
Voor onze jaarlijkse voorbeschouwing brachten we José De Cauwer (75) en Sep Vanmarcke (36) samen, de éminence grise van de Vlaamse wielercommentatoren en de man die vorig jaar veelbelovend debuteerde als analist. Het gesprek leverde interessante tactische inzichten op en opmerkelijke ideeën over de veiligheid van het wielrennen.Wanneer het interview naar zijn einde loopt en het thema veiligheid op tafel ligt, legt Sep Vanmarcke uit hoe de positie van de renners op de fiets de laatste jaren veranderd is.
‘Vanuit de wetenschap en de aerodynamica weten ze nu: ga zoveel mogelijk naar voren zitten, dan is je heuphoek groter en kun je meer vermogen trappen.’ Vervolgens schuift hij zijn stoel aan de kant om voorovergebogen op een denkbeeldige fiets de verschillende houdingen visueel duidelijk te maken.Eén beeld zegt meer dan duizend woorden, maar ook verbaal spat, net als bij zijn gesprekspartner José De Cauwer, de passie voor de koers ervan af.
Al op zijn 23e won Vanmarcke op indrukwekkende wijze de Omloop Het Nieuwsblad. Later stond hij op het podium van de Ronde van Vlaanderen (tweemaal) en Parijs-Roubaix. Het liefst van al was hij nog altijd renner, maar hartritmestoornissen noopten hem in 2023 een punt te zetten achter zijn wielercarrière.
Bij zijn laatste ploeg, Israel-Premier Tech, werd Vanmarcke ploegleider, maar deels ‘omdat het ergens wrong’ dat hij er zelf niet meer tussen reed en deels als gevolg van nieuwe hartproblemen hield hij die job na één seizoen voor bekeken. Tegelijkertijd ontpopte hij zich tot een gewaardeerd analist en cocommentator. De Cauwer-Vanmarcke bleek dan ook de geknipte tandem om vooruit te blikken op het wielerjaar 2025.
Vroeger werd de koers gereden door de ploegen, nu door de kopmannen.José De Cauwer Waar kijken jullie bij de start van het seizoen het meest naar uit?José De Cauwer: Naar meer van hetzelfde. Naar iets anders kun je toch niet uitkijken? We beleven de mooiste periode van de afgelopen veertig, vijftig jaar.
Door de suprematie van een aantal mannen viel de spankracht in de finale vaak weg – akkoord – maar hoe zij aan wielrennen doen is ronduit fantastisch. De manier waarop ze wegrijden, wetende dat die anderen ook getraind hebben..
. Sep Vanmarcke: In mijn tijd werd er geklaagd dat het zolang duurde vooraleer de wedstrijd geopend werd. We zagen maar koers in het laatste uur.
Nu beginnen ze er veel vroeger aan omdat enkelen erboven uitsteken. Daardoor krijg je veel sneller een man-tegen-mangevecht.De Cauwer: Juist.
Vroeger werd de koers gereden door de ploegen, nu door de kopmannen.Kunnen jullie je vinden in de mening van de gemiddelde sportfan? Die blijft wat op zijn honger zitten omdat topwedstrijden zo snel in een beslissende plooi vallen.Vanmarcke: Nee, ik vind dat niet terecht.
Net als José vind ik het fantastisch, want je moet inzien én appreciëren om wat voor kalibers het gaat. Misschien heeft het te maken met het feit dat we zelf gevoeld hebben hoe zwaar het is om zo’n koers te rijden. Wij kijken meer naar de prestatie, terwijl toeschouwers wellicht meer naar het entertainment kijken.
Het grootste kaliber zal dit seizoen te bewonderen zijn in een aantal Vlaamse topklassiekers. Wat verwachten jullie daarvan?De Cauwer: Fysiek is er tegen Tadej Pogacar, net als tegen Mathieu van der Poel, weinig of niets in te brengen. Daarom zullen tegenstanders een heel sterk tactisch plan moeten verzinnen om die mannen te kloppen.
