Kan een animatiefilm de magie van ‘Lord of the Rings’ vatten?

featured-image

Bij The War of the Rohirrim zaten we zowaar naar een Lord of the Rings -spin-off te kijken zonder ons voortdurend af te vragen: waarom toch? De animefilm is de eerste toevoeging aan de originele trilogie die ons weer een beetje in de magie van Midden-aarde deed geloven. Daar weerklinkt het dan, het themamuziekje waarmee Howard Shore 23 jaar geleden The Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring inleidde. En dan, die vrouwelijke vertelstem: “There are older tales.

.. ” Toen was het Cate Blanchett, als de Elf Galadriel, die het verhaal van Midden-Aarde en de Ene Ring vertelde, nu is het Miranda Otto, als de schildmaagd Éowyn, die ons terugbrengt naar het koninkrijk van ruiters Rohan, 183 jaar voor Bilbo Baggins de Ring vindt.



Om ons te laten kennismaken met Héra (Gaia Wise), de dochter van de koning Helm Hamerhand (Brian Cox) – hij die zijn naam zou geven aan Helmsdiepte, de vallei waar later, in The Two Towers , de Slag van de Hoornburg zou worden uitgevochten. Ja, The Lord of the Rings: The War of the Rohirrim mikt op nostalgie, en doet geen enkele moeite om die intenties te verbergen. Er worden gretig quotes uit de trilogie van Peter Jackson (2001-2003) gerecupereerd: “ Crebain, from Dunland!” En: “Muster the Rohirrim!” Of: “ Light the beacons! Call for aid from Gondor! ” En wanneer een leger van ruiters “ Death!” scandeert en het scherm vervolgens gevuld wordt door galopperende paarden en oorlogszuchtige ruiters, word je slag om slinger teruggeworpen naar de Slag van de Velden van Pelennor, uit The Return of the King.

Het grootste verschil is de vorm: The War of the Rohirrim is een animefilm, geregisseerd door Kenji Kamiyama. De Japanner leerde het vak als background artist bij animeklassiekers als Akira (1988) en Hayao Miyazaki’s Kiki’s Delivery Service (1989) en regisseerde tv-bewerkingen en -spin-offs van cultmateriaal als de manga Ghost in the Shell en de sciencefictionfilm Blade Runner . Nu komt daar dus The Lord of the Rings bij: Tolkiens personages krijgen het uiterlijk van animefiguren, met levendig haar, houterige mondbewegingen en, in het geval van ruige manspersonen als Helm of Freca, een groteske lichaamsbouw.

Als een personage een tegenstander een mep verkoopt, springt hij eerst de hoogte in, om dan met de vuist eerst op het gezicht van hun antagonist te landen, en de vaak stokkerige, bijna tastbare animatie heeft weinig van doen met de gladde, vloeiende stijl die we uit klassieke Disney-films kennen. Het lijkt een rare keuze, maar er bestaat een lange traditie van animatiebewerkingen van Tolkiens oeuvre. Al in 1977 produceerde animatiestudio Rankin/Bass een tv-film van The Hobbit , gevolgd door een adaptatie van The Return of the King drie jaar later.

Tussendoor regisseerde Fritz the Cat- animator Ralph Bakshi een bioscoopfilm, gebaseerd op The Fellowship of the Ring en The Two Towers . Dat de trilogie in twee werd geknipt en door verschillende studio’s werd geproduceerd, heeft alles te maken met het kluwen aan adaptatierechten waarin Tolkiens verhalen in de loop der jaren terecht zijn gekomen. Uiteindelijk verkreeg producer Saul Zaentz, die Bakshi’s film produceerde, de filmrechten op The Hobbit en de hele The Lord of the Rings -trilogie, om ze in de jaren 90 via een licentie aan New Line Cinema, een studio in handen van Warner Bros.

, te bezorgen. Op die manier kwamen Jacksons trilogieën van The Lord of the Rings en The Hobbit (2012-2014) tot stand. The War of the Rohirrim , dat werd geïnspireerd op appendices uit Tolkiens The Lord of the Rings -trilogie, maakt deel uit dezelfde deal, en Jackson treedt op als executive producer (al leverde hij geen creatieve bijdrage).

De rechten op tv-bewerkingen van acht afleveringen of meer (en van andere Tolkien-werken als The Silmarillion ) bleven dan weer bij de erfgenamen van Tolkien. Bij hen ging Amazon-baas Jeff Bezos rechtstreeks aankloppen om de prestigieuze, maar middelmatige tv-reeks The Lord of the Rings: The Rings of Power te kunnen maken – het tweede seizoen kwam een goede maand geleden ten einde, er wordt aan een derde seizoen gewerkt. Een mens ziet door de bomen het bos niet meer in deze jungle aan rechten en bewerkingen, en zou zich na het waarlijk abominabele The Hobbit en het overbodige The Rings of Power beginnen afvragen waarom die jungle nog wordt uitgebreid.

The War of the Rohirrim is de eerste spin-off van de originele trilogie die eindelijk wat toevoegt, door naar de essentie terug te keren met een rechtlijnig, zelfs ronduit simplistisch verhaaltje – Héra moet Rohan beschermen wanneer de banneling Wulf (Luke Pasqualino) een leger op de been brengt om het rijk van Helm Hamerhand ten val te brengen – dat de magie van The Lord of the Rings weer een beetje vat. Bovendien zie je dat het hart van regisseur Kamiyama klopt voor cinema: de manier waarop de sneeuw valt op de brug van Helmsdiepte, de camera die het onheil in de bossen lijkt aan te voelen, het wekt Midden-aarde weer tot leven nadat de inspiratieloze CGI uit The Hobbit of de flauwe figuren uit The Rings of Power Tolkiens universum hadden uitgemolken. De combinatie van 2D-tekeningen (voor de personages) en computeranimatie (voor de landschappen en decors) voelt dan wel vreemd aan, en Tolkien-puristen maakten zich al druk over de verschijning van de olifant-achtige Mumakil in Rohan, maar voor het eerst in ruim twintig jaar werden we weer ondergedompeld in de fantastische wereld waarin we aan het begin van deze eeuw met zoveel plezier verdwaalden.

The Lord of the Rings: The War of the Rohirrim ( ★★★☆☆ ), vanaf woensdag in de bioscoop. Geselecteerd door de redactie.