
Klever maakt haar plannen bekend tijdens een bezoek aan Tunesië, waar ze onder andere een olijfboerderij en een tomatenkweker bezoekt. Want: handel is het belangrijkste speerpunt. Op het andere deel van haar portefeuille, ontwikkelingshulp, wil Klever vooral bezuinigen.
Het Nederlands belang voorop. Dat zijn de toverwoorden van het nieuwe ontwikkelingshulpbeleid van Nederland. De aankondiging van Klever is onderdeel van een grootscheepse bezuiniging op ontwikkelingshulp die de coalitie in het hoofdlijnenakkoord al aankondigde.
Volgend jaar wil het kabinet 500 miljoen euro bezuinigen, daarna wordt er elk jaar 2,4 miljard euro minder uitgeven aan ontwikkelingshulp. "We doen nu heel veel projecten, in heel veel landen, werken met heel veel organisaties samen. Ik wil focus aanbrengen in thema's en belangen die voor Nederland werken", aldus Klever.
Programma's voor gendergelijkheid, vrouwenrechten, onderwijs, sport en cultuurontwikkeling worden stopgezet. Klever wil blijven inzetten op rechten voor meisjes en vrouwen via uitgaven aan gezondheidszorg en handel. Veel minder geld gaat er naar klimaat.
Daar zal Nederland alleen nog voldoen aan de verplichtingen die voortkomen uit het akkoord van Parijs. De bijdrage aan VN-organisaties als Unicef en UNDP, het VN-Ontwikkelingsprogramma tegen wereldwijde armoede, gaat met de helft omlaag. Het belangrijkste: Nederland moet zelf ook wat hebben aan landen en projecten die de komende jaren op steun kunnen rekenen.
"We gaan met een andere bril kijken", legt de minister voor Ontwikkelingssamenwerking uit. "We gaan echt kijken: waar is Nederland goed in? Dat is ook een veel efficiëntere besteding van je geld, omdat je dat dus ook beter kan doen dan de dingen waar je niet goed in bent." Bijvoorbeeld door projecten op het gebied van voedselzekerheid, water of gezondheid, geleid door Nederlandse ondernemers.
Of het trainen van lokale politie die helpt bij tegengaan van mensensmokkel of het rekruteren voor terrorisme. En, heel belangrijk, het investeren in landen die helpen bij het tegengaan van migratie. Eerder maakte Klever al bekend de komende jaren 1 miljard euro (200 miljoen per jaar) weg te halen bij hulporganisaties.
Zij worden vanaf volgend jaar verantwoordelijk voor de helft van hun eigen inkomsten. Nu is dat nog een kwart, de rest komt van overheidssubsidie. In plaats daarvan wil het kabinet meer gaan samenwerken met lokale hulporganisaties, die beter zouden aansluiten bij de behoeften van mensen in die landen.
Op werkbezoek in Tunesië wordt duidelijk waar de focus van het beleid straks ook ligt: migratie. Sinds de deal die de EU en Tunesië in 2023 sloten nam het aantal vluchtelingen uit het land, Tunesiërs zelf, maar ook zeker doorreizigers uit andere Afrikaanse landen, flink af. Nederland zette zich stevig in voor de deal; met onder meer de Italiaanse premier Meloni reisde toenmalig premier Rutte zelfs twee keer in een week af naar het land.
De Tunesiërs krijgen vandaag nog eens 4,8 miljoen euro toegezegd voor kustbewaking. En in de toekomst kunnen ze blijven rekenen op ontwikkelingsgeld vanuit Nederland. Twee Tunesische bedrijfjes die Klever op haar bezoek ook aandoet zorgen met Nederlands geld voor werkgelegenheid en innovatie in het land.
Goed voor de Tunesiërs zelf, maar ook voor Nederland, is de gedachte. Want wie hier in het land een baan en een bestaan heeft, hoeft niet te vluchten. Volgens Klever is het beleid in de toekomst een 'win-winsituatie'.
"Die landen krijgen nog steeds ontwikkelingshulp, maar het wordt dan uitgevoerd door Nederlandse bedrijven en dat betekent dus ook inkomen voor Nederland en banen voor Nederland. Dus het is een win-win voor de ontvangende landen en voor Nederland." Maar voor veel andere organisaties zal het beleid een lang gevreesde kaalslag betekenen.
Hulpprojecten die soms al vele jaren lopen, moeten stoppen. Anderen moeten het in de toekomst met veel minder gaan doen, en het is de vraag welke gevolgen dat heeft. De minister benadrukt dat ze niet zo maar abrupt stopt met allerlei programma's waar Nederland nu nog geld in steekt; waar Nederland de geldkraan dichtdraait, wordt dat op een 'verantwoorde manier' gedaan met een 'goede exitstrategie.
'.