Niet dat ik het verwacht, maar als Pogacar in de Ronde van Vlaanderen zou beslissen om van nóg verder aan te vallen, dan kan hij zelf zijn grootste tegenstander worden. Anders wordt dat Van der Poel. Dat zal de laatste zijn die hem gaat kunnen volgen.
Vanmarcke: Er zal een moment komen waarop Pogacar mentaal wat verzadigd raakt en, al is het maar voor een jaar, de drive niet vindt om tot het gaatje te gaan. Wanneer dat gebeurt, gaan ze hem ook wel een keer verslaan. Ik kan niet geloven dat hij voor de rest van zijn carrière onklopbaar is.
Maar als hij gespaard blijft van pech, wordt het erg moeilijk om Pogacar dit jaar in de Ronde van Vlaanderen te verslaan. Zijn ploeg is zo sterk dat er niemand zal kunnen wegrijden die enigszins een bedreiging vormt. En bij de tweede beklimming van de Oude Kwaremont gaat hij er zelf een lap op geven, zodat er nog maximaal een vijftal renners zijn wiel kunnen houden.
De Cauwer: Ze versmachten de rest, ja, maar ik zie vooral te weinig creativiteit bij de andere renners en ploegen. Er blijven altijd momenten waarop je op z’n minst iets kunt probéren. De jonge, moderne renner heeft het afgeleerd om link te zijn.
Vanmarcke: Dat komt omdat ze nu geselecteerd worden op basis van data, ze bekijken louter de fysieke kwaliteiten. Met de huidige selectiecriteria zou ik geen kopman zijn, misschien zelfs geen profcontract krijgen. Ik moest het meer hebben van mijn kennis en van tactiek.
Ik wist waar ik moest vechten voor mijn plaats en ik besefte dat ik vooraan de kasseien moest opdraaien om krachten te sparen.De Cauwer: Er winnen nog weinig renners een koers die ze niet kunnen winnen. Vroeger had je dat wel, omdat ze de trucs van de foor kenden.
In het wielrennen is het superbelangrijk om gebruik te maken van opportuniteiten en niet in een vast stramien te blijven zitten. Het impulsieve, op de verrassing spelen, dat zien we niet vaak meer. De slimme, lepe coureurs zijn zeldzaam geworden.
Gianni Vermeersch is er zo eentje. Hij heeft mee de Ronde van Vlaanderen bepaald door op het juiste moment mee te springen en Mads Pedersen lam te leggen. Dát is koers voor mij.
Om terug te keren naar Pogacar: een koers die hij nog wil afvinken is Milaan-Sanremo. De vraag is: hoe?Vanmarcke: Zelfs met zijn fysieke überkwaliteiten weet ik niet of hij die koers kan winnen. De Cipressa en de Poggio kun je niet nog sneller oprijden dan ze nu al doen.
De Cauwer: Op de Cipressa moet het voor UAE wel mogelijk zijn om de anderen meer af te matten en de groep meer uit te dunnen dan ze dat afgelopen seizoen deden. Als ze daar één na één de gashendel opendraaien, blijven er misschien vijftien renners over. Heb je er dan nog eentje over om tempo te rijden tot aan de voet van de Poggio, dan kan Pogacar daar misschien wél het verschil maken.
Van Aert die nooit de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix wint: dat zou je op voorhand toch niet gedacht hebben? Maar de kans bestaat en de druk wordt alsmaar groter.’José De Cauwer Parijs-Roubaix staat voorlopig niet op zijn programma. Kan hij volgens jullie ook de helleklassieker winnen?Vanmarcke: Hij heeft zóveel talent.
Als je ziet wat hij deed in de kasseirit in de Ronde van Frankrijk, dan kan hij volgens mij ook Roubaix winnen.De Cauwer: Parijs-Roubaix is niet meer dezelfde koers. Met de huidige banden en fietsen dokker je niet meer over de kasseien, je vliegt erover.
