DAK- EN THUISLOZEN Lorenzo vertrok op zijn verjaardag bij zijn vrouw en kinderen: nu is hij economisch dakloos Pieta Verhoeven Vandaag, 20:12 • 4 minuten leestijd Foto ter illustratie © Pexels Na een verbroken relatie stond Lorenzo op straat. Hij had geen dak meer boven zijn hoofd en mocht zijn kinderen niet meer zien. Lorenzo is een economisch dakloze, maar dankzij wat hulp niet meer voor lang.
Lorenzo’s* 33ste verjaardag, afgelopen september, was een hectische. Het begon allemaal goed. Hij werd wakker in hetzelfde huis als zijn toenmalige vriendin en twee kinderen van 2 en 5.
De twee moesten naar het kinderdagverblijf en naar school, maar als ze thuiskwamen, beloofde Lorenzo, zouden ze samen papa’s verjaardag gaan vieren. Toen de schoolbel ging en de kleintjes opgetogen naar huis gingen, was papa weg. Hij had besloten dat zijn relatie niet langer houdbaar was.
Lorenzo verliet de moeder van zijn kinderen, en mocht naar eigen zeggen zijn kinderen bijna drie maanden niet zien. Een huis had hij ook niet meer: Lorenzo stond op straat. Bankslapers Op zijn verjaardag werd Lorenzo een economisch dakloze.
Dat zijn mensen zonder vaste woonplek, maar zonder verslavings- en psychische problemen. In de meeste gevallen hebben ze wel werk. Economisch daklozen worden vaak bankslapers genoemd.
Ze slapen soms bij familie, vrienden of kennissen, maar soms ook in hun auto. Het is een groep die soms wordt vergeten. Volgens het CBS waren begin 2023 ruim 30 duizend mensen tussen de 18 en 65 dakloos, maar waarschijnlijk ligt het werkelijke aantal een stuk hoger.
Economisch daklozen worden - naast bijvoorbeeld ook kinderen en ouderen - niet meegeteld in de cijfers. Nu de woningnood in de huursector nijpend is en een koopwoning voor veel mensen onbereikbaar is, lijkt het aantal bankslapers te groeien. Marianne van den Akker, de Rotterdamse ombudsman, heeft het in Goedemorgen Nederland over een groep van 5000 economisch daklozen in Rotterdam.
Lorenzo werd letterlijk een bankslaper. In zijn geval sliep hij de eerste weken na de breuk in het huis van zijn vader, met wie hij op dat moment al jaren geen contact meer had gehad. “Ik heb altijd alleen maar ellende met m’n familie gehad.
Ik heb geen Kerst of verjaardag zonder ruzie meegemaakt. Dat wilde ik mijn eigen kinderen besparen.” Na een maand gaat ook de relatie tussen Lorenzo’s vader en diens partner uit, waardoor Lorenzo niet kan blijven.
Hij vertrekt naar zijn moeder, die hij eveneens al jaren niet gesproken heeft. Heel succesvol is dat niet: hij heeft ADHD, zij stemmingswisselingen. “Als ze ‘s ochtends heftig om me reageerde, was meteen m’n dag verpest.
Ik sliep op een zolder waar je alleen met een vlizotrap kan komen.” Op weg naar huis Hoewel het apart was om na zo’n lange tijd weer bij z’n ouders te wonen, was dat niet het ergste, zegt Lorenzo. “Het was vooral vreselijk om mijn kinderen niet te kunnen zien.
Bij de gedachte dat ze uit school kwamen en ik weg was, breekt m’n hart.” Op woninggebied heeft Lorenzo uiteindelijk toch wat geluk: hij komt bij Yolanda terecht. Yolanda is de voorzitter van Stichting Op Weg Naar Huis, een organisatie die bankslapers aan een kamer helpt.
De stichting beheert twee huizen in Oud-Beijerland, en Capelle aan den IJssel en twee in Rotterdam. In elk huis wonen een stuk of vijf mannen - bankslapers zijn vaak mannen - in zelfbeheer. Oud-bewoners zorgen er als beheerder voor dat de rust in huis bewaard wordt.
Daarnaast is er 24/7 een achterwacht beschikbaar, een oud-commando die bij moeilijkheden polshoogte gaat nemen. Yolanda met hond Harrie © Rijnmond Bloed op de muren “Dat is soms nodig,” zegt Yolanda. “Als er ruzie is, wil je niet dat er bloed op de muren komt.
” Maar over het algemeen lossen de huurders hun eigen conflicten op. Iedereen betaalt zijn eigen huur. Het is de bedoeling dat de bankslapers maximaal een half jaar in hun kamer blijven, “maar de woningnood maakt doorstroom bijna onmogelijk,” zegt Yolanda.
“Een van de huurders woont al vier jaar in z’n kamer, met geen enkel vooruitzicht op een huis.” Volgens de voorzitter zijn de meeste huurders mannen tussen de 25 en 55 jaar. Ze komen onder andere bij de stichting terecht omdat hun relatie is uitgegaan en ze uit huis gezet zijn, of omdat ze mantelzorgers zijn die na het overlijden van hun ouders het huis uitmoeten omdat ze niet op het huurcontract staan.
Reparatiesetje De stichting zorgt niet alleen voor een woonadres. Dankzij Yolanda heeft Lorenzo, die werkt als elektricien, ook een nieuwe opdrachtgever én is er een rechtszaak gestart om te zorgen dat hij zijn kinderen weer mag zien. “De stichting is een reparatiesetje,” constateert Yolanda droogjes.
“We zijn nu bezig om Lorenzo te repareren. Toen hij hier binnenkwam had hij gigantische donkere cirkels om z’n ogen. Nu zie ik hem weer lachen.
” Een van de optrekjes van de stichting © Rijnmond Dat lachen komt niet alleen door de kamer en de nieuwe baan. Lorenzo heeft zijn kinderen laatst weer gezien, voor de eerste keer sinds maanden. Dat was een heel mooi moment, zegt hij.
“Ze renden zo hard op me af.” Hij laat de achtergrond van zijn telefoon zien: een selfie van Lorenzo met een klein jongetje voor hem. Beiden zien er uitgelaten uit.
Lorenzo’s toekomstdromen zijn duidelijk. Hij wil een goede ouderschapsregeling met zijn ex en een fijn huis. “Misschien kan ik ooit een kluswoning kopen.
Mijn nieuwe werkgever leert me ook stuken en tegelen, dus ik kan heel veel zelf.” *Lorenzo's echte naam is bekend bij de redactie..
Bovenkant
Lorenzo vertrok op zijn verjaardag bij zijn vrouw en kinderen: nu is hij economisch dakloos
Na een verbroken relatie stond Lorenzo op straat. Hij had geen dak meer boven zijn hoofd en mocht zijn kinderen niet meer zien. Lorenzo is een economisch dakloze, maar dankzij wat hulp niet meer voor lang.