Je kunt de choreografieën van Tao Ye zien als viering van verschillen, maar ze zijn ook gewoon erg mooi

Zijn ‘13 & 14’ van de Chinese choreograaf Tao Ye verhulde politieke statements of is het puur abstracte dans? Het zou allebei kunnen.

featured-image

Tot elkaar veroordeeld zijn of werkelijk als gemeenschap verbonden zijn: het zijn twee beelden die oprijzen uit 13 & 14 van de Chinese choreograaf Tao Ye. Tenminste, dat is één manier om de twee choreografieën te bekijken. 13 & 14 , onderdeel van de zogenoemde ‘numerical series’ – Ye geeft nummers in plaats van titels aan zijn werk – zijn puur en abstract, maar zetten het associatieve brein volop aan het werk.

In 13 zijn de dertien dansers uitgedost in ruime kostuums van grillig aan elkaar genaaide lappen en jaspanden, alsof elk beschikbaar stukje stof is gebruikt ter bescherming tegen barre omstandigheden. De dansers bewegen met voortdurend neergeslagen blik als groepje, dicht bij elkaar op een kluitje. Begeleid door repetitieve pianoklanken verzetten en krullen ze hun voeten secuur, en verplaatsen langzaam in cirkelende patronen over de vloer.



Hun lichamen beschrijven cirkels in de ruimte, met het hoofd, de tors, benen, schouders, armen. Volgens het door in Tao Ye ontwikkelde ‘Circular Movement System’ is elk lichaamsdeel in staat als een pen bogen en cirkels te beschrijven. Al snel wordt de perfecte synchroniciteit onderbroken door vallende of opspringende dansers die, opgevangen door een ander, eerst alleen, dan samen heel even een afwijking van het geheel creëren maar er al snel weer in verdwijnen of, als obstakel, achteloos uit de weg worden geschopt of aan een voet weggesleept om weer overeind gezet te worden.

Eenheid tegen wil en dank? Gaat 13 over onderdrukking in het China van Xi? Zou kunnen, maar het hoeft niet. Het zou ook kunnen dat de beklemmende choreografie de harde weg naar perfectionering van het Circular Movement System verbeeldt. Het resultaat van dat proces is te zien in 14 , waarin veertien fantastische dansers de totale beheersing van de techniek demonstreren.

Het stuk is lichter van toon, niet alleen door de kleurige kostuums, maar ook door het enorme bereik van de bewegingen. Ook in volle vaart, extreme gewichtsverplaatsing en dynamiek blijven de dansers spatgelijk, om soms op slag in een pose te bevriezen. Kortstondig ontstaat zo een beeld van mediterende monniken.

Even plots springen ze weer, als één lichaam, in actie om een eindeloze reeks bogen, cirkels, ellipsen en lemniscaten in de ruimte te beschrijven. De techniek is veroverd, perfecte eenheid bereikt. Een ideale gemeenschap zelfs, want door eenheid in verscheidenheid; door de kleuren van hun kostuums is de groep dansers te zien als een menselijke regenboog, symbool voor de acceptatie en viering van verschillen.

Tenminste, zo politiek kan je het zien. Maar het hoeft niet. Het is ook gewoon erg mooi.

.