Pogacar stuurt bovendien heel goed. Denk maar aan de afdaling van de Sormano in de Ronde van Lombardije.Vanmarcke: Het is ook niet zo dat hij iedereen eraf moet rijden op de kasseien om Parijs-Roubaix te winnen.
Hij heeft meer talent dan eender wie. Als hij in een koers van zes uur hetzelfde verbruikt als de anderen, kan dat stukje vals plat naar Hem genoeg zijn om het verschil te maken. Of hij kan het zelfs in een sprint afmaken.
Matthew Hayman kon het in theorie nooit halen van Tom Boonen, maar hij deed het wel.De Cauwer: Oei, als Boonen dit leest, slaapt hij twee nachten niet. (lacht) Maar wat Pogacar betreft: niets verrast me nog van die kerel.
Ik vind het geweldig – en dan kom ik terug waar we begonnen zijn – wat hij allemaal doet. Jonas Vingegaard is ook een goeie coureur, maar als je Pogacar daartegenover plaatst..
. Als meervoudig Tourwinnaar zegt hij: ‘De Ronde van Vlaanderen en Gent-Wevelgem vind ik heel mooie wedstrijden, die wil ik ook rijden.’ Hij zal wel te horen krijgen: ‘Past dat wel in je systeem? Heb je erover nagedacht wat dat gaat doen met je lichaam?’ Daar trekt hij zich niets van aan.
Ik vraag me trouwens af of je van dat vele denken van tegenwoordig wel een betere renner wordt.Dat sluit aan bij het mentale aspect. Thijs Zonneveld stelde vorig jaar in dit magazine dat Wout van Aert op dat vlak, of óok op dat vlak, moet onderdoen voor Mathieu van der Poel.
Hoe zien jullie dat?Vanmarcke: Mijn gevoel zegt dat Van der Poel, en ook Pogacar, van nature uit veel rustiger zijn, terwijl Wout van Aert meer stress ervaart. Ik heb ook de indruk dat hij meer leest wat er over hem gezegd wordt. Dat maakt hem misschien wel kwetsbaarder.
De Cauwer: Die valpartijen spelen daar natuurlijk ook een rol in. Hoeveel rek blijft erop zitten? Wanneer zeg je eens foert? Wout blijkbaar niet snel. Op dat vlak is hij dan weer mentaal heel sterk, een echte vechter.
© Getty ImagesWaar plaatsen jullie van Aert in vergelijking met Pogacar en Van der Poel?De Cauwer: Als hij een feilloze voorbereiding heeft en niet valt, ga ik ervan uit dat hij nog altijd bij die twee hoort. Of je dat met volle overtuiging kunt zeggen, is iets anders.Vanmarcke: Van Aert heeft al een aantal fenomenale periodes beleefd die hij weken of zelfs maanden kon doortrekken.
Denk maar aan de Strade Bianche en Milaan-Sanremo die hij won na de covidepidemie of aan zijn knalprestaties tijdens meerdere edities van de Tour.De Cauwer: Maar spreken we nog over dezelfde Wout van Aert?Vanmarcke: In de Vuelta van vorig jaar was hij toch aan het groeien naar een heel hoog niveau. Hij zal volledig top moeten zijn en alles zal in de juiste plooi moeten vallen, maar als dat gebeurt, kan hij volgens mij nog wedijveren met Pogacar en Van der Poel.
Ik verwacht alleszins een sterke Van Aert dit jaar.De Cauwer: Stel je voor dat hij zijn carrière afsluit zonder de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix te winnen. Dat zou je op voorhand toch nooit gedacht hebben? Maar de kans bestaat en de druk zal alsmaar groter worden.
Het verhaal van ‘ik moet just niks’ gaat niet meer op, hé. De kunst is om in het hele verhaal van focus en training ook de nodige rust te bewaren en te ontspannen. Je kunt zo begaan zijn met dat verhaal dat het tegen jou begint te werken.
