Martina Wegman stapte over van de wilde rivier naar de kanoslalom toen ze besefte: ik vind dit het niet waard om voor dood te gaan

Martina Wegman (35) ging met haar kano op zoek naar hoge watervallen en uitdagende stroomversnellingen. Tot ze zich bewust werd van de risico’s. Dit weekend komt ze bij de Olympische Spelen in actie op een kunstmatige wildwaterbaan.

featured-image

Jarenlang waagde kanovaarster Martina Wegman (35) haar leven op de gevaarlijkste rivieren ter wereld, tot ze in 2015 besloot de omslag te maken naar de olympische sport kano-slalom. Zaterdag begint ze aan de Olympische Spelen in de K1, een eenpersoons kajak. In een trainingsschema vol gekleurde blokjes stond precies wat er tot aan Parijs moest gebeuren: aerobics, sprints, thresholds, krachttraining en intervals wisselden zich zes dagen per week af met technische kanosessies en trainingen gericht op maximale zuurstofopname.

In de aanloop naar haar tweede deelname aan de Olympische Spelen zette Wegman (35) alles op alles voor een plek op het podium. Wie dit tien jaar geleden aan Wegman had verteld, was raar aangekeken. Een sport waarbij je op een kunstmatige wildwaterbaan binnen zo min mogelijk tijd door een slalomparcours moet komen, daar valt toch weinig aan te beleven? Liever reisde ze met haar kano de wereld over, op zoek naar meest uitdagende stroomversnellingen en hoogste watervallen.



Kanovaren hoort bij Wegmans opvoeding. Haar vader heeft een kayakverhuurbedrijf en organiseert tochten door Europa. Elke vakantie bezoeken ze nieuwe rivieren.

In het weekend rijden ze soms zelfs vijf uur naar de Duitse Irreler Wasserfälle, volgens hem een van de mooiste rivieren van de omgeving. Toch zijn het eerder haar broer en zus die hun vaders enthousiasme overnemen. „Ik vond het eigenlijk vooral heel eng”, zegt ze lachend in een strandtent in Camperduin, vlak bij haar ouderlijk huis.

Maar Wegman blijkt talent te hebben. Als haar broer haar meeneemt naar het WK-freestylen, een kano-onderdeel waarbij je zoveel mogelijk trucs in een golf moet doen, wordt ze derde. Jarenlang behoort ze tot de beste freestylers van Nederland.

„Hoe meer ik de kano onder controle kreeg, hoe minder bang ik werd. Dat bracht me steeds verder.” De angst maakt plaats voor zelfvertrouwen en stap voor stap maakt het relatief veilige freestylen plaats voor een extremere liefde: wildwatervaren.

„Ik was er klaar mee dat je in een kunstmatige golf telkens dezelfde tricks doet, had behoefte aan nieuwe uitdagingen: reizen over de wereld, nieuwe plekken ontdekken, kamperen tussen wilde dieren. Wildwatervaren bracht dat allemaal met zich mee.” In Europa zijn vooral de Zwitserse bergen geschikt, maar in landen als Chili, Canada en Nieuw-Zeeland leent de ruige natuur zich er nog beter voor.

Een ideale route heeft volgens Wegman stevige, steile stroomversnellingen en af en toe een waterval – die soms meer dan twintig meter hoog zijn. De sport komt dan ook niet zonder gevaar. Als je onderaan een waterval plat op het water terechtkomt, is de kans groot dat je je rug breekt.

Ook kan het zijn dat je in een stroomversnelling omslaat en onder water klem komt te zitten tussen rotsen of omgevallen bomen. Welke rol dat risico voor haar speelde? „Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik gevaar heb gelopen”, zegt ze kalm. „Als er een stroomversnelling is waarbij ik twijfel of ik er gecontroleerd doorheen kan komen, doe ik het niet.

Als ik twijfel of een waterval te hoog is, ga ik er niet vanaf. Maar ja: je bent overgeleverd aan het water, dus je hebt nooit de garantie dat het goed komt.” Wegman reist in 2013 naar Oeganda, om als eerste vrouw over de Witte Nijl in het bosrijke Murchison National Park te varen.

De grijsbruine rivier heeft de hoogste concentratie krokodillen en nijlpaarden ter wereld. Samen met haar vriend en vier andere kajakkers gaan ze vier dagen op pad. „De eerste dag was heel spannend.

