ANALYSE – De bestuursleden van de Japanse centrale bank komen volgende week bij elkaar om over de beleidsrente te vergaderen. Enkele maanden geleden zouden financiële markten hebben toegeleefd na die vergadering. In de eerste drie handelsdagen van augustus ging de Nikkei 225-beursindex bijvoorbeeld nog binnen drie handelsdagen met 20 procent onderuit, nadat de Bank of Japan (BoJ) de beleidsrente verhoogde.
Bovendien zinspeelde de bank op een verdere rentestijging in de toekomst. Een hogere rente maakt het voor bedrijven duurder om geld te lenen. Bovendien vormt het een rugwind voor de yen.
Bij een hogere rente wordt het weer wat aantrekkelijker om vermogen in de Japanse munt aan te houden. De yen is extra gevoelig voor rentebewegingen. Dat heeft mede te maken met het feit dat sommige beleggers de afgelopen jaren gebruik maakten van de zeer lage rente door goedkoop te lenen in Japan, om het geleende geld vervolgens tegen een hoger rendement in andere landen te investeren.
Als de centrale bank van Japan de beleidsrente verhoogt, werkt dat spelletje minder goed. Japanse verkiezingen Afgelopen zomer was er dan ook een grote vraag naar de yen door partijen die beleggingen buiten Japan verkochten om leningen in Japan terug te betalen. Door het terugdraaien van de zogenoemde 'carry trade' spoot de Japanse munt omhoog en dat was slecht nieuws voor Japanse exportbedrijven.
Dit speelde ook een grote rol bij koersdaling op de Japanse beurs. Het goede nieuws is dat een dergelijke koersklap voorlopig niet aan de orde lijkt te komen. Aanstaande zondag zijn er namelijk ook verkiezingen in Japan.
De grote vraag is of het de Liberaal Democratische Partij (LPD) lukt om aan de macht te blijven. Eerder dit jaar leed de LPD al een pijnlijke nederlaag bij lokale verkiezingen. De partij heeft flink aan populariteit ingeboekt sinds een grote corruptiezaak aan het licht kwam.
Met medewerking van het partijbestuur staken prominente politici een deel van de kaartverkoopinkomsten voor partijmanifestaties in eigen zak. Een aantal parlementsleden is al aangeklaagd en voor premier Fumio Kashida was het schandaal in augustus aanleiding om zich niet herkiesbaar te stellen. De nieuwe leider van de LPD werd Shigeru Ishiba en die besloot al snel nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
Woelige tijd voor de yen Volgens peilingen gaat het de LPD net niet lukken om een meerderheid in het Lagerhuis te halen. Momenteel bezet de partij nog 256 van de 465 zetels. Na een nederlaag belandt de LPD echter niet automatisch in de oppositiebanken.
De kans is namelijk heel groot dat samen met de sociaal conservatieve Kōmeitō-partij of een andere mogelijke coalitiepartner wel meer dan de helft van de zetels wordt veroverd. De gemene deler van veel van die samenwerkingspartners is dat ze streven naar een lage beleidsrente. Na een schijnbeweging lijkt ook LPD-leider Ishiba daarop in te zetten.
Omdat hij zich had uitgesproken voor een normalisatie van het monetaire beleid, kreeg de yen een duwtje in de rug toen Ishida de race om het premierschap won. Maar begin oktober vertelde hij doodleuk dat de Japanse economie nog niet klaar is voor een hogere rente. Anderhalve week geleden benadrukte Ishida juist weer dat het rentebeleid een zaak van de Bank of Japan.
Voorlopig kunnen valutahandelaren weinig anders doen dan afwachten hoe de verkiezingen uitpakken en de vergaderingsnotulen van de centrale bank scherp nalezen. Het is moeilijk voor te stellen dat de bank wat betreft de rente niet een pas op de plaats maakt. Aan de andere kan hebben hedgefondsen al positie gekozen voor een sterkere yen.
Voorlopig gaat de Japanse munt in elk scenario een woelige tijd tegemoet..
Bedrijf
Japanse yen gaat woelige tijd tegemoet: onzekerheid over rentebeleid en invloed van verkiezingen
Japan zorgde afgelopen zomer voor een minicrisis op financiële banken toen de centrale bank de rente verhoogde.