‘In het ziekenhuis vertelde een dokter me voorzichtig dat je zo’n klap eigenlijk niet kunt overleven’

featured-image

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Drieëntwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: actrice Greet Verstraete (40).

Wie is zij in het diepst van haar gedachten? 1. Hoe oud voelt u zich? ‘Soms voelt het alsof ik alle leeftijden tegelijk ben. Om een of andere reden lijkt geen enkele leeftijd mij vreemd.



Nochtans ben ik volgens mijn geboorteakte 40 jaar, en eigenlijk vind ik dat een aangename leeftijd. Je bent nog jong, maar ook niet meer piepjong. Er is een solide basis.

Er is rust gekomen. Ondertussen weet ik wat ik kan en wat ik niet kan, wat me gelukkig maakt en wat niet. Ik ben blij dat mijn zoekende periode voorbij is.

Ik ben ook trots dat ik al op jonge leeftijd keuzes heb gemaakt waarbij ik mijn hart heb gevolgd en risico’s heb durven te nemen, en daar pluk ik nog elke dag de vruchten van.” 2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf? “Ik vroeg dat onlangs aan mijn lief en hij zei: ‘Jij kunt je ergens helemaal in vastbijten.

’ Misschien heeft hij daar wel gelijk in. Als iets mij fascineert, wil ik dat tot de bodem kunnen uitspitten. Ik beleef daar veel plezier aan.

Vorige maand kwam bijvoorbeeld The Death Don’t Hurt uit met Vicky Krieps in de hoofdrol. Ik ben intussen twee keer in mijn eentje die film gaan bekijken. Ik vind die vrouw zo getalenteerd.

Ze heeft een puurheid waar je van achterovervalt. Iets wat me intrigeert wil ik kunnen observeren. Ik onderzoek graag waarom iets me raakt.

Dat blijkt vaak mijn manier te zijn om te leren. “Tegelijk ben ik ook heel goed in niets doen. Misschien is dat een beetje contradictorisch.

“We zijn juist terug van vakantie, en eigenlijk hebben we daar vooral liggen staren naar een berg met het geluid van berggeiten op de achtergrond. Het was oorspronkelijk de bedoeling om die berg te beklimmen, maar uiteindelijk hebben we enkel de routebeschrijving gelezen, en dat was het. (lacht) “Af en toe heb ik het nodig om me terug te trekken, om mijn binnenwereld te observeren.

Door die afzondering komen er dan weer nieuwe inzichten en inspiratie. Stilte en rust opzoeken is in het verleden ook nodig geweest om te herstellen. Want zowel fysiek als mentaal ben ik door donkere periodes gegaan.

“Op een bepaald moment, toen ik op de theaterschool in Amsterdam zat, kreeg ik last van allerlei fysieke klachten. Er manifesteerde zich een verkramping die zich kon verspreiden over mijn hele lichaam. Ik had altijd het nummer bij me van een taxi voor als de pijn te heftig werd, zodat ik naar huis kon worden gebracht.

Ik bleef de pijn verbijten in de hoop dat die vanzelf zou overgaan, tot mijn lichaam op zo’n punt van uitputting kwam dat ik de trap niet meer op kon lopen. Ik heb de directie nog voorgesteld om halve dagen naar school te gaan, maar in the end ging het niet meer en moest ik mijn opleiding tijdelijk stopzetten, wat ik heel heftig vond. “Uiteindelijk kreeg ik het vage verdict ‘chronische vermoeidheid’.

Zelf voelde ik dat dat niet klopte. Ik kon en wilde me niet neerleggen bij het idee dat ik altijd moe zou zijn en pijn zou hebben. Ik wilde begrijpen wat er in godsnaam met me aan de hand was.

“Daarom heb ik een resem osteopaten, therapeuten en zelfs tovenaars bezocht in de hoop om mijn vitaliteit terug te vinden. Tot ik deelnam aan een familieopstelling en ontdekte dat er in één sessie meer op zijn plek viel dan tijdens jarenlange wekelijkse therapie. Ook daarin ben ik me gaan vastbijten.

Ik heb verschillende opleidingen gevolgd in opstellingswerk en ademtherapie om zelf sessies te kunnen begeleiden. Ik sta er nog dagelijks van versteld hoe deze vrij eenvoudige methode op een zachte manier dat wat onderliggend sluimert voelbaar kan maken.” 3.

