staat een transactie in de weg: hij gelooft niet in groei via overnames buiten Europa. Met zijn meerderheidsbelang in Heineken Holding heeft hij het laatste woord. Vuursteen is zich hiervan bewust.

Hij weet dat hij voor uitvoering van zijn plannen steeds toestemming nodig heeft van de eigenlijke baas. Daarom gaat Vuursteen elke week op de thee bij Freddy, om bij te praten en plannen in de week te leggen. Zo lukt het hem, vooral aan het einde van zijn loopbaan bij Heineken, nog enkele overnames te realiseren.

Nadat Freddy begin 2002 is overleden, volgt een nog sterkere buitenlandse expansie. Vuursteen verzet zich bij Heineken tegen de focus op „ongerijmde aandeelhouderswaarde”. Hij clasht nogal eens met beleggers die vooral oog hebben voor waardegroei van hun aandelen.

Tegen weekblad Elsevier zegt Vuursteen: „Waar gaat het om bij een bedrijf? Het gaat om langetermijnposities, marktaandelen, de consument gelukkig maken. Met de druk van de kwartaalcijfers, de borden met de actuele beurskoersen die je overal in bedrijven zag hangen, daarmee maak je een organisatie gek, helemaal gek.” Ook Amerikaanse beleggers kregen de wind van voren: „ I run a company, I don’t manage the stock exchange .

” Vanwege zijn standvastig leiderschap wordt Vuursteen door het Managers Netwerk Nederland uitgeroepen tot topman van het jaar 2001. Het jaar daarop treedt hij af; zijn gezin wil dat hij het wat rustiger aan gaat doen. Hij wordt commissaris bij de bierbrouwer.

Enkele jaren later komt er een smet op zijn blazoen. De brouwer blijkt tussen 1996 en 1999 met enkele concurrenten prijsafspraken te hebben gemaakt, waar ze zo’n 400 miljoen euro aan hebben verdiend. De deelnemers aan het bierkartel krijgen 273 miljoen euro boete.

Individuele bestuurders worden niet bestraft. Onderzoek van tv-programma Zembla wijst uit dat Vuursteen nauw betrokken was bij de gesprekken. „Schokkend”, vond hij het zelf om „als misdadiger” te worden neergezet.

Het belet bedrijven niet hem commissariaten aan te bieden. Zo wordt Vuursteen president-commissaris bij beursgenoteerde bedrijven als Randstad en Ahold. Bij dat detailhandelsconcern krijgt hij te maken met een boekhoudschandaal.

Bij Ahold is gebeurd waar Vuursteen bij Heineken juist tegen ageerde. Om beleggers te paaien is Ahold te hard gegroeid; cijfers blijken kunstmatig opgepompt. „Ik kon er niks aan doen, want ik zat er net, maar het was dramatisch”, zei Vuursteen daarover.

„Ik heb fouten toegegeven, maar kon bepaalde gebeurtenissen echt niet uitleggen. Daar was namelijk geen uitleg voor.” Door nierproblemen ziet Vuursteen zich in 2004 gedwongen het voorzitterschap van de raden van commissarissen bij Ahold en Randstad op te geven.

Wel dient hij zijn termijnen uit als commissaris bij AkzoNobel, ING, TomTom en Gucci – „Glamour, modeshows, mooie meiden. Dat was leuk.” Als hij begin 70 is, stopt Vuursteen ermee.

Het was „vreselijk wennen”, zei hij in 2014 tegen NRC . „Het is helemaal niet leuk om niets meer te doen als je zo’n actief leven gehad hebt.” Hij mist de regelmaat: „Ik heb geen zin om elke dag te golfen.

Daar zijn ze alleen geïnteresseerd in hoe je afslag op de zevende hole was. Nou, dat vind ik geen gespreksonderwerp.” Niet dat Vuursteen helemaal niets meer doet.

Hij blijft actief voor het Concertgebouw Fonds en het Grachtenfestival. De energie daarvoor krijgt hij na een niertransplantatie in 2010. „Sindsdien gaat het hartstikke goed.

Ik heb er tien jaar bij gekregen”, zei hij in 2014 met zijn kenmerkende bulderlach tegen NRC. Het zijn er veertien geworden. Karel Vuursteen was Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau.

Hij laat een echtgenote, twee dochters en een zoon achter..