Internationale nieuwsmedia gaan in zee met AI-bedrijven – ondanks grote risico’s

Een groeiend aantal internationale media stelt zijn journalistiek ter beschikking aan AI-bedrijven. Het risico dat ze daarmee een potentiële concurrent opkweken nemen ze voor lief.

featured-image

Steeds meer nieuwsbedrijven hakken de knoop door. Na soms lang geaarzeld te hebben, stellen ze hun artikelen – tegen betaling – ter beschikking aan de makers van kunstmatige intelligentie (AI). Afgelopen week waren het de Britse krant The Guardian en het grote Scandinavische mediabedrijf Schipsted die daar contracten voor sloten met het Amerikaanse OpenAI, maker van de populaire chatbot ChatGPT.

Bij de bekendmaking van zulke deals wordt de samenwerking steevast zonnig voorgesteld. Zowel The Guardian als Schipsted spreekt van „een strategisch partnerschap”. Het is een kans, zeggen ze, om hun kwaliteitsjournalistiek een bredere verspreiding te geven.



Bovendien krijgen ze zelf de beschikking over ‘nieuwe innovatieve producten’ van OpenAI. Dat er voor de nieuwsbedrijven ook aanzienlijke risico’s aan zulke afspraken kleven, blijft bij voorkeur ongenoemd. Eén van die risico’s is dat de nieuwsbedrijven de AI-makers helpen om zich tot geduchte concurrenten te ontwikkelen.

Want als chatbots getraind en regelmatig gevoed worden met artikelen van kranten en andere nieuwsorganisaties, dan kunnen zij voor gebruikers een aantrekkelijk, goedkoop of zelfs gratis alternatief worden voor nieuwssites of een abonnement op een krant. De chatbots zouden de traditionele nieuwsorganisaties op den duur zelfs kunnen verdringen. Een ander risico is dat de chatbot journalistieke informatie verkeerd weergeeft, wat wel ‘hallucineren’ wordt genoemd.

Daarmee wordt niet alleen de gebruiker op het verkeerde been gezet. Ook de betrouwbaarheid van het oorspronkelijke nieuwsmedium, als dat als bron wordt genoemd, wordt hierdoor geschaad. Uit recent onderzoek van de BBC naar ChatGPT, Copilot (van Microsoft), Gemini (Google) and Perplexity AI bleek dat de chatbots bij het samenvatten van BBC-berichten in 19 procent van de gevallen feitelijke onjuistheden introduceerden.

Toch zetten eerder onder meer de Financial Times , Le Monde , Time en de Duitse uitgever Axel Springer zich over zulke bezwaren heen om een deal met OpenAI te kunnen sluiten, net als het Spaanse Prisa (van onder meer El País ), NewsCorp, het Amerikaanse tijdschriftenconcern Condé Nast, persbureau AP, en The Atlantic . Microsoft, Google, Meta en het Franse Mistral hebben ook nieuwsbedrijven aan zich weten te binden. In sommige gevallen krijgt de AI-maker alleen toegang tot het archief van het nieuwsbedrijf, om daarmee zijn taalmodellen te trainen.

Maar in andere gevallen krijgen ze ook ‘live’ toegang tot net gepubliceerde nieuwsartikelen, waarmee ze hun gebruikers van actuele ontwikkelingen op de hoogte kunnen houden. De mediabedrijven die hun zogenoemde ‘content’ ter beschikking stellen aan de AI-makers, zien daarin niet alleen een welkome, extra inkomstenbron ( uiteenlopend van 1 tot 5 miljoen dollar per jaar voor alleen het trainen van AI, tot tientallen of zelfs honderden miljoenen voor langer lopende contracten met grote concerns). De nieuwsbedrijven beschouwen de deals met AI-bedrijven ook als een correctie van een in hun ogen onrechtvaardige situatie, waardoor ze de afgelopen jaren veel geld zouden zijn misgelopen.

Zonder daarvoor toestemming te vragen, laat staan te betalen, hebben AI-bedrijven de taalmodellen die de basis voor hun chatbots vormen jarenlang getraind met teksten die ze van het internet schraapten (‘scraping’), ook auteursrechtelijk beschermde artikelen van nieuwsorganisaties. Voor The New York Times was dat reden om een rechtszaak tegen OpenAI te beginnen, wegens inbreuk op het intellectuele eigendom van de krant. Een aantal andere media (waaronder een groep Indiase en een groep Canadese media) heeft ook gekozen voor de tijdrovende (en kostbare) weg van de juridische confrontatie met AI-bedrijven.

Nederlandse nieuwsmedia hebben nog niet besloten of, en zo ja hoe, ze hun journalistiek zullen openstellen voor AI-bedrijven. NDP Nieuwsmedia (de brancheorganisatie van uitgevers van kranten, opiniebladen, nieuwssites en ook RTL Nieuws en BNR) volgt de deals die AI-partijen met uitgevers sluiten naar eigen zeggen nauwgezet. Maar „met de huidige stand van de techniek vinden we het integreren van nieuwscontent in AI- engines – met of zonder deal – bijzonder problematisch”, zegt directeur Herman Wolswinkel.

„Vooral omdat we zien dat AI-engines nieuwsgebeurtenissen vaak onjuist weergeven. Wat doet dat met het vertrouwen van het publiek in de nieuwsvoorziening?” Ook het feit dat vooral grote nieuwsbedrijven profiteren van afspraken met AI-bedrijven, en de kleinere uitgevers het nakijken hebben, vindt Wolswinkel zorgwekkend. „Dat kan op termijn vergaande consequenties hebben voor de pluriformiteit van de nieuwsvoorziening, zeker als AI-partijen de concurrentie op de nieuwsmarkt aangaan.

” Toch wil dat niet zeggen dat de Nederlandse uitgevers de deur voor AI-bedrijven dichthouden. Als ze een deal sluiten, dan bij voorkeur gezamenlijk. The Guardian en Schipsted hebben in hun taalgebieden op eigen houtje een contract met OpenAI gesloten, waardoor de AI-bedrijven andere nieuwsmedia in die taalgebieden eigenlijk niet meer nodig hebben.

„In Nederland houden nieuwsuitgevers het front gesloten”, zegt Wolswinkel. „Over gezamenlijk licenseren is met ons zeker te praten, maar alleen als het gepaard gaat met voorwaarden die de journalistiek beschermen. Maar ook een rechtsgang sluiten we zeker niet uit.

Feit is helaas dat tot op de dag van vandaag het vakwerk van journalisten illegaal van nieuwssites wordt gescrapet .” Ondertussen verkennen nieuwsorganisaties ook hoe ze kunstmatige intelligentie in hun eigen organisaties kunnen gebruiken. Deze week werd bekend dat The New York Times voor intern gebruik een eigen AI-model heeft ontwikkeld, genaamd Echo.

De redactie zal een training krijgen in het gebruik van AI (bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van ideeën en het maken van effectieve koppen). De krant zal kunstmatige intelligentie ook vaker gaan inzetten bij de ontwikkeling van nieuwe producten, zoals het toegankelijk maken van de eigen journalistiek in diverse talen..