Bij de volgende zin zal ik demonstreren hoe je met slechts een woord het grootste deel van je lezers kwijtraakt. Het is Wereld Veganismedag. Althans, wanneer u dit op 1 november leest.
Geen woord kan op zoveel aversie rekenen als het V-woord en dat terwijl de meeste mensen niet eens weten wat veganisme betekent. Een dieet, denken sommigen. Een religie, denken anderen.
Iets wat we met wortel en tak moeten uitroeien, denkt mijn BBB-stemmende buurman. Ik was al zeker drie jaar veganist voor ik de definitie ervan las. Die stamde uit 1951.
Leslie Cross, vicepresident van de Vegan Society, definieerde veganisme als: “de doctrine dat de mens zou moeten leven zonder andere dieren uit te buiten”. Die definitie presenteerde hij in een wereld waarin het wel uitbuiten van dieren zo vanzelfsprekend was, dat het niet eens een naam had. De term daarvoor werd pas in 2001 geleverd door sociaal psycholoog Melanie Joy.
Carnisme noemde zij de overheersende ideologie die met behulp van de drie ennen het uitbuiten van dieren voor menselijk gewin goedpraat: het zou Natuurlijk, Normaal en Noodzakelijk zijn. Diezelfde ennen zijn in de loop van de geschiedenis vaker gebruikt. Lijfstraffen op scholen, vrouwen onderdrukken, slavernij, het is allemaal natuurlijk, normaal en noodzakelijk bevonden tot we inzagen dat het geschifte gruwelijke gewoontes waren die moesten worden afgeschaft.
Per cultuur dicteren de regels van carnisme welke dieren nooit mogen worden gegeten en welke wel. De meeste dieren mogen, curieus genoeg, meestal niet worden gegeten. Een kleine selectie wel.
In Nederland worden we van kleins af aan gevoelloos gemaakt voor het leed van kippen, varkens, koeien en vissen. Het is Normaal, Natuurlijk en Noodzakelijk hen te eten. Poezen, cavia’s, roodborstjes en honden eet je niet.
Je bent misschien carnist, maar niet geschift. Als ze mij toen ik een kind was hadden verteld dat de mogelijkheid bestond te kiezen tussen carnisme of veganisme had ik, net als de meeste kinderen, veganisme gekozen. Helaas wijst niemand je op die keuzemogelijkheid.
Ouders niet, leraren niet, niemand. Daarbij verzwijgen ze dat je wordt gesocialiseerd naar regels van de ideologie die het tegenovergestelde dicteert: de mens mag andere dieren naar believen uitbuiten. We worden belogen, gemanipuleerd en tot uitbuiters opgevoed.
Als iets je door de strot wordt geduwd is het wel carnisme. Voor veganisme kun je pas kiezen als je oud genoeg bent om definities te lezen. Misschien dat het woord daarom zoveel wrevel opwekt, omdat het ons laat weten dat we het carnisme in gepiepeld zijn.
Wereld Veganismedag is een dag om stil te staan bij al die kleine vegans die we waren toen we dachten dat we nooit een dier zouden uitbuiten. Het is een dag om al die jong vermoorde veganistjes te herdenken.
Bovenkant
Jong vermoorde veganistjes
Bij de volgende zin zal ik demonstreren hoe je met slechts een woord het grootste deel van je lezers kwijtraakt. Het is Wereld Veganismedag. Geen woord kan op zoveel aversie rekenen als het V-woord en dat terwijl de meeste mensen niet eens weten wat veganisme betekent.