Je wilt niet weten hoeveel vermogen of capaciteit je verliest als gevolg van de stress. Dat relaxte kunnen blijven behouden ondanks alle prestaties en vooral alles wat daarbij komt kijken, dat alleen al maakt van Tadej Pogacar een fenomeen, nog los van zijn unieke fysieke kwaliteiten. Meer nog, het bepaalt mee dat fysieke.
Dat is ook de manier waarop Mathieu erin staat. Voor jonge renners die pas komen kijken, is dat het allerbelangrijkste dat ze moeten leren: genieten van de koers, hun ding doen en een stop zetten op al de rest.Is dat een les die Arnaud De Lie vorig jaar nog niet geleerd had?De Cauwer: Waarschijnlijk.
Plots kwam alle druk bij Lotto op zijn schouders terecht. Hij kreeg dat gevoel van moeten, moeten, moeten.Vanmarcke: Ik heb het zelf ook ooit ervaren.
Je begint als jongeling te presteren en te denken: ik kan misschien nog meer. Je kameraden zeggen dat, je ploegmaats en je sportbestuurder ook. Vervolgens gaan ook de media daarop in, dan de fans die de media lezen en op den duur vervormt je idee van ‘ik zou dat misschien kunnen’ naar ‘dat móét ik kunnen’.
Nu, bij Arnaud de Lie mag je niet onderschatten welke invloed die bacterie (ziekte van Lyme, nvdr) op hem heeft gehad.De Cauwer: De Lie is als een komeet omhooggeschoten. Dan is het normaal dat hij nog zoekende is.
Zijn ploegleider (Nikolas Maes, nvdr), wiens naam ook gemaakt wordt door de prestaties van De Lie, heeft ook nog niet veel ervaring en gaat logischerwijze mee in die stress. Ze zullen daar samen nog in groeien. © JASPER JACOBSAnderzijds: Maxim Van Gils is weg bij Lotto en door het vertrek van Victor Campenaerts en Florian Vermeersch is ook het middenveld verzwakt.
Zal er niet nog meer druk bij De Lie liggen?De Cauwer: Wat moet hij doen? Mocht ik zijn ploegleider zijn, ik zou het hem wel zeggen: ‘Schuif mee, blijf in het wiel en klop ze aan de meet.’ Als je de koers moet dragen heb je een ploeg nodig, maar De Lie kan ook een koers winnen zonder. Hij mag zich alleszins niet nerveus laten maken, want hij is nog heel jong.
Het beste moet nog komen. Naast de mannen die er nu al staan, is hij de Belg met het grootste potentieel.Vanmarcke: Daar ben ik het mee eens, maar zet Maxim Van Gils aan de start in Harelbeke of zelfs de Ronde van Vlaanderen en hij doet mee voor een dichte ereplaats.
Hij kiest voor de Ardennen, maar het is nog afwachten of dat de juiste keuze is. Bij Red Bull-BORA-hansgrohe hebben ze andere ijzers in het vuur voor de Vlaamse koersen. Oier Lazkano en Laurence Pithie hebben echt wel indruk gemaakt vorig seizoen.
Pithie heeft nog niet dezelfde grote motor als Lazkano, maar je mag niet vergeten dat hij drie jaar jonger is (22 tegenover 25, nvdr). Ook al ging hij over zijn limieten, hij was toch maar mooi mee toen ze doortrokken op de Oude Kwaremont. Hij zat waar hij moest zitten en bewees dat hij de noodzakelijke versnelling in zijn benen heeft.
Er zal een moment komen waarop Pogacar mentaal wat verzadigd raakt en de drive niet vindt om tot het gaatje te gaan. Wanneer dat gebeurt, gaan ze hem wel een keer verslaan.Sep Vanmarcke Ooit was Soudal Quick-Step, of beter gezegd de voorganger van die ploeg, de maat der dingen in het Vlaamse voorjaar.
