In ‘The Almighty Sometimes’ imponeert vooral de intens liefdevol vormgegeven moederrol door Maartje Remmers

‘The Almighty Sometimes’, een stuk geschreven door de Australische shooting star Kendall Feaver, laat zien waar je zoal tegenaan kunt lopen als je iemand in geestelijke nood probeert te helpen.

featured-image

De jaloezieën zijn dichtgetrokken in het huis waar Anna en haar moeder wonen – en in Anna’s hoofd. Het toneelbeeld is kil, wit, onpersoonlijk. Anna (gespeeld door de actrice Selin Akkulak) is een achttien-jarig meisje, dat op haar elfde werd gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis.

De medicatie die haar psychiater (een gereserveerde Renée Soutendijk) haar voorschrijft, voorkomt psychoses, maar Anna is zich de laatste tijd gaan afvragen of ze er niet ook iets door is kwijtgeraakt. Als achtjarig kind schreef ze verhalen, we krijgen er een paar voorgelezen, en die waren nogal duister, surrealistisch, lichtelijk luguber, maar bijzonder goed geschreven, zeker voor een kind van die leeftijd. Haar psychiater en haar moeder bevestigen dat schrijftalent maar zuinigjes, huiverig als ze zijn voor Anna’s gevoelens van zelfoverschatting, die horen bij de ziekte.



Hoe dan ook, schrijven lukt tegenwoordig niet meer. Anna krijgt niks meer op papier. Wellicht, denk ze, komt haar creatieve gave weer tot leven als ze zou stoppen met de pillen.

In westerse landen groeit het aantal kinderen en jongeren met mentale problemen de laatste jaren in een zorgwekkend tempo. Dat maakt de vraag hoe om te gaan met jonge mensen in geestelijke nood tot een urgente. The Almighty Sometimes, een stuk geschreven door de Australische shooting star Kendall Feaver, laat zien waar je zoal tegenaan kunt lopen als je iemand in geestelijke nood probeert te helpen.

Het verband tussen Anna’s schrijftalent en de medicatie is een van de rode draden in The Almighty Sometimes. Maar er zijn er meer. Een andere hoofdlijn is de afgemeten mededeling van Anna’s psychiater dat ze Anna niet meer kan behandelen, omdat ze de achttien is gepasseerd; ze zal haar doorverwijzen.

Als je al vanaf je elfde op iemand leunt, moet dat een nogal schokkend bericht zijn, zeker als je het niet eerder aangekondigd hebt gekregen. Weer een andere hoofdlijn is de vraag of Anna überhaupt een bipolaire stoornis heeft. Ze verloor als klein kind haar vader, op zich reden genoeg voor donkere gedachten.

Als je vanaf je elfde antipsychotica slikt, zegt de psychiater, zou het kunnen dat het brein zich daarop aanpast. Het zou dus theoretisch kunnen dat er sprake was van een misdiagnose, maar dat ze desondanks voor de rest van haar leven aan de medicatie vast zit, omdat het ermee stoppen psychoses kan veroorzaken. En dan is er nog de alleenstaande moeder, Sabine, een prachtige rol van Maartje Remmers, die op allerlei manieren dichter in de buurt van haar dochter probeert te komen, maar voortdurend door haar afgestoten wordt.

Sabine was er verantwoordelijk voor dat de elfjarige Anna met de geestelijke gezondheidszorg in aanraking kwam. Hier komt de titel vandaan: op vragenlijsten die Sabine over haar dochter moest invullen, moest ze telkens kiezen tussen de antwoorden: ‘vaak’, ‘nooit’ of ‘soms’. Ze vraagt zich af of ze haar dochter, door geregeld ‘soms’ aan te kruisen (‘soms heeft ze nachtmerries, soms vertoont ze agressief gedrag, soms heeft ze grandioze ideeën over zichzelf en haar capaciteiten’), misschien een verkeerde richting op geduwd heeft.

Veel facetten van een thema belichten kan nuanceren, maar in The Almighty Sometimes beginnen de verschillende accenten met elkaar te concurreren. Zo raakt de doorverwijzing van de psychiater, die aanvankelijk als het centrale probleem wordt gepresenteerd, al snel op de achtergrond door Anna’s fixatie op de medicatie. Als wat later in het stuk het goede nieuws komt dat Anna toch bij haar behandelaar mag blijven, haal je daar een beetje je schouders over op, mede door de ouderwetse, afstandelijke houding van de psychiater, die zelfs weigert te antwoorden op de vraag of ze zelf kinderen heeft.

Ook de optie dat er sprake is van een misdiagnose wordt tamelijk onbevredigend aan de kant geschoven. Het maakt de voorstelling wat verstrooid in haar spanningsboog, waardoor het op den duur (de voorstelling duurt 2,5 uur) ook wat gaat trekken. Regisseur Daria Bukvić droeg de voorstelling op aan haar moeder, en dat is te voelen, want wat uiteindelijk het meest blijft hangen van deze regie, is die zo intens liefdevol vormgegeven moederrol door Maartje Remmers.

Hoe bescherm je je kind tegen de terreur binnenin haar eigen hoofd? Hoe houd je haar vast, ook al waardeert ze je niet, krijg je de ene na de andere sneer te incasseren, lijkt ze geen enkele interesse in jou te hebben en blijf je zelf gespeend van warmte of liefde? We voelen haar bezorgdheid, haar wanhoop, haar pijn. Remmers’ strofen komen uit de tenen. Hoe bescherm je je kind? Door te blijven, toont The Almighty Sometimes – door simpelweg niet weg te gaan, maar elkaar, tegen de klippen op, te blijven vasthouden.

.