La Démence, het grootste gayfeest van Europa, viert zijn 35e verjaardag

Opwindende dancemuziek, subversieve acts en schone lijven in jockstraps en harnassen: La Démence, het grootste gayfeest van Europa, viert komende weekend zijn 35e verjaardag in Fuse en de ING Arena.

featured-image

Opwindende dansmuziek, subversieve acts en belachelijk veel schone lijven in jockstraps en harnassen: La Démence, het grootste gayfeest van Europa, viert komende weekend zijn 35e verjaardag in Fuse en de ING Arena. Er worden duizenden mannen verwacht. “Of je nu rechter, leerkracht of retailmedewerker bent, op de dansvloer vallen die verschillen weg.

” Met 35 jaar op de teller is La Démence een van de langstlopende gayfeesten ter wereld. En een van de grootste. Dat wordt dit weekend gevierd met een vierdaagse dansmarathon, van donderdag tot zondag.



Plaats van afspraak is Fuse, de plek waar het feest al sinds 1992 plaatsvindt. Op zaterdagavond wordt er uitgeweken naar de ING Arena op de Heizel, waar 8.000 mannen samen de nacht beleven op een brede mix van opwindende dansmuziek, grenzeloos entertainment en belachelijk veel schone lijven.

Wat is het geheim van La Démence en hoe ontpopte het zich van een West-Vlaamse fuif tot een wereldwijd succesverhaal? Het geheim: een ongedwongen en toegankelijke manier van gay clubbing, ontsproten aan het brein van een gepassioneerde ondernemer en overgoten met een Brusselse saus. De ondernemer die het succesverhaal lanceerde, is Kortrijkzaan Thierry Coppens (57). In 1989 combineerde hij rechtenstudies met een baan als ober in de dancing Fifty Five in Kuurne.

Daar vroeg zijn baas Peter Decuypere, geïnspireerd door een nachtje stappen in Londen, Coppens om mee te werken aan een nieuw feest voor queers. Le Délire werd op zondagavonden gehouden en trok al snel een trouw Belgisch en Noord-Frans publiek, dat opgetogen was eindelijk een eigen feestje te hebben. Muzikaal waren Fifty Five en Le Délire trendsettend.

Er werd spannende housemuziek gespeeld, een gloednieuw geluid dat geïmporteerd werd uit Amerikaanse grootsteden als New York, Chicago en Detroit, waar homomannen al sinds de discoscene van de jaren 1970 hun eigen dansvloeren opeisten. In België was dat nog niet het geval, het nachtleven voor de lgbtqia+-gemeenschap beperkte zich voornamelijk tot een clandestien netwerk van informele bars. Na bemoeienissen van een conservatieve burgemeester trokken Coppens en Decuypere met Le Délire naar de Kortrijkse deelgemeente Aalbeke, maar ook daar besloten ordehandhavers met een ontluisterende razzia in te grijpen.

Coppens liet zich niet afschrikken en besloot zonder Decuypere en onder een nieuwe naam door te gaan. La Démence was geboren. Al snel begon het de jonge twintiger ook te dagen dat zijn aspiraties West-Vlaanderen overstegen.

Dankzij zijn moeder, een Spaanse die enkele jaren eerder naar Brussel was verhuisd, kwam hij in de Blaesstraat terecht, zo herinnert Coppens zich nog goed: “Ze had een aantal plekken voor me gescout. Zo gingen we op bezoek in het Sheraton-hotel aan het Rogierplein en het Kasteel van Terhulpen. Maar toen ze me meenam naar El Disco Rojo, waar ze zelf graag heen ging en de eigenaars kende, was ik meteen verkocht.

” Van die discotheek in de Marollen, voornamelijk gericht op een publiek van Spaanse immigranten, kreeg hij in 1992 de sleutels. De eerste Brusselse editie van La Démence trok 500 nieuwsgierige clubbers en het nieuws van een groot gayfeest verspreidde zich als een lopend vuurtje. La Démence stond voor grenzeloos vermaak.

Eens binnen werden bezoekers getrakteerd op een totaalervaring met opwindende muziek, subversieve acts en een overweldigende scenografie. Zonder zich zorgen te maken over wat iemand van hen zou denken, konden honderden mannen zich een hele nacht lang laten gaan en vrij voelen. Eindelijk.