Vindt u het leven een cadeau? “Ja, nu vind ik het zeker een cadeau. Op zich ook wel een spannend cadeau. Maar ik herinner me dat ik daar heel lang weerstand tegen heb gevoeld.

Gelukkige mensen kon ik heel irritant vinden. Ik had besloten dat gelukkig zijn niets voor mij was. Ergens had ik mijn comfort gevonden in de overtuiging dat het leven kut was.

En op zich heeft die periode mij ook veel bijgebracht. Ze heeft me meer empathisch en begripvol gemaakt. Soms is het nodig om een periode ongelukkig te zijn.

Daar is niets verkeerds mee.” BIO • Actrice • Geboren in 1983, afkomstig uit Merkem (Houthulst) • Studeerde in 2008 af aan de Amsterdamse Toneelschool • Speelde mee in series als Beau séjour , De twaalf , De bende van Jan de Lichte , Cordon , De bunker en Gent-West • Was vorig jaar te zien in de films Holly en J’aime la vie 4. Hoe was u als kind? “ Ik vond mezelf, misschien omdat iedereen dat zei, een dromerig en eigenwijs kind.

Ik weet nog dat mijn moeder vaak op het oudercontact te horen kreeg dat de juf niet wist waar ik zat met mijn hoofd en dat ze geen vat op me kreeg. Het eerste leerjaar heb ik moeten overdoen omdat ik niet de helft van de punten haalde. Wat ik een bijzondere prestatie vond, was dat ik de tweede keer nog minder haalde.

(lacht) Eigenlijk interesseerde de school mij niet. Ik wilde gewoon spelen. Ik begreep niets van dat hele puntensysteem.

Nu moet ik er ook om glimlachen. Ik zie het graag als een stiekeme vorm van rebellie. Als kleuter wilde ik al zelf kunnen beslissen wat ik wel en niet zou doen.

“Ik kon gewoon niet focussen op iets wat me niet interesseerde. Dat is nog altijd zo. En zoals veel mensen in artistieke beroepen bleek ik dyslectisch te zijn.

Mijn hersenen werken gewoon anders. Ik heb overal geheugensteuntjes voor nodig. Wat voor iemand logisch is, is voor mij onlogisch en andersom.

Meestal kan ik iets pas begrijpen als ik het echt heb kunnen doorvoelen of op mijn eigen manier concreet heb kunnen maken. Als ik een script moet voorbereiden, staat het altijd volgekriebeld met streepjes en bolletjes en verwijzingen. Een cryptische kaart wordt het.

Ik moet er mijn eigen systeem van maken en dat geldt voor alles.” 5. Wat drijft u? “Nu zou ik zeggen plezier.

Tegelijkertijd merk ik dat er een soort christelijk of sociaal schuldgevoel in mijn nek hijgt als ik dat zeg. Mag je dat wel zeggen als de wereld in brand staat? Terwijl ik zelf ervaar dat als ik werk en leef vanuit plezier, dat meteen een rimpeleffect heeft op mijn omgeving. Plezier heeft iets heel aanstekelijks en inspirerends.

Ja, ik voel dat het leven voor mij steeds aangenamer en lichter wordt en dat daar misschien wel mijn werkelijke ambitie ligt.” 6. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad? “Naar mijn mening is het hele leven een religieuze ervaring.

Ik denk dat de zon die ’s ochtends opkomt een religieuze ervaring is. Of het feit dat ik hier rondloop. Ik heb vaak het idee dat het leven me exact in die situatie brengt waarvan ik iets kan leren.

Ik moet bijvoorbeeld denken aan een ongeluk dat ik tien jaar geleden had. Ik fietste op de Turnhoutsebaan en juist toen ik een flatgebouw passeerde, viel er een kubieke meter isolatiemateriaal van de zevende verdieping naar beneden. Mijn hoofd werd geraakt, dus ik viel.

De klap katapulteerde mijn fiets weg. Ik was nog bij bewustzijn, maar kon me niet bewegen. Ik vermoedde dat ik geraakt was en dacht: ‘Oké, dit was het.

