Je bent arm als je van minder dan 1510 euro per maand moet rondkomen

Een alleenstaande die minder dan 1510 euro per maand binnenkrijgt aan loon of uitkering, leeft onder de nieuwe armoedegrens die door CBS, SCP en het Nibud is bepaald. Ze stellen dat je dat bedrag minimaal nodig hebt om volwaardig te kunnen meedoen aan de samenleving.

featured-image

Zo'n grens is vooral van belang om beleid mee te kunnen maken. Het aantal mensen dat leeft onder de armoedegrens, is in de afgelopen jaren gedaald tot 540.000 vorig jaar.

Dat is 3,1 procent van de totale bevolking. In 2018 leefden twee keer zo veel mensen onder de armoedegrens. Het aantal kinderen dat in armoede opgroeide, daalde in 2023 ook, blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS ).



Er zijn verschillende redenen voor de daling, vertelt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het statistiekbureau. "Een belangrijke daarvan is de energietoeslag voor mensen met lage inkomens." En het ging ook op de arbeidsmarkt heel veel beter, vertelt hij.

De lonen gingen omhoog en er gingen meer mensen aan het werk. "En dat heeft allemaal geholpen om het aantal mensen in armoede tot het laagste punt ooit te krijgen", aldus Van Mulligen. Kortom: de cijfers zijn erg positief.

Op twee ontwikkelingen na. De mensen die nog wel onder de armoedegrens vallen, zitten er verder vanaf dan in 2018. Ze komen door de bank genomen 16 procent tekort, waar dat in 2018 nog 'maar' 10 procent was.

"We zien ook dat 1,2 miljoen mensen financieel kwetsbaar zijn. Dus die zitten er (de armoedegrens, red.) net een stukje boven", waakt Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud, voor te veel optimisme.

En de tweede ontwikkeling is dat de groep armen van samenstelling is veranderd. Er zitten relatief meer werkenden tussen dan mensen die in de bijstand zitten. "Blijkbaar zijn er nog steeds heel veel mensen die wel werken, maar te weinig uren om goed van rond te komen", geeft Van Mulligen als verklaring.

Werkenden kunnen niet altijd op de voorzieningen of toeslagen rekenen die er wel voor mensen in de bijstand zijn, vult Vliegenthart aan. "Dat is bijzonder schrijnend denk ik. Want je doet je best, je bent aan de slag.

En toch is het inkomen niet voldoende om alle noodzakelijke uitgaven te kunnen betalen. Ik kan me voorstellen dat dat heel onrechtvaardig voelt." In de nieuwe methode telt vermogen ook mee.

Als je meer spaargeld hebt dan het jaarinkomen dat bij de armoedegrens hoort, ben je niet arm, zeggen CBS, SCP en Nibud. Bij een alleenstaande zou het in 2023 dan gaan om 18.145 euro vermogen.

En ook een paar met twee jonge kinderen is niet arm als zij 30.405 euro aan spaargeld hebben. "Het idee hiervan is inderdaad dat als je over aardig wat vermogen beschikt dat je wel een tijdje uit kunt zingen op dat vermogen zonder dat je direct tot de bedelstaf veroordeeld bent", legt Van Mulligen uit.

Voor een stel met jonge kinderen ligt de armoedegrens op 2.535 euro per maand. Voor een eenoudergezin met twee pubers ligt die op 2.

500 euro, voor een gezin met twee ouders en twee pubers op 2.910 euro. In de nieuwe methode telt je vermogen alleen mee als je het snel kunt opnemen en uitgeven.

Je huis telt daarom niet mee, in tegenstelling tot de normale vermogensberekeningen van het CBS. Een extra reden die de instanties voor de uitzondering geven, is dat het cashen van je overwaarde niet makkelijk is als je met je inkomen onder de armoedegrens zit. De nieuwe methode is ontwikkeld door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), budgetvoorlichtingorganisatie Nibud en het CBS.

Tot nu toe werden vijf verschillende methodes gebruikt om te bepalen of iemand in armoede leeft of niet. Dat leidde tot onduidelijkheid. Met de nieuwe methode van de drie instanties moet daar nu een eind aan komen.

Bij het bepalen van de armoedegrens is niet alleen rekening gehouden met je woon- en energiekosten, boodschappen en verzekeringen. Ook geld voor internet, je telefoon en een (sport)vereniging zijn meegerekend. Net als af en toe een uitje of een weekje vakantie.

Het gaat erom dat er genoeg geld is om 'volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving'. Voor een alleenstaande was hier vorig jaar dus 1.510 euro per maand voor nodig, blijkt uit het onderzoek.

.