Kabinet doet niet mee aan boycot van Orbán: ‘Per geval kijken we of een minister naar Boedapest gaat’

Het kabinet zit in de maag met de boycot van tijdelijk EU-voorzitter Orbán. Premier Schoof wil geen totale ban op ministersbezoeken aan Boedapest, maar de VVD vraagt daar nu alsnog om, ook NSC levert kritiek. Dat plaatst de premier voor het blok: de grootste coalitiepartij PVV van Wilders is juist een innige bondgenoot van Orbán. Voorlopig houdt het kabinet vast aan de middenweg.

featured-image

In Brussel heerst groot chagrijn over de Hongaarse premier Viktor Orbán, die in zijn eerste week als tijdelijk voorzitter van de Europese Unie een zogenaamde vredesmissie aflegde en op bezoek ging bij de Russische president Poetin en zijn Chinese collega Xi Jinping. In een reactie daarop besloot de Europese Commissie voorlopig alleen nog ambtenaren te sturen voor overleg in Boedapest. Het voorzitterschap van de EU wisselt iedere zes maanden van lidstaat.

De taak is dan de vergaderingen van vakministers voor te zitten. Hongarije is nu aan de beurt en de Hongaarse regering geldt dus als tijdelijke ‘ceremoniemeester’. Hongaren zitten vergaderingen van comités en werkgroepen voor, dat gebeurt vaak gewoon in Brussel.



Zo nu en dan is er ook politiek overleg in Boedapest, en die sessies ter plekke worden nu door de Europese Commissie geboycot. Ambtenaren nemen dat werk over, zodat de gesprekken wel doorgaan. Zes EU-landen doen hetzelfde en sturen gedurende het Hongaarse EU-voorzitterschap geen ministers meer.

Nederland nam maandagavond een middenpositie in. Op vragen van media over de EU-boycot zei premier Dick Schoof dat zijn kabinet ‘per geval’ bekijkt of het nog naar vergaderingen in Hongarije gaat. ,,Orbán heeft duidelijk gemaakt dat hij niet namens de Europese Unie sprak”, zei Schoof na zijn bezoek aan Luxemburg.

,,Bilateraal kan elk land doen wat het wil.” Coalitiepartij VVD wil juist een hardere boycot. Kamerlid Thom van Campen heeft hierover Kamervragen ing.