’ “Ik herinner me dat een vrouw bij me kwam zitten en mijn hand vastnam. Op dat moment dacht ik: geen idee wie je bent, maar ga alsjeblieft niet weg. (lange stilte) Het emotioneert me nog altijd als ik eraan terugdenk.

Achteraf in het ziekenhuis vertelde een dokter me voorzichtig dat je zo’n klap eigenlijk niet kunt overleven. “Wat dat ongeluk en het lange herstel daarna me hebben gebracht is dat ik een aantal drastische beslissingen heb moeten nemen die ik anders misschien niet had genomen, omdat ik er de moed niet voor had. Ik heb toen plotseling zowel mijn job als mijn relatie en mijn verbouwing van destijds ineens stopgezet.

Ik moest andere keuzes maken die gezonder voor me waren. Soms komt de oplossing blijkbaar letterlijk uit de lucht vallen. Ik kreeg toen duidelijk de boodschap: stop met wat je aan het doen bent, herbekijk je leven.

” 7. Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken? “Ik word heel blij van thuiskomen. Een vrije dag hebben.

In mijn eentje gaan ontbijten. Op de zetel liggen met mijn lief. Soms word ik ook heel blij van strijken.

Plooien gladstrijken. Het heeft duidelijk een therapeutisch effect op me. Onlangs bedacht ik me dat ik ook gelukkig zou zijn geweest als ik een strijkatelier was begonnen.

Dagelijks plooien gladstrijken, muziekje erbij, het liefst ergens in de zon, om vier uur stoppen en dan aperitieven. Zalig!” (lacht) 8. Wat biedt u troost? “Mijn kat die zich uitrekt, geeuwt en me een blik toewerpt van ‘waar maak je in godsnaam een probleem van?’” 9.

Welk moment zult u altijd blijven koesteren? “Het moment waar we het eerder over hadden, toen ik in mijn zoektocht naar hoe ik mijn vitaliteit en mijn geluk terug kon vinden, leerde over opstellingswerk en ademwerk en hoe alles daardoor op zijn plek viel. Ik mocht ontdekken dat ik meer vanuit ontspanning en minder vanuit wilskracht kon leven en dat lichtheid en mildheid voor mij de sleutel tot herstel waren.” 10.

Waar hebt u spijt van? “Van weinig. Of misschien zelfs van niets. Ik heb het gevoel dat elke stommiteit ook ergens goed voor is geweest.

Wat ik wel belangrijk vind, is om achteraf netjes sorry te kunnen zeggen. Dat kan ik als heel bevrijdend ervaren. Kunnen zeggen: ‘Jij had gelijk, ik was verkeerd.

’ Ik voel me niet te goed om me te verontschuldigen, of om op zijn minst mijn aandeel te erkennen.” 11. Wanneer hebt u het laatst gehuild? “Daarjuist.

Ik huil misschien wel bijna dagelijks. Ik ben snel ontroerd. Het kan zijn door iets wat iemand zegt, een liedje dat ik op de radio hoor, een herinnering, een scène in een film.

Sinds ik bij Anton ben, merk ik dat er iets in mij zachter is geworden. Voorheen leek het alsof ik mezelf veel meer moest wapenen. Nu voelt het veilig om kwetsbaar te zijn.

Eindelijk mogen de tranen vloeien. (lacht) Jezelf durven laten ontroeren vind ik een mooie kwaliteit.” 12.

Wat is uw grootste angst? “Vooral in periodes dat ik denk dat het heel goed met me gaat, kan er ineens een angst de kop opsteken, omdat ik me ervan bewust word dat geluk zo fragiel is en ooit ophoudt. Maar bon, op zich probeer ik niet in dat potje te blijven roeren. Je kunt jezelf helemaal gek maken.

Het dient tot niets en werkt vooral verlammend.” 13. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan? “Misschien is dit wel een opvallende tegenstrijdigheid in mij.

Ik kan degene zijn die zich rustig terugtrekt om vanaf een afstand te observeren, en tegelijkertijd ben ik ook degene die het niet kan laten om het pijnpunt te benoemen. Ik probeer dat in eerste instantie vriendelijk en beleefd te doen, maar af en toe kan het weleens ontploffen. En dan denk ik aan een discussie op café met de artistiek leider van een gezelschap die vond dat ik me meer moest aanpassen aan de visie van hun huis.

