/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/21165125/data128324489-32525b.jpg)
Koop Europese waar, dan helpen wij elkaar. Zou dat oude adagium Europa kunnen helpen nu het vanuit bijna alle windrichtingen in de tang zit tussen keiharde machtspolitiek en economisch nationalisme? De Europese Commissie denkt van wel. Volgende week komt Brussel met een plan om de Europese industrie klimaatvriendelijker te maken én nieuw leven in te blazen.
Daarin is ‘ Buy European ’ waarschijnlijk een rode draad. In januari figureerde het ook al in plannen om de Europese economie concurrerender te maken. Het zou een markante koerswijziging zijn.
De Europese Unie leunde altijd vol vertrouwen op het web van internationale afspraken en handelsverdragen. Als de verfijnde gangmaker op het mondialiseringsfeest. Onlangs nog dreigde de EU China met ‘maatregelen’ omdat het Europese bedrijven zou discrimineren.
En nu wil de Commissie zelf Europese bedrijven voortrekken. Maar de oude Europese manier van opereren in de wereldeconomie werkt niet meer. Vergeet het model waarbij Europa leunde op goedkoop gas uit Rusland, goedkope producten uit China en op de Verenigde Staten die onze veiligheid bewaakten, zei de Franse president Emmanuel Macron tegen de Financial Times .
Europa móet onafhankelijker worden. Nu zowel Poetin, Xi als Trump zonder schroom een spaak steken in dat mondiale web van regels en handel. Poetin zette gas in om Europa te beschadigen.
China subsidieert zijn eigen exportproducten zo gul dat Europese bedrijven dreigen te worden weggeconcurreerd. De VS zijn ook niet vies van nationalistisch economisch beleid. En nu komt daar de agressieve en intimiderende machtspolitiek van Donald Trump bij.
Opnieuw blijkt Europa ontstellend kwetsbaar. Europa kan zichzelf of Oekraïne niet verdedigen zonder de VS. Macron waarschuwt dat Europa niet alleen meer geld moet uitgeven aan defensie, maar dat dit geld ook terecht moet komen bij Europese fabrikanten.
Als we alleen grotere klanten worden van wapens uit de VS, „hebben we over 20 jaar het probleem van Europese soevereiniteit nog steeds niet opgelost”. En is het wel veilig dat het overgrote deel van de digitale infrastructuur – datacentra, netwerkverbindingen – in handen is van voornamelijk Amerikaanse bedrijven? Overheden en bedrijven moeten patriottischer worden in hun aanbestedingen, klonk onlangs in NRC , om zo een Europese techsector op te bouwen. Is ‘ Buy European ’ economisch gezien een goed idee? Het is nog niet duidelijk wat de EU precies gaat doen, maar op zich is dit ‘Koop Europees’ waarschijnlijk een milde vorm van protectionisme zegt Brian Burgoon, hoogleraar internationale politieke economie.
„Meer aandacht voor eigen belang is een grote verandering, want Europa is de beste leerling van de klas als het om de internationale economische rechtsorde gaat. Maar de EU heeft iets nodig om zich te verdedigen tegen het protectionisme van China en de vijandige houding van Trump.” Ook Sander Tordoir, hoofdeconoom van denktank Centre for European Reform, ziet de logica.
„Niet op een Amerikaanse cowboymanier waarbij de EU zijn markt afsluit voor de buitenwereld, maar Europa moet op een of andere manier een gelijk speelveld creëren met China en de VS.” Dat geldt volgens Tordoir vooral voor dé sector waarin Europa tot voor kort voorop liep, maar China nu snel dichterbij komt: klimaattechnologie. Denk aan windmolens, warmtepompen, elektrolyzers, elektrische auto’s, waterkrachttechnologie, woningisolatie.
„We bouwen de beste windturbines ter wereld. Dat is goed voor onze energie-onafhankelijkheid. Er zitten magneten in die we ook nodig hebben voor militaire radarsystemen.
” Het is een sector die levensvatbaar is, zegt Tordoir, maar het ontzettend zwaar heeft. „Door de hoge energieprijzen en doordat China met zijn gesubsidieerde productie Europese bedrijven uit de markt drukt.” De EU moet deze bedrijven helpen te overleven, zegt Tordoir, met behulp van directe steun (groene industriepolitiek) en slim ‘Koop Europees’-beleid.
„Europese bedrijven voortrekken is tegen de internationale handelsregels. Dat vindt de EU moeilijk om te doen, maar China en de VS trekken zich ook weinig meer aan van die regels.” Voor landen die wel „fair met Europa omgaan” moet de Europese markt openblijven, vindt Tordoir.
„De simpelste manier is om onder ‘Koop Europees’ ook landen te laten vallen waarmee de EU een vrijhandelsverdrag heeft, zoals Canada.” Op die manier beschermt Europa veelbelovende bedrijven zónder alle voordelen van internationale handel en concurrentie te schrappen, zoals lagere prijzen. Volgens Burgoon en Tordoir loert het gevaar dat ‘Koop Europees’ vervalt in ‘Koop nationaal’.
Tordoir: „Het is cruciaal dat alle Europese landen bedrijven uit andere EU-landen hetzelfde behandelen als hun eigen bedrijven. Dus niet de Franse slag waarbij ‘ Buy European ’ eigenlijk ‘ Buy French ’ is. Want dan fragmenteert de Europese markt en is er te weinig concurrentie onderling.
” Wil Europa minder afhankelijk worden, dan moet Europees denken: in welke Europese landen kunnen staalfabrieken het best floreren? Hoe maken we elektriciteit voor heel Europa goedkoper? Burgoon: „Als elk land zijn eigen staalfabriek overeind wil houden, kost dat meer geld en is de vraag hoe levensvatbaar die bedrijven zijn.” Maar zo Europees denken lidstaten nu niet. Recent voorbeeld: landen met goedkope elektriciteit zoals Spanje en Noorwegen verzetten zich tegen meer verbindingen met buurlanden, vertelt Tordoir.
Die interconnectie kan immers de prijzen in buurlanden drukken maar in Spanje en Noorwegen verhogen. Burgoon ziet meer gevaren waarover de EU niet voldoende heeft nagedacht. „ Wat doet Europa als Trump of China terugslaat?” Bovendien gaan de plannen van de Commissie vooral over het klimaatvriendelijker maken van de industrie, niet over defensie.
„Nu meer defensiematerieel produceren, gaat niet per se samen met het vergroenen van de industrie, want dat wordt vooral op een fossiele manier gemaakt.” In theorie kan het, de Europese levensvatbare industrie beschutten, onafhankelijker worden en toch openblijven voor landen die eerlijk willen handelen. Maar het vereist uitzonderlijke Europese eensgezindheid.
En offers, want onafhankelijker worden, dat kost wat..