Koning gaat er meer op vooruit dan gemiddelde Nederlander

Met de bestaanszekerheid van het koninklijk huis zit het ook volgend jaar wel snor, blijkt uit de begroting voor het koningshuis. Koning Willem-Alexander zelf, zijn vrouw, zijn moeder én zijn oudste dochter gaan er volgend jaar weer op vooruit en meer dan gemiddelde Nederlander.

featured-image

Voor de koning staat uit hoofde van zijn grondwettelijke uitkering een inkomen in de boeken van 1.164.000 duizend euro.

Ten opzichte van het begrote inkomen 2024 is dat een toename van 7 procent, want dit jaar was 1.086.000 euro voor de koning uitgetrokken.



Koningin Máxima kan rekenen op een bedrag van 462.000 euro. Dit is ook 7 procent hoger dan de 431.

000 die in de begroting van 2024 is opgenomen. Ook prinses Beatrix, de gepensioneerde koningin, ziet haar inkomen met hetzelfde percentage groeien tot 658.000 euro .

Voor 2024 stond voor haar 614.000 euro in de begroting. De inkomensstijging voor deze leden van het Koninklijk Huis komt een stuk hoger uit dan die van de gemiddelde Nederlander.

De cao-lonen stijgen volgend jaar naar verwachting maar met zo'n 4,3 procent, berekende het CPB. Kroonprinses Amalia, in de begroting de vermoedelijke opvolger van de koning genoemd, kan volgend jaar 345.000 euro tegemoet zien.

Voor 2024 stond ze voor 322.000 euro in de boeken. De kroonprinses stort dit bedrag gedurende haar studententijd terug.

Dit deed ze – tot volgend jaar – ook met de onkostenvergoeding waar de leden van het koninklijk huis recht op hebben, voor 'personele en materiële uitgaven' aan de hofhouding en 'activiteiten met een hoog representatief karakter die samenhangen met de functie'. Maar nu de kroonprinses vaker opduikt bij officiële gelegenheden, maakt ze onkosten die ze als studente eerder niet maakte. In een brief aan toenmalig minister-president Rutte schreef ze daarom in mei van dit jaar dat 'met het verstrijken van de tijd inmiddels voorzienbaar is dat (ze) rekening moet houden met personele en materiele uitgaven met het oog op een zelfstandige en onafhankelijke invulling van (haar) functie, waaronder een secretariaat en reserveringen voor een woon- en werkverblijf'.

Met andere woorden: ze gaat niet alles meer terugstorten. Voor deze kosten is in 2025 1,61 miljoen euro begroot, tegen 1,5 miljoen euro in 2024. Met die dikke 1,6 miljoen zou niet alleen de bestaanszekerheid van de kroonprinses zelf, maar ook die van haar secretariaat gegarandeerd moeten zijn.

.