
In de regels van de Tweede Kamer staat dat schriftelijke vragen die veel te lang onbeantwoord blijven, mogen worden aangemeld voor het vragenuur. Dan moet, als de Kamervoorzitter de vragen goedkeurt, de verantwoordelijke bewindspersoon naar de Kamer komen om ze alsnog te beantwoorden. De afgelopen 4 jaar werden er jaarlijks zo'n 3000 keer schriftelijke vragen ingediend.
In 1990 lag dat aantal nog op 400. Het stellen van schriftelijke vragen is één van de middelen die de Tweede Kamer heeft om het kabinet te kunnen controleren. Daarom hechten Kamerleden aan het tijdig krijgen van antwoord.
Het kabinet mag er maximaal 6 weken over doen om die vragen te beantwoorden. Uit een inventarisatie die in 2023 is gedaan, blijkt dat maar liefst 60 procent van de schriftelijke vragen meer dan 6 weken te laat worden beantwoord. Het record staat op vragen die inmiddels meer dan 290 dagen onbeantwoord blijven.
"Onbestaanbaar", zegt D66 Tweede Kamerlid Joost Sneller die het initiatief nam voor de parlementaire actie vandaag. Hij wijst erop dat tijdens een Kamerdebat drie weken geleden de minister van Binnenlandse Zaken, Judith Uitermark (NSC), geen enkele garantie wilde geven dat het in de toekomst beter zou gaan. Het enige dat ze toezegde is dat ze binnen drie weken met een brief zou komen met daarin 'concrete suggesties' over hoe het kabinet het wil aanpakken.
"Het is inmiddels meer dan drie weken geleden, maar de brief is er nog niet", zegt Sneller. Nu is het toewijzen van mondelinge vragen een taak van de Kamervoorzitter. Dat is nu PVV'er Martin Bosma.
Sneller hoopt dat hij vandaag een aantal van de zojuist ingediende vragen zal toewijzen. "Bosma heeft al vaker bepleit dat de Kamer recht op informatie heeft. De bal ligt vandaag op de stip voor hem om te laten zien dat hij dit serieus neemt.
" Een voorstel dat een parlementaire werkgroep anderhalf jaar geleden deed, is het vragenuur verlengen voor het aan de orde stellen van onbeantwoorde vragen, of een extra vragenuur instellen. De Kamervoorzitter kan dat voorstellen. Sneller: "Ik neem aan dat dit signaal passende opvolging zal geven.
" Zijn collega Michiel van Nispen (SP) hoopt dat ook. Volgens hem is het op tijd beantwoorden van Kamervragen van groot belang voor de controlerende taak van Kamer. "Eén van de middelen daarvoor is schriftelijke vragen stellen, die stel je niet zomaar.
" Dat de Kamer nu ongeveer 10 keer zoveel vragen stelt als 30 jaar geleden, is volgens van Nispen geen excuus om vragen te laat te beantwoorden. "Sommige zaken zijn oneindig complexer geworden. Ook zijn we mondiger geworden.
Enkel het aantal zegt niet alles. We stellen vragen omdat we dat nodig vinden en die moeten op tijd worden beantwoord." Dat vindt ook CDA-Kamerlid Inge van Dijk: "Het goed uitvoeren van onze controlerende taak staat of valt bij goede informatie krijgen.
De instrumenten die de Kamer hiervoor heeft moeten dat stimuleren in plaats van frustreren. Te late beantwoording van vragen frustreert.".