Ook vrouwen en hetero's, uit hippe creatieve gemeenschappen zoals de Antwerpse modewereld, waren talrijk aanwezig. Thema's als 'The Farm', 'Superboy' of 'Moyen Âge' bepaalden de klederdracht. Tijdens de beruchte Mousse-party's werden dan weer zo weinig mogelijk kleren gedragen.

De club werd gevuld met schuim en al het elektronische materiaal moest onder plastic folie beschermd worden. Het succes bracht Coppens ertoe om zijn feesten niet langer maandelijks maar wekelijks te organiseren. Maar Brussel was daar niet klaar voor, de bezoekersaantallen bleven onder de verwachtingen.

Het was Coppens' Fifty Five-baas Peter Decuypere die voorstelde om samen een wekelijkse technoclub uit de grond te stampen. Zo geschiedde in april 1994, toen het duo een grote banner met daarop “Fuse” aan de gevel bevestigde. In 2024, dertig jaar later, heeft Coppens twee verjaardagstaarten te verorberen.

Fuse is nog steeds een van de meest toonaangevende technoclubs ter wereld, en La Démence speelt op een minstens even hoog niveau in de gayscene. Faut le faire. In 2024 wordt La Démence gezien als de grande dame van het gaycircuit.

Voor habitué Lander Piccart (32) is het feest een veilige keuze, vertelt hij: “Je weet wat je kan verwachten. Er is een breed muziekaanbod, met op elke verdieping voor ieder wat wils.” In tegenstelling tot de beginjaren heeft La Démence vandaag het trendsettende muziekbeleid wat laten varen, ten voordele van kleinere party's als Gayhaze, waar de lgbtqia+-gemeenschap op muzikale ontdekking kan en haar fingerspitzengefühl voor nieuwe modes en trends kan etaleren.

Op La Démence prevaleert eerder de seksuele opwinding. “Overal waar je kijkt mannen in alle vormen en maten, in jockstraps en harnassen zien rondlopen, is gewoon plezierig,” vertelt Piccart. “Er rondhangen en deel uitmaken van de seksuele sfeer is al voldoende, je hoeft er zelfs niets voor te ondernemen.

” Die shift van een muzikaal feest waar de focus ligt op uitdagende vestimentaire keuzes, naar een seksueel feest waar de nadruk ligt op zo weinig mogelijk kledij, erkent ook Thierry Coppens. Het lijkt logisch, maar het is belangrijk om te benadrukken dat er geen echte dresscode is op La Démence, in tegenstelling tot sommige andere gayfeesten. Alle subculturen binnen de gayscene vinden hun weg naar La Démence, en zo ontwaar je tussen de zweterige, plakkende, blote lichamen vooral leren attributen, glimmende sportzwembroeken, kapiteinspetten, latex, doorkijkstof, katachtige maskers en invloeden uit de fetisj-, drag- en popcultuur.

Textiel is op La Démence functioneel, bedoeld om het naakte lichaam in de kijker te zetten. Voor Steven Redant (50), jarenlang resident DJ van La Démence en vandaag bezieler van Rainbow Surf Retreats in Spanje, heeft de dominantie van het seksuele te maken met de opkomst van het internet en datingapps als Grindr. “Waar je vroeger naar een bar of een feest moest om iemand te leren kennen, hebben de apps die rol helemaal overgenomen.

Het nachtleven kon zich daardoor enkel nog onderscheiden door een uitermate seksuele ervaring aan te bieden,” getuigt Redant. Legt die focus op lichamelijkheid dan geen torenhoge druk op homomannen? Zowel Coppens, Piccart en Redant erkennen het risico, maar benadrukken dat La Démence zich ook daar onderscheidt in de gayscene. “Brussel is Mykonos niet,” zegt Piccart.

“Iedereen is er welkom, La Démence is geen bodybuilderskamp. Bears met lichaamshaar en gezette buiken feesten er samen met afgetrainde lichamen. Die diversiteit is ook een reden voor het succes.

Iedereen heeft een herkenningspunt in de club, alle leeftijden en alle lagen van de maatschappij. Of je nu rechter, leerkracht, dokter of retailmedewerker bent, op La Démence vallen die verschillen weg. Als jonge homo dacht ik dat La Démence sodom en gomorra was, maar toen ik de stap eenmaal had durven te zetten, bleek het net een geestig feest te zijn met voor ieder wat wils.

” De stad Brussel profileert zich al jaren als gay-friendly destination. Via een webportaal van Visit Brussels biedt de stad een lgbtqia+-gids aan waar evenementen, hotels, bars en allerlei handige weetjes worden opgesomd. Die gastvrije aanpak loont, want de vele initiatieven trekken duizenden mensen naar de hoofdstad.

