Afgelopen vrijdagavond kort voor elf uur loopt de ervaren middenvelder Jill Roord stralend en giechelend de ruimte binnen waar een handjevol journalisten klaar staat voor interviews. Roord schuift een ploeggenoot voor zich uit, die wat minder zelfverzekerd uit haar ogen kijkt. Met gemak heeft het Nederlandse vrouwenelftal zojuist de oefeninterland tegen Indonesië gewonnen, met de hoogste score ooit: 15-0.
Iedereen is euforisch en blij in De Lange Vijverberg, het stadion van De Graafschap. Maar de nieuwe teamgenoot die Roord mee naar het perszaaltje neemt, oogt nog wat gespannen. „Kom nou maar”, zegt Roord tegen Ilse van de Zanden, „we moeten langs dit koordje en dan moet je gewoon wat vragen beantwoorden.
” Van der Zanden is met haar 29 jaar twee jaar ouder dan Roord, maar als topvoetballer aanzienlijk minder ervaren. Roord, net terug van een zware knieblessure, speelde dinsdagavond in de met 2-1 gewonnen oefenwedstrijd uit tegen Denemarken, haar honderdste interland. Van der Zanden maakte vrijdag in Doetinchem haar debuut.
Ze is pas sinds een paar jaar actief op het hoogste niveau, als verdediger bij FC Utrecht. Bondscoach Andries Jonker haalde haar bij de selectie en gaf haar vrijdag een half uur speeltijd. Het is heel fijn, vertelt Van der Zanden, na haar eerste wedstrijd voor Oranje, dat „de ervaren speelsters je mee op sleeptouw nemen.
Je kunt bij ze terecht, ze kijken naar je om.” De entree van Van der Zanden in het Nederlandse elftal past in de nieuwe missie waar bondscoach Jonker voor staat: de Oranjevrouwen klaarstomen voor het EK voetbal volgend jaar in Zwitserland. Hij zegt daarbij te streven naar een „kansrijk elftal”, dat mee moet kunnen spelen om de titel.
Daarvoor zal Jonker de selectie willen of zelfs móeten veranderen. Sinds de 62-jarige Jonker ruim twee jaar geleden werd aangesteld hield hij grotendeels vast aan de gouden generatie van voetbalsters die in 2017 in eigen land Europees kampioen werden. Een aantal van hen is inmiddels afgezwaaid, zoals Lieke Martens en Stefanie van der Gragt.
Sommigen zijn (vaak) geblesseerd: topscorer Vivianne Miedema. En over andere coryfeeën – onder wie aanvoerster Sherida Spitse – klinkt bij critici nog wel eens de vraag: halen zij het topniveau nog wel? De magere resultaten eerder dit jaar hebben de kritiek op het aanvankelijke selectiebeleid van bondscoach Jonker versterkt. Na nederlagen tegen Duitsland en Spanje in de Nations League plaatste Oranje zich niet voor de Olympische Spelen in Parijs.
En de kwalificatie voor het EK verliep moeizaam, met twee gelijke spelen tegen Noorwegen en Italië. Met name de verdediging, geleid door Spitse, kende vaak zwakke momenten. Bij deze eerste oefencampagne in het nieuwe seizoen – met een lang trainingskamp en twee vriendschappelijke wedstrijden – lijkt Jonker nu ook zelf in te zien dat hij met nieuwe speelsters aan zijn ideale selectie voor het EK moet gaan werken.
Hij riep liefst zeven debutanten op. Vier van hen maakten hun eerste speelminuten in de wedstrijd tegen Indonesië – met glansrollen voor de 21-jarige Nina Nijstad en de 19-jarige Lotte Keukelaar, die beiden tweemaal scoorden. Dinsdagavond tegen Denemarken stond de pas 18-jarige Veerle Buurman in de basis.
Kort voor de wedstrijd in Esbjerg stelde Jonker in een voorgesprek bij ESPN tevreden vast dat hij voor de twee oefenwedstrijden steeds twee goede elftallen kon opstellen en „gelukkig ook nog een goed elftal thuis op de bank heeft zitten”. Los van de geblesseerde spits Miedema kreeg een aantal vaste basisspelers van Oranje een paar dagen rust voorgeschreven, onder wie Kerstin Casparij en Lineth Beerensteyn. Hoewel dus nog wat onwennig voor de (internationale) pers waren de debutanten de afgelopen dagen dolenthousiast over de nieuwe wending in hun carrière.
In Doetinchem zaten veel familieleden en vrienden op de tribune, ervaren teamgenoten en de bondscoach waren lovend over hun eerste optreden in het Oranjeshirt. De nieuwelingen zelf hopen dat ze volgend jaar mee mogen naar Zwitserland. Ilse van de Zanden: „Mijn persoonlijke doelstelling is om vanaf nu bij de groep te blijven en mee te gaan naar het EK.
” Dat geldt ook voor Lotte Keukelaar, die vertelde nog nooit in Zwitserland te zijn geweest. De nieuwelingen deden in elk geval allemaal wat Jonker van hen had gevraagd: gedurfd, brutaal, afwisselend en vooral aanvallend voetbal spelen. Negentig minuten lang „in hoog tempo” blijven spelen, „gretig” zijn en voortdurend op zoek gaan naar goals, zei hij tegen de speelsters.
„Ze hebben laten zien wat ik ervan had gehoopt”, zei Jonker. Dat Indonesië, de nummer 104 op de wereldranglijst, geen noemenswaardige tegenstander is, wuifde de bondscoach weg. Ook tegen mindere ploegen, legde hij uit, is het lastig spelen en dus nuttig oefenen.
„Ik was bang voor een ziekenhuiswedstrijd waarin wij het spel niet konden maken, maar gelukkig konden wij steeds goed het tempo erin houden.” Dinsdagavond was de opponent een klasse beter: Denemarken staat twaalfde op de FIFA-ranglijst, één plekje lager dan Nederland. Ook in die wedstrijd maakte Oranje indruk, met opnieuw dus speelminuten voor nieuwe talenten; Keukelaar en Van der Zanden vielen in de tweede helft in.
Vooral in de eerste helft zette het Nederlandse elftal voortdurend druk op de Denen en wist het met strakke assists twee prachtige doelpunten te maken. In de tweede helft was Denemarken sterker, de ploeg dook vaker op voor het doel van keepster Daphne van Domselaar. Kort voor het einde was het eveneens een debutante bij de Denen die een tegentreffer wist te maken.
In de slotminuten wist Nederland de nipte voorsprong niettemin succesvol vast te houden. Zo was de eerste oefenreeks voor het langzaam maar zeker vernieuwende team van Andries Jonker vooral goed om aan het zelfvertrouwen en de teambuilding te werken; flitsend voetbal, veel doelpunten en een trits aan debutanten die door de meer ervaren ploeggenoten goed werden opgenomen. Over een maand staat de volgende oefenweek op het programma, met opnieuw twee oefenwedstrijden tegen op papier sterke tegenstanders: China en de Verenigde Staten.
.
Bovenkant
Jonker bouwt met nieuwelingen aan ideale EK-selectie
Nederland won dinsdagavond met 2-1 een oefenwedstrijd van Denemarken, na vrijdag een monsterzege op Indonesië te hebben behaald: 15-0. Jonge speelsters deden wat van hen gevraagd werd: gedurfd en aanvallend voetballen.