Kansen voor referendum over betaald parkeren groeien, commissie ziet geen juridische bezwaren

Het referendum over betaald parkeren in Den Haag is wél mogelijk. De referendumcommissie, die door de Haagse gemeenteraad is aangesteld, ziet geen juridische obstakels. De commissie veegt het juridisch advies, dat burgemeester Jan van Zanen eerder inwon, van tafel. Donderdag neemt de gemeenteraad een besluit.

featured-image

DEN HAAG - Het referendum over betaald parkeren in Den Haag is wél mogelijk. De referendumcommissie, die door de Haagse gemeenteraad is aangesteld, ziet geen juridische obstakels. De commissie veegt het juridisch advies, dat burgemeester Jan van Zanen eerder inwon, van tafel.

Donderdag neemt de gemeenteraad een besluit. De drie leden van de referendumcommissie, die de raad adviseert over het houden van referenda, zitten nog maar net op hun post. Op 14 november zijn ze door de gemeenteraad voorgedragen en geïnstalleerd en bijna drie weken later komen ze met een eerste advies.



De commissie concludeert dat een referendum over de uitbreiding van het betaald parkeren over bijna de hele stad niet in strijd is met de referendumverordening. Dat is ook de opvatting van voormalig D66-fractievoorzitter en opsteller van de verordening, Robert van Lente. Dat schreef hij in een open brief , die Omroep West maandag publiceerde.

Hart voor Den Haag is, samen met initiatiefnemer Arjan van den Berg, al maanden bezig om een referendum over de uitbreiding van het betaald parkeren in de stad op poten te zetten. Daarvoor hebben ze 15.000 handtekeningen verzameld.

Dat is voldoende om het burgerinitiatief, dat moet leiden tot een referendum, op de politieke agenda te krijgen. Donderdag beslist de raad over het referendum. Zowel de commissie als Van Lente is het niet eens met de conclusie uit het eerdere juridisch advies waar Van Zanen om had gevraagd.

De deskundigen stelden daarin dat een referendum over betaald parkeren niet mogelijk is, omdat het gaat over gemeentelijke belastingen. Gemeentelijke belastingen en tarieven zijn 'zonder enige beperking volledig uitgesloten' van de mogelijkheid om daarover een burgerinitiatief in te dienen, staat in dat advies. 'Ditzelfde geldt voor de mogelijkheid van het houden van een referendum.

Het onderwerp gemeentelijke belastingen is daarvoor uitgesloten.' Dat betwist de referendumcommissie. Over het jaarlijks vaststellen van de gemeentebegroting en gemeentebelastingen mag volgens de verordening inderdaad geen referendum gehouden worden.

'De reden dat deze zijn uitgezonderd van een referendum is dat de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht dienen te zijn en een mogelijk referendum ertoe kan leiden dat dit niet meer het geval is.' Maar volgens de commissie vraagt het burgerinitiatief van Arjan van den Berg om inwoners te raadplegen over een beleidswijziging, die weliswaar gevolgen kan hebben voor het in de toekomst heffen en innen van gemeentebelastingen. 'Maar het burgerinitiatief ziet niet toe op gemeentebelastingen in de zin van een verordening die de belastingen en concrete tarieven daadwerkelijk invoert en vaststelt', stelt de commissie.

Er moet terughoudend omgegaan worden met gemeentebelasting als uitsluitingsgrond, vindt de referendumcommissie. 'Dat zou anders een aanzienlijke verruiming van de uitzonderingsgrond inhouden en daarmee een inperking van het recht dat de gemeenteraad aan de inwoners heeft gegeven.' Daarnaast heeft de commissie gekeken naar andere gemeenten waar ook een parkeerreferendum is gehouden, zoals in Katwijk, Haarlem en Utrecht.

'Tegen de achtergrond dat iedere gemeente een eigen verordening en politiek-bestuurlijke context kent, laten deze tegelijkertijd een ontwikkeling in de praktijk zien die is meegewogen in dit advies.'.