Met haar solo in Prima Facie toont Maria Kraakman haar buitengewone klasse als actrice. Dat ze voor dit spraakmakende optreden als eerste de genderinclusieve (genderneutrale) Theo d’Or wint, is haar zeer gegund. Prima Facie van Internationaal Theater Amsterdam, in regie van Eline Arbo, is een rechtbankdrama, waarin Tess, een advocate gespecialiseerd in het verdedigen van verdachten van zedenmisdrijven, aan de andere kant van het recht komt te staan als ze wordt verkracht.
Dan blijkt hoe onrechtvaardig de door mannen opgestelde zedenwetten voor vrouwen uitpakken. De 49-jarige Kraakman speelt Tess fenomenaal. Als ze vertelt over haar successen is ze arrogant als een triomfantelijke vechter: boksend in de lucht bij de rake klappen die ze uitdeelt, rondschietend als een cowboy bij de treffers die ze scoort.
Als slachtoffer toont ze een naturel verdriet dat je niet onberoerd laat. En als ze zich herpakt en het onrecht aanklaagt, knalt ze van het podium, afwisselend woedend en ijselijk kalm, haar woorden als brandende fakkels de zaal in gooiend. De kracht van Kraakman is dat ze in elke gedaante een herkenbaar mens neerzet, transparant en toch niet eenduidig: bij de arrogantie proef je ook onzekerheid, bij de woede ook zelfverwijt.
Met haar precieze tekstbehandeling, heldere stemgeluid en energieke presence heeft Kraakman altijd een meerwaarde in voorstellingen. Tot haar memorabele rollen behoren onder meer haar associatieve, sensuele spel in Het jaar van de kreeft (2016, nominatie Theo d’Or) en haar meerduidige, expressieve benadering van Martha in Wie is er bang voor Virginia Woolf? (2014). Kraakman won al eens een Gouden Kalf voor beste actrice in 2005 (hoofdrol in de film Guernsey ) en kreeg in 2010 ook een Theo d’Or, voor haar rol in Orlando bij Theater Oostpool.
Met haar tweede Toneelprijs treedt ze toe tot een select gezelschap van actrices die de prijs tweemaal wonnen (onder andere Marlies Heuer, Ariane Schluter en Anne Wil Blankers) en bevestigt ze haar status als een van de groten van haar generatie. Als verteller helpt Sharlee Daantje in de familiesage Het achtste leven (voor Brilka) van Theater Oostpool de toeschouwer langs alle tijdsprongen in het verhaal, dat een eeuw beslaat. Daantje spreekt daarbij, in de regie van Nina Spijkers, het publiek direct aan en doet dat met een prettige flair, die lucht en licht biedt tussen de dramatische scènes.
De Toneeljury roemt Daantje in die hoedanigheid terecht als „het cement” van de vertelling en „de grote verbinder”, en prijst ook het moeiteloze spel en de vakkundigheid waarmee hen dat doet. In het afgelopen seizoen wist Daantje vaker de aandacht op zich te vestigen. De jury had met evenveel recht hun bijdrage kunnen loven in relatiekomedie Who’s afraid of Oscar Wilde van Compagnie Red, Yellow & Blue, waarin hen met veel esprit en vuur de rol van de vlijmscherpe en vinnige „panseksueel” Sinem speelt.
In die rol, met meer karakter en diepgang dan die in Het achtste leven , liet Daantje ook een sterk gevoel voor timing en komisch fysiek spel zien. Voor deze jonge acteur, afgestudeerd in 2020 aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht is deze prijs een geweldige stimulans. Daantje is een talent om te koesteren.
Meest grensverleggende podiumprestatie is een nieuwe categorie bij de Toneelprijzen, en de jonge Princess Isatu Hassan Bangura (1996) krijgt hem voor haar indrukwekkende en poëtische solo . In het door haarzelf geschreven Great Apes of the West Coast beschrijft ze haar reis vanuit haar geboorteland Sierra Leone, en vertelt ze over West-Afrikaans zijn, over haar donkere huid en over hoe overleven voor leven gaat. Haar reis schildert ze in impressionistische formuleringen, rond trefwoorden over de burgeroorlog in Sierra Leone: geweld, doden, rebellen, corruptie, opstand.
Daarnaast schetst ze het verschil tussen het Europese en het Afrikaanse denken, zoals over ‘het zelf’. Ze citeert het aforisme van Descartes, „Ik denk dus ik ben”, en plaatst dat tegenover het Afrikaanse „Ik ben, omdat wij zijn.” Bangura, in 2022 afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht, toont zich een expressief verteller.
Van opzwepend en spottend gaat haar voordracht naar serieus en ingetogen en terug, vergezeld van dansante en dynamische bewegingen en elegante en grappige manoeuvres. Al worstelt de Toneeljury nog wel met de term ‘grensverleggend’. Dat een biculturele theatermaker op zoek gaat naar zijn wortels is inmiddels in het Nederlandse theater een ingesleten concept, en verhalen van vluchtelingen zijn er een groot en relevant thema.
Solo’s van onder meer Joy Delima, Bright Richards , Mathieu Wijdeven en Sheralynn Adriaansz gingen Bangura voor met prachtige verhalen. De jury noemt het grensverleggend dat Bangura „een compleet universum” weet te bouwen – maar dat is iets wat elke zinvolle theatervoorstelling doet. En de jury schrijft: „Anders dan typisch westerse speltradities, is Bangura’s spel meerduidig en associatief.
” Dat is zeer discutabel. Is het spel van andere Nederlandse acteurs niet meerduidig, niet associatief? De kramp van de jury leidt alleen maar af. Great Apes of the West Coast is een buitengewone voorstelling, die alle lof verdient en die prima op zichzelf kan staan als kunstwerk.
.
Vermaak
Maria Kraakman, Sharlee Daantje en Princess Isatu Hassan Bangura winnaars Toneelprijzen in nieuwe, genderinclusieve vorm
Voor het eerst zijn de VSCD Toneelprijzen in nieuwe vorm uitgereikt: zonder onderscheid in man of vrouw, maar voor meest indrukwekkende hoofdrol, bijrol en meest grensverleggende rol. NRC licht de winnaars van de drie belangrijkste acteerprijzen uit.