Wat hebben Sinterklaas en Johann Strauss jr.’s operette Die Fledermaus met elkaar te maken? Bij allebei zorgen verkleedpartijen voor één groot intrige, totdat de waarheid boven tafel komt en de ontgoocheling toeslaat. Bij Strauss regent het alleen geen kruidnoten, maar champagne.
De nieuwe productie die op pakjesavond bij De Nationale Opera in première ging was bovendien ook een familiefeestje: behalve chefdirigent Lorenzo Viotti was er ook zijn zus, mezzosopraan Marina Viotti, die als Prins Orlofsky haar DNO-debuut maakte. Operettes hoor je tegenwoordig niet vaak in onze contreien. Het lichtvoetige en dansante broertje van de opera was in de vorige eeuw bon ton, maar verloor richting het jaar 2000 fors aan status.
Intussen moet Nederland het een kwarteeuw stellen zonder professioneel operettegezelschap, maar bij operahuizen komt er nog wel eens een operette voorbij. De Nationale Opera deed in 2021 na lange tijd weer een poging met Franz Léhars Die lustige Witwe , maar corona gooide roet in het eten. Een jaar later volgde familievoorstelling Operetta Land , een nieuw verhaal op een mélange van allerlei operettes.
De Weense eindejaarsklassieker Die Fledermaus , over de rentenier Gabriël von Eisenstein die door zijn medecastleden in de maling wordt genomen, klonk het afgelopen decennium wel regelmatig bij Nederlanse gezelschappen. Voor DNO was dat voor het laatst in 2008, in een enscenering uit 1987. Tijd voor een nieuw jasje dus.
Dat komt van regisseur Barrie Kosky, wiens trackrecord als intendant bij de Komische Oper Berlin (2012-2022) leest als een grote liefdesverklaring aan operette. Voor Kosky draait Die Fledermaus , waarin bijna niemand is wie die zegt dat die is, niet om rondwentelen in nostalgie naar het negentiende-eeuwse Wenen, maar om het lostrekken van braafburgerlijke maskers. En de wals? Geen elegante bedoening, maar ‘pure erotiek’.
Desondanks is het toneelbeeld überherkenbaar, met de typische Weense gevels (die dynamisch in verschillende constellaties over het podium zwieren), fladderende jurken en rokkostuums. Maar dan barst het bal los: Marina Viotti’s broekrol als feestbeest Orlofsky – hier als dragking – is fors uitvergroot door het koor en een tros dansers – de meute balgasten – ook in drag te kleden: kralen, veren, parels, strassteentjes, glitterbaarden, plateaupumps en lagen organza zo ver het oog reikt. Op de bühne is het dolle pret.
Niet alleen tijdens de bonte dansscènes, maar ook in de gesproken dialogen. Naar operette-traditie zijn die bij deze Amsterdamse Fledermaus volgepompt met lollige referenties naar de Nederlandse cultuur anno 2024 (wie had gedacht in de Stopera nog eens een flard Snollebollekes te horen?). Het lolligheidsgehalte wordt soms wel erg ver opgeschroefd: de grens met het groteske is dun in dit kluchtige genre en het schmierende gelach vanaf het podium kan zomaar van amusant overgaan in afleidend.
Al zijn die momenten in een vingerknip voorbij, want de cast laat hun acteerwerk zingend en sprekend levendig en en zonder vaart te verliezen in elkaar overlopen. Lorenzo Viotti staat deze maand in zijn vier seizoen voor de laatste keer als chefdirigent op de bok bij De Nationale Opera. De afgelopen jaren maakte hij indruk met onder meer een transparante Lohengrin en recent een Peter Grimes die onder de huid kruipt.
In Viotti vond Kosky een medestander in zijn operetteliefde. Viotti, die in Wenen studeerde, heeft operette naar eigen zeggen in het bloed zitten en vindt dat je er risico’s voor moet durven nemen. Met zo’n statement zou je bij zijn Fledermaus dan toch meer van die ‘Wienerische Schwung’ verwachten: een orkestrale dansvloer die zó glimmend is geboend dat de zangers er zo op wegzweven.
Op deze première-avond bruist het Nederlands Philharmonisch Orkest wel, maar landen de vele tempowisselingen waar Strauss de partituur mee besprenkelde niet altijd op hetzelfde moment op de bühne en in de orkestbak. Bij de solisten is het vocaal en theatraal raak. Björn Bürger (Eisenstein) zingt en speelt zijn rol als harstochtelijke losbol met verve, tegenover Hulkar Sabirova (Eisensteins echtgenote), die zich net zo thuis voelt in schalkse zwijmelarij als in deftig csárdás-gezang.
Sydney Mancasola (kamermeisje Adele) is voortreffelijk op dreef met kunstige huilbuien, ondeugende flirtsessies en coloraturen die ze met gemak richting de balkons slingert. Marina Viotti, die vocaal af en toe in Marlene Dietrich-diepte duikt, zet een extravagante Orlofsky neer, al valt haar stem soms weg in het feestgedruis. De Nederlandse bas-bariton Frederik Bergman etaleert zijn comedy-talent als de dronken gevangenisdirecteur dr.
Frank, met als hoogtepunt zijn one-man show in de derde akte waarbij de zaal uit zijn hand eet..
Vermaak
Kan operette nog? Wel als ‘Die Fledermaus’ wordt gebruikt om lachend braafburgerlijke maskers los te trekken
Een dragking als prins, een flard Snollebollekes: fors uitvergroot, vol dolle pret en soms net iets te lollig brengen regisseur Barrie Kosky en dirigent Lorenzo Viotti de Weense eindejaarsklassieker ‘Die Fledermaus’ van Strauss bij de Nationale Opera.