Hoe zou het aanvoelen voor de anciens dat ze geen enkele rol van betekenis meer spelen in de kasseiklassiekers?Vanmarcke: Iedere Vlaming houdt van het voorjaar. Dus ja, ze gaan het enerzijds jammer vinden, maar anderzijds winnen ze veel met Remco Evenepoel. Een podium in de Ronde van Frankrijk is onbetaalbaar.
De Cauwer: Met het geld waarover die ploeg beschikt, kun je er onmogelijk meer uithalen. Ze hebben bewust gekozen voor een kopman die kan scoren in grote rondes. Om die te ondersteunen heb je coureurs nodig van 60 à 65 kilo.
Dan weet je dat je in de Ronde van Vlaanderen tekortschiet. Over Soudal Quick-Step gesproken, bij die ploeg wil ik het even hebben over Ilan Van Wilder. Een steengoede renner, maar stel dat hij op een dag zegt: ‘Ik word voor honderd procent knecht.
’ Dan kun je niet overschatten hoe belangrijk hij in die rol zal zijn. Hij beschikt niet alleen over klimkwaliteiten, hij rijdt ook nog eens met dezelfde fiets als Remco. De reservefiets van de kopman rijdt met andere woorden mee.
Dat zal Evenepoel een paar keer in zijn carrière redden waar hij anders minuten zou verliezen.Vanmarcke: Op dit moment is Ilan deeltijds kopman, waardoor hij er als knecht niet het volledige potentieel uithaalt. Op termijn gaat hij toch een keuze moeten maken.
Als hij ervoor kiest om kopman te zijn, dan zal hij zeker in staat zijn om koersen uit de tweede lijn te winnen en toptienplaatsen te bemachtigen in de echt grote wedstrijden, maar dan verandert hij best van ploeg.De Cauwer: Een intelligente, goeie knecht is van goudwaarde. Iemand die daar voluit voor kiest en wiens ambitie het niet is om zelf te winnen, maar wel om zich volledig dubbel te plooien zodat een ploegmaat kan winnen, zorgt voor zeer veel rust binnen een ploeg.
Dan heb ik het over een renner die knecht ís, niet over een renner die knecht spéélt.Vanmarcke: Die heb je inderdaad ook. Dat zijn de renners die op Instagram posten: ‘Zelf nog veertiende’.
Het domste wat je kunt doen. Je moet er zelfs niet meer aan twijfelen dat ze vooral aan zichzelf denken, ze maken het publiekelijk bekend.De Cauwer: Een renner die knecht speelt, denkt: hoe kan ik zonder dat het te veel pijn doet naar voren komen.
Een échte knecht eindigt vaak zelfs veel dichter dan een pseudoknecht, want die zit te profiteren waardoor hij meestal niet mee is als de groep in stukken scheurt. Een goede helper die door zijn kopman gewaardeerd wordt, bepaalt niet alleen mee het koersverloop, hij wordt ook nog eens goed betaald.Tot daar een mooi pleidooi voor het knechtwerk.
Thibau Nys heeft vorig seizoen aangetoond dat hij die rol overstijgt. Hoe schatten jullie zijn kwaliteiten in?Vanmarcke: Hij heeft niet dat grote vermogen van Van Aert en Van der Poel, maar er zijn er weinigen die zijn punch kunnen evenaren. Thibau Nys heeft mij al erg verbaasd als wegrenner.
De Cauwer: De tegenstand gaat het wel anders aanpakken: hij hangt er nog aan, we moeten hem eraf krijgen.Vanmarcke: Klopt. En Nys is niet de man die op zijn eentje een gat kan dichtrijden zoals de mannen die ik net opnoemde.
Ze moeten hem naar de finish brengen. Wat doen coureurs tegenwoordig als het slecht weer is? Ze rijden op Zwift. Ze leren niet meer om in de regen te sturen of met een moeilijke ondergrond om te gaan.