Ik was verbijsterd door die uitspraak. Er waren tijdens het maken van de voorstelling inderdaad meningsverschillen geweest, wat naar mijn gevoel geen probleem hoefde te zijn, integendeel. Ik vond dat de voorstelling juist daardoor best bijzonder was geworden.

Ik noemde zijn uitspraak dus een uiting van artistieke armoede, en dat schoot duidelijk in het verkeerde keelgat. Ik herinner me dat een collega ons nog juist uit elkaar kon halen of het werd een gevecht. “Achteraf kan ik er wel om lachen.

En het zegt natuurlijk net zoveel over mij als over hem. Ik had evengoed kunnen denken: ach, ik zwijg en laat het passeren. Maar blijkbaar was het een gevecht waard geweest.

We hadden ook genoeg alcohol gedronken. De dag erna kwamen er wel excuses van zijn kant. Toch voelde het alsof het kwaad was geschied.

Ik vond het een hele uitdaging om een avond later weer samen op de scène te moeten staan voor een volle schouwburg. De grap was ook dat we een verliefd koppel moesten spelen en dat mijn personage hetzelfde soort baldadigheid vertoonde als de Greet die het in dat café voor zichzelf opnam. Blijkbaar gaan mijn personages soms met mij aan de haal.

” (lacht) 14. Welk boek heeft een speciale betekenis voor u? “ De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera. Een boek dat ik bij toeval had gevonden onder het bed van een ex-lief van me.

Ik was in de twintig en de titel omschreef exact, vermoed ik, mijn staat van zijn toen. In die periode leerde ik ook de muziek van Tom Waits kennen. Ik heb lang gezegd dat Milan Kundera en Tom Waits de enige mannen waren die me echt begrepen.

(lacht) Ik zat duidelijk in een melancholische fase. “Kundera’s boeken deden me beseffen dat ik eigenlijk heel graag lees. Voor het eerst kon ik ervaren dat ik troost kon vinden door me te identificeren met een personage.

Hij had het meestal over vrouwen die op een observerende manier naar de wereld keken en geen blijf wisten met hun eigen eenzaamheid. Iets waar ik me toen heel erg in herkende.” 15.

Wat is uw vroegste herinnering? “Bij die vraag moet ik denken aan mijn inmiddels overleden grootmoeder. Toen ik nog heel klein was, had ze een soort park aangelegd met haar leren zetels, zodat ik daar veilig vastzat als ze me even niet in de gaten kon houden. En blijkbaar heb ik toen mijn tanden in haar nieuwe leren salon gezet.

Ik was het er niet mee eens om daar opgesloten te zitten. Haar hele leven vertelde ze dat verhaal. En met een zekere trots wees ze steeds op de afdruk van die paar tandjes: ‘Kijk, dit is Greetje.

Dit is wat er gebeurt als je haar vrijheid probeert te beperken.’ Wat ik zo mooi vind, is dat ze me daar nooit voor gestraft heeft. Waarschijnlijk dacht ze: ja, ja, we zijn duidelijk familie.

” (lacht) 16. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer? “Heel lang een poster van Mickey Mouse. Maar later? Ik weet nog wel hoe het behangpapier eruitzag, maar niet meer wat er aan de muur hing.

Ik was in ieder geval niet van de posters met de popidolen. Vriendinnen die de Joepie kochten en vervolgens verliefd werden op de jongens binnenin met hun zogezegd stoere, verleidelijke uiterlijk, begreep ik niet. Ik vond dat eerder lachwekkend.

En dat vind ik nog steeds: zodra er machogedrag bij komt kijken, ga ik lopen.” 17. Hoe definieert u liefde? “Als iets wat er altijd is, ook als je denkt dat het er niet is.

” 18. Hoe voelt u zich in uw lichaam? “Ik en mijn lichaam worden steeds betere vrienden. Dat is lang anders geweest.

Lange tijd negeerde ik belangrijke signalen, en daarvoor heb ik een hoge prijs betaald. Nu merk ik dat mijn lichaam een helder kompas is waar met respect naar geluisterd mag worden. “Ik kan me ook herinneren dat ik als puber alle merken bruinen-zonder-zon probeerde.