Ik was gefixeerd op een medekajakker die de omgeving kende. Zag hij er bang uit? Keek hij moeilijk? Had hij stress?” Een week eerder zijn er nog bewoners van een omliggend dorp omgekomen bij een aanval. Ook zou het niet de eerste keer zijn dat een watersporter ten prooi valt aan het dier.

Ze spreken af op vlakke stukken, waar de krokodillen zich goed door het water kunnen bewegen, in een raft te varen: een gele, rubberen opblaasboot met hoge randen waar een krokodil niet overheen kan. Op stukken met ruig water is het veilig om in je kajak te stappen, omdat de dieren niet sterk genoeg zijn om door de stroming van de rivier te bewegen. „Op een gegeven moment moet je omschakelen.

Spanning houdt je scherp, stress is gevaarlijk: dan handel je niet meer rationeel. Het was uiteindelijk de mooiste reis van mijn leven.” China, Mexico, IJsland, Canada; hoe waanzinnig de tochten ook zijn, langzaam begint er iets te knagen.

Inmiddels woont Wegman in Nieuw-Zeeland, samen met haar vriend Mike Dawson, die daar vandaan komt. Hij is professioneel kanoslalommer en komt uit voor het olympisch team van het land. „Ik zag dat het zowel uitdaging als stabiliteit met zich meebracht.

En dat je ervan kon leven. Dat is iets waar ik naar begon te verlangen, in plaats van dat ik steeds m’n geld bij elkaar moest schrapen voor een volgende reis.” Het is niet het enige wat haar aan het twijfelen brengt.

Wanneer ze in Dubai zijn voor een wedstrijd van Mike, krijgt ze een telefoontje: haar beste vriendin in Nieuw-Zeeland, waarmee ze regelmatig gaat varen, is verdronken tijdens een tocht op de rivier in de buurt van Wegmans huis. „Ze is in een stroomversnelling klem komen te zitten onder water en heeft zichzelf niet kunnen bevrijden. Door dat ongeluk werd ik me opeens heel bewust van het risico dat je neemt, en besefte: ik vind dit het niet waard om voor dood te gaan.

” Steeds vaker sluit ze aan bij de trainingen van Mike. „Ik ging gewoon met hem mee om te doen wat hij ook deed, al was het natuurlijk op een lager tempo. Daarnaast keek ik veel af bij andere slalommers: welke lijnen varen ze? Hoe behalen ze de meeste snelheid?” Wegmans formule blijkt succesvol: al bij haar eerste wedstrijd is ze serieuze concurrentie voor haar tegenstanders.

„Toen dacht ik: wat als ik net zo serieus ga trainen als professionals dat doen? Hoe ver kom ik dan?” In 2019 krijgt ze door haar professionele ontwikkeling de kans om te gaan samenwerken met een coach: de Spanjaard Telmo Olazabal. „Het afkijken bij anderen was een prima begin, maar eigenlijk heb ik toen pas écht de basistechnieken geleerd”, zegt ze lachend. „Denk bijvoorbeeld aan het maken van een pre-turn: daarbij zorg je ervoor dat je boot al ingedraaid is voordat je door het poortje gaat, zodat je snelheid behoudt voor de exit.

Dat is iets wat ik daarvoor eigenlijk nog niet echt onder controle had.” De coaching van Olazabal werpt zijn vruchten af: in hetzelfde jaar kwalificeert Wegman zich voor de Olympische Spelen van Tokio, waar ze in 2021 zevende wordt. „Achteraf denk ik dat het nog beter had gekund, maar je moet er ook in geloven.

De droom om op het podium te staan durfde ik toen nog niet hardop uit te spreken, ik was vooral verbaasd over hoe ver ik was gekomen.” In Parijs gaat ze dat anders doen, zegt ze vastberaden. Onrealistisch is dat niet: in de afgelopen jaren maakt ze een flinke sprong in de wereldranglijst: van de 28ste plek naar de twaalfde.

Sinds mei huurt ze een appartement net buiten de stad om zo vaak mogelijk op de olympische baan te kunnen trainen. Waar het wildwatervaren vaak voelde als een natuurlijk proces, waren de dagen nu ingericht op groei. Fysiek én mentaal.

„Nu durf ik te zeggen: ik ga voor die medaille.”.