’Sep Vanmarcke Tim Merlier gaat dit jaar wellicht samen met Remco Evenepoel naar de Tour. Een goed plan?Vanmarcke: Tim Merlier is ook een grote meneer geworden. En er ligt voor de sprinters in Rijsel meteen een gele trui te rapen.
Qua publiciteit ongelooflijk belangrijk. Ik stuurde hem onlangs nog een bericht: ‘Je weet toch dat je nadien nog naar de Vuelta moet? Die start ook met een vlakke rit.’ ‘Toch geen tweede grote ronde?’, antwoordde hij.
Maar hij moet slechts één dag meerijden, hé! (lacht)De Cauwer: En de eerste dag wint hij meestal. Wel of geen Merlier, dat zal voor Remco weinig verschil maken. Het komt er voor hem op aan om wakker te blijven, want er kan zoveel gebeuren in de koers.
Een onderlinge vete, bijvoorbeeld, waardoor een andere topper fouten maakt of denkt: liever Evenepoel dan die andere. Of situaties die zelfs door Pogacar niet meer te redden zijn. Dan moet je bij de zaak zijn en van die opportuniteit gebruikmaken.
Nog een laatste vraag over Soudal Quick-Step: welke invloed zal het vertrek van Patrick Lefevere hebben?De Cauwer: Niet zoveel, vermoed ik. In de koers zelf nam Lefevere nog nauwelijks of geen beslissingen meer. Jurgen Foré zal meer en meer zijn stempel drukken, maar wat heet stempel drukken? De stempel is gedrukt.
Ze hebben gekozen om een ploeg te bouwen rond een renner die de Tour wil winnen. Met of zonder Lefevere, dat gaat niet veel veranderen. © JASPER JACOBSDe veiligheid van de renners blijft, of is zelfs meer dan ooit, een belangrijk thema.
Er wordt nagedacht over de invoering van airbags voor de renners. Wat vinden jullie daarvan en zijn er andere maatregelen die jullie voorstellen? De Cauwer: Ik ben voorstander van alles wat ook maar een beetje kan helpen om de veiligheid te verhogen. Daar kan niemand iets op tegen hebben.
Als airbags praktisch haalbaar zijn: doen, meteen! Eenvoudiger en onmiddellijk in te voeren – en daar zou ik mee beginnen – is een verplichte minimumbreedte voor koerssturen van 40 of 42 centimeter en niet langer remmen die naar binnen gericht zijn. Die smalle stuurtjes waarmee ze momenteel rondrijden, dat is gekkenwerk.Vanmarcke: Ze hebben de minimumbreedte vastgelegd op 36 centimeter, dat is veel te smal.
Een reglementswijziging is op één dag doorgevoerd, want elke ploeg heeft bredere sturen liggen in de service course. Met airbags denk je niet preventief, niet aan de oorzaak, met bredere sturen wél. Aan mensen die niet met de fiets rijden, leg ik het zo uit: doe een keer push-ups waarbij je je armen breed uit elkaar zet en een keer waarbij je je armen smal zet, dicht bij elkaar dus.
En dan probeer ik je om te duwen. Wanneer zul je het snelst vallen, denk je? Hetzelfde geldt wanneer je in een peloton zit te vechten voor je plaats. Als je met zo’n smal stuurtje een tik krijgt, ben je onmiddellijk je balans kwijt.
© Getty ImagesDe Cauwer: Victor Campenaerts vind ik een prachtige renner, maar laat hem eens met zijn stuurtje met een snelheid van ruim veertig kilometer per uur tussen kegeltjes rijden of een put in het wegdek vermijden: onmogelijk.Vanmarcke: Een andere maatregel die je kunt invoeren is een maximale grootte van de tandwielen, 54×11 bijvoorbeeld. Dat is nog groot genoeg voor de grote vermogens om er hun voordeel uit te halen en koersen mee te winnen.