Al die mensen overnachten er ook en consumeren rijkelijk. La Démence is zonder twijfel het bekendste Belgische exportproduct. Steven Redant ervaarde dat als resident DJ, een positie die hem jarenlang overal ter wereld bracht, van Madrid tot Miami, op feesten of in clubs die ook een vleugje La Démence aan hun bezoekers wilden aanbieden.

Trouwe bezoeker Lander Piccart ziet het aan zijn inbox, weken voor een groot La Démence-feest. “Iedereen wil bij deze verjaardagseditie zijn. Van overal ter wereld krijg ik berichtjes van vrienden om af te spreken of een slaapplek te zoeken.

La Démence is telkens een ontmoetingsmoment voor de hele Europese gayscene,” besluit hij. Maar Brussel was niet altijd zo inclusief. Toen La Démence hier in 1992 aanspoelde, reageerden de buurt en de politiek niet erg gastvrij, herinnert uitbater Thierry Coppens zich nog goed: “Van toenmalig burgemeester François-Xavier de Donnea hebben we veel dreigbrieven ontvangen.

Hij wilde van Brussel een brave stad maken, zoals Genève. We hadden steun nodig uit politieke hoek, met name van Henri Simons, om alle vergunningen voor Fuse en La Démence in orde te krijgen. We waren strijdvaardig, we lieten ons niet doen.

” Het duurde tot 2001, toen Freddy Thielemans burgemeester werd, voor de wind van richting veranderde. Vandaag krijgt La Démence steun uit alle politieke hoeken. Steven Redant herinnert zich dan weer nog goed het jaar 1996, toen hij en een aantal andere La Démence-medewerkers en -feestvierders bij de politiediensten werden gesommeerd naar aanleiding van een strafonderzoek naar toenmalig vicepremier Elio Di Rupo, die er ook wel eens over de vloer kwam.

“Dat was absurd. We moesten verklaren dat La Démence geen minderjarigen toeliet. Uiteraard niet! Die hele zaak was natuurlijk een politieke afrekening.

Maar het zegt veel over hoe de maatschappij toen naar homo's keek. Gelukkig is dat nu wel anders en is Di Rupo later nog premier geworden. Toen kraaide geen haan meer naar zijn geaardheid,” zegt Redant.

Alle maatschappelijke vooruitgang ten spijt, moeten sommigen nog steeds geheimzinnig doen over een bezoek aan La Démence. Het zijn feestvierders die nog niet publiekelijk uit de kast zijn gekomen en die gretig het parallelle universum van een feestnacht induiken om ..

. gewoon zichzelf te zijn. “Sommige bezoekers hebben een heilige schrik om gefotografeerd te worden,” erkent Thierry Coppens.

“Of ze laten hun ticket door de hotelbediende boeken, zodat het zeker niet op het afschrift van hun creditcard verschijnt. Dat geldt voor buitenlandse bezoekers uit landen waar homoseksualiteit strafbaar is, maar net zo goed voor Brusselaars die het thuis niet uitgelegd krijgen. Vooral voor moslims is het niet altijd evident.

” Al 35 jaar lang creëert La Démence een maandelijkse bubbel voor zij die in de maatschappij buiten de norm vallen. Dan maakt een nacht doorzakken onder gelijkgestemden of subtiel verwelkomd worden door een zebrapad in regenboogkleuren wel degelijk een wereld van verschil. Dat La Démence wereldleider werd in haar branche, ligt niet aan spectaculaire gebeurtenissen.

Het is een uniek samengaan van het inclusieve beleid van de stad Brussel met gepassioneerd ondernemerschap. Dat vindt ook Steven Redant, die de wereldwijde gayscene afschuimde als dj, maar in Brussel altijd iets unieks zag. “Elk feest straalt uiteindelijk de persoonlijkheid van de promotor uit.

Thierry Coppens is zelf een feestbeest, hij steekt graag het vuur aan de lont. Hij verkleedt zich, haalt grappen uit, neemt zichzelf niet te serieus. Maar tegelijk is hij ook maniakaal bezig met hoe bezoekers zijn feesten ervaren.

Dat doet hij al dertig jaar op dezelfde manier, en het succes heeft hem geen sikkepit veranderd. Du jamais vu.” Met een vierdaagse, van 31/10 tot en met 3/11, in Fuse en de ING Arena viert La Démence haar 35e verjaardag, lademence.

com.