Met als resultaat dat ik erbij liep als een oranje dalmatiër. Totdat ik op een gegeven moment besefte: kom op, stop ermee, accepteer het, je bent gewoon wit. (lacht) Ik was er toen zo van overtuigd dat ik lelijk was.

Terwijl, als ik nu naar foto’s van toen kijk, zie ik een prachtig meisje. Hoe komt het dat ik dat toen niet zag? Stom, hé. “Door mezelf soms terug te zien op een scherm heb ik moeten leren om naar mezelf te kijken.

Schoonheid gaat voor mij steeds meer over ontwapenend of authentiek durven zijn. We worden al genoeg overweldigd door zogezegde perfectie. Volgens mij is er steeds meer behoefte aan eigenheid en kwetsbaarheid.

” 19. Wat vindt u erotisch? “Wat ik heel aantrekkelijk vind, zijn getalenteerde mensen, zeker als ze ook nog een zachtaardig karakter hebben. Dat is ook de reden waarom ik verliefd ben geworden op Anton (Mertens, red.

) . We hebben elkaar leren kennen op de set van Beau séjour. Hij was cameraman, ik speelde mee in de reeks.

Aan zijn focus kon ik merken dat hij niet zomaar gratuite beelden maakte. Ik zag meteen dat hij heel gedreven en getalenteerd is, en daarnaast heeft hij een grote bescheidenheid. Misschien is dat de combinatie die hem ook wel mysterieus maakt.

Mysterieuze mensen kunnen makkelijk mijn hart veroveren. “We zijn nu vijf jaar samen. Voor het eerst dat iemand het zo lang met mij volhoudt.

(lacht) Ik heb behoefte aan weinig en niet iedereen kan daarmee om. Anton vindt het prima als ik mij af en toe eens wil afzonderen. Het inspireert me hoe hij zonder oordeel in de wereld staat.

Alsof negativiteit geen vat op hem heeft.” 20. Hoe zou u willen sterven? “Liefst pijnloos en op een gezegende leeftijd.

Iets in mij vermoedt dat ik alleen ga sterven. Anton is twaalf jaar ouder dan ik. We hebben geen kinderen en die gaan er ook niet meer komen.

“Een tijd geleden had ik een visioen omtrent mijn sterfbed: ik lig buiten op een ligbed, omringd door dieren. Een paard dat zijn hoofd in mijn schoot laat rusten, een kat, een hond, een gans, en allemaal kijken ze liefdevol toe naar het mysterie dat zich voltrekt. Ze begrijpen exact wat er gebeurt en zijn de ideale stervensbegeleiders.

Dat beeld gaf mij een heel geruststellend en vredig gevoel.” 21. Wat zou u wensen als laatste avondmaal? “Frieten van frituur Pik-Nik in Wilrijk.

En ondertussen kijken naar een programma met Jani Kazaltzis. Ik vind dat Jani een ongelooflijk talent heeft om de kijker een feelgoodgevoel te geven.” 22.

Waarover bent u de laatste tijd dieper gaan nadenken? “Over dit interview, omdat ik het kwetsbaar vind om mijn eigen woorden terug te lezen in een krant. Maar voilà, ik heb geprobeerd om zo oprecht mogelijk te antwoorden. Meer kan ik niet doen.

” (lacht) 23. Tot slot, welke grote droom hebt u nog? “Vaker op een plek zijn waar de zon schijnt. Niet dat ik ontevreden ben met het leven dat ik nu heb, integendeel.

Maar als ik nog een toevoeging zou mogen doen, dan is het meer zon. Als ik wakker word en ik kan mijn koffie drinken buiten, op blote voeten in de zon, dan voel ik mij oprecht een ander mens. Het leven wordt een stuk simpeler.

De dag begint al goed zonder dat je er maar iets voor hoeft te doen.” Geselecteerd door de redactie ‘Naar de psycholoog gaan is het grootste geschenk dat je aan jezelf kan geven’: muzikante Tsar B ‘Liefde is ook tegemoetkomen aan waar de ander behoefte aan heeft’: 7 cruciale inzichten uit de vragen van Proust Dj Amber Broos: ‘Je kunt niet goed leren draaien als je niet ook eerst veel fouten speelt, zo simpel is het nu eenmaal’.