Ten derde denk ik aan een vorm van weerstand waardoor de snelheid afneemt. Je zou banden kunnen verplichten die ervoor zorgen dat je drie kilometer per uur trager rijdt.De Cauwer: De gevolgen van een val zullen minder erg zijn, maar de val zelf is daarmee nog niet vermeden.
Sorry, maar vallen begint bij de renners. Ze moeten weer beter leren sturen. Sommigen lijken soms niet te weten hoe ze een bocht moeten nemen of wanneer ze moeten remmen.
Vanmarcke: Wat doen coureurs tegenwoordig als het slecht weer is? Ze rijden op Zwift. Ze leren niet meer om in de regen te sturen of met een moeilijke ondergrond om te gaan. Als een renner buitenkomt, is het om in zijn eentje op een berg of langs het water vermogensblokken te trainen.
En dan wil ik toch nog één ding aanhalen wat veiligheid betreft: als automobilist mag je terecht niet meer op je telefoon, maar als wielrenner mag je wel de hele tijd op je gps kijken. Dat houdt geen steek. Renners zitten constant op dat schermpje voor hen te loeren.
Dat leidt enorm af. Mocht ik het voor het zeggen hebben: gps, powermeter, heel die handel weggooien! De Cauwer: Juist. Je bent moe, hebt tranen in je ogen van het zweten en dan zit je constant op dat schermpje vlak voor jou te loeren.
Pijltje links, pijltje rechts, zoveel watt, dat leidt enorm af. Mocht ik het voor het zeggen hebben: gps, powermeter, heel die handel weggooien!Vanmarcke: Akkoord. De koers wordt bovendien interessanter.
Als je die vermogensmeter van de fiets haalt, gaan ze in bergen niet langer louter op basis van data rijden. Je krijgt in de bergen weer renners die er alles aan doen om er blijven aan te hangen, mannen die ontploffen, anderen die te vroeg hun kruit verschieten..
.De Cauwer: Kortom, het echte koersen: meer fouten, meer mogelijkheden. Remco gaat de Tour winnen! Is dat niet mooi om af te sluiten?‘ ‘Wie nu nog iets probeert, wordt naar Siberië gestuurd’De oppermacht die Tadej Pogacar in 2024 toonde, zorgde niet alleen voor bewondering maar ook voor scepsis.
‘Zoiets heb je altijd bij iemand die erboven uitsteekt’, weet José De Cauwer. ‘In 2023 zag je net hetzelfde met Jumbo-Visma dat het seizoen domineerde. Was dat Astana geweest, dan had je nog veel meer kritiek gehoord en gelezen.
’Dat enkele mensen van het management van UAE Team Emirates in het verleden geen heilige boontjes waren, is geen argument voor extra verdachtmaking, vindt Sep Vanmarcke: ‘Dan moet je de helft van het peloton eruit gooien. Het wielrennen beleefde een positieve evolutie en die mensen zijn mee geëvolueerd. Mocht ik in een periode gekoerst hebben waarin de overgrote meerderheid naar verboden middelen greep, dan kan ik niet op papier zetten dat ik me daar ook niet aan bezondigd zou hebben.
Nu kan ik met de hand op het hart zeggen dat ik nooit doping nam, maar wat als je in zo’n structuur zit? Daarom vind ik dat je die mensen niet levenslang moet straffen gewoon omdat ze uit een ander tijdperk komen.’‘Als er iemand slimmer is dan de rest, dan zal het al zeker niet de manager zijn, maar eerder een dokter of een professor’, vult De Cauwer aan. ‘Het is te zeggen, “slimmer”? Vroeger kon je nog doorgaan voor een slimme, maar als je nu iets vanuit een ploeg organiseert, word je afgeslacht.
Hetzelfde voor een individuele renner trouwens. Als je nu nog iets probeert, is je carrière voorbij en word je naar Siberië gestuurd.’The post José De Cauwer en Sep Vanmarcke: ‘Er winnen nog weinig renners een koers die ze niet kunnen winnen’ appeared first on Knack.
.