Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC . „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen.
Bij het verstrijken van de eerste deadline van de spreidingswet bleek vrijdag dat slechts vijf provincies (Drenthe, Flevoland, Gelderland, Groningen en Zeeland) met voldoende opvangplekken kunnen komen. De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige spreiding van asielzoekers over het land op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken kunnen doorstromen.
Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de provincieplannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen.
Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij toen steevast ‘dwangwet’ noemde. In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC.
Het besluit om de spreidingswet in te trekken is „helemaal niet voorgelegd” aan provincies en gemeenten, vertelde de Drentse commissaris van de koning Jetta Klijnsma vrijdag. Ze roept Faber op om in contact te treden met de medeoverheden en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Alle commissarissen van de koning „staan onverkort achter de spreidingswet”, schreven zij in een vrijdag gepubliceerde brief aan Faber.
Zij doen opnieuw een beroep op het kabinet om af te zien van intrekking en wijzen Faber op de effectiviteit van de wet. Uit de plannen blijkt dat „de komende twee jaar meer gemeenten dan voorheen asielopvang bieden”, met een „beweging van noodopvang naar duurzame opvang”. De afspraak om de wet in te trekken heeft de opdracht aan provincies en gemeenten niet geholpen, schrijven de commissarissen.
Zo kwamen lokale bestuurders „regelmatig” in een moeilijke situatie met gemeenteraden en omwonenden van beoogde opvanglocaties. Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten ernaar handelen. Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar.
Daar praten lokale bestuurders en het COA vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot spoedoverleg over de prangende situatie in Ter Apel in de wind geslagen.
Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zij zou daar hebben medegedeeld dat ze ervoor wil zorgen dat er minder asielzoekers naar Nederland komen, zonder toe te lichten hoe ze dat wil bereiken. Ook zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet als persoonlijke aanvallen opvatten.
Bij vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”. Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder die anoniem wil blijven. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.
Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar.
Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden moet dus van het ministerie van Justitie en Veiligheid moet hij permanente asielplekken creëren, terwijl het ministerie van Defensie de komst van een groot azc dwarszit. Buma: „De politiek geeft geen richting.” Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders.
Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt de lokale bestuurders een fout. „En daarmee, zegt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”..
Bovenkant
Lokale bestuurders missen betrokkenheid bij asielminister Faber
Provincies en gemeenten ervaren de samenwerking met asielminister Marjolein Faber (PVV) als moeizaam.