
"Zijn column in Humo was niet alleen schandalig en antisemitisch, maar heeft ook diepe wonden geslagen in de Joodse gemeenschap", reageert het JID. "Dat een rechtbank dit laat passeren onder het mom van 'schrijfstijl' en vrije meningsuiting roept ernstige vragen op over de rechtsstaat en de bescherming van minderheden in België." De organisatie beraadt zich op verdere juridische stappen.
In zijn column schreef Herman onder meer: 'Ik zie een beeld van een huilend en schreeuwend Palestijns jongetje dat helemaal buiten zinnen om z'n onder het puin liggende moeder roept, en ik beeld me in dat dat jongetje m'n eigen zoontje Roman is, en de moeder m'n eigen vriendin Lena, en ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen.' Artistieke vrijheid De rechter benadrukte bij de vrijspraak het belang van de artistieke vrijheid van een auteur. "Dit is geen kwestie van persvrijheid, maar van verantwoordelijkheid", reageert het JID.
"Als gerecht en maatschappij deze verantwoordelijkheid niet nemen, wordt het antisemitisme in België verder aangewakkerd - met alle gevolgen van dien." Herman liet eerder aan persbureau Belga weten dat hij opgelucht was over de uitspraak. Hij let in de toekomst meer op wat hij schrijft.
"Mogelijk pas ik me aan, mogelijk ook niet.".