In de troosteloze Syrische wijk Yarmouk klinkt nu ook optimisme. ‘We kunnen weer ademen’

featured-image

In de troosteloze Syrische wijk Yarmouk klinkt nu ook optimisme. ‘We kunnen weer ademen’ In de buitenwijken van Damascus, zoals in Yarmouk, zijn de sporen van de Syrische burgeroorlog nog overal zichtbaar. Nu Assad is vertrokken, klinkt er weer hoop.

‘We kunnen weer ademen.’ Wie de impact van de oorlog in Syrië wil zien, moet naar de buitenwijken van Damascus. Zoals Yarmouk, een enorm stadsdeel waar vooral Palestijnen woonden.



Het voelt daar als een soort Gaza, ook hier zie je het ene na het andere gebombardeerde gebouw. Sommige appartementencomplexen zijn compleet weggevaagd, dan weer hangen vloeren naar beneden voor de andere verdiepingen langs, als of er een betonnen tong langs de kin van het gebouw likt. De schade stamt uit het begin van de Syrische burgeroorlog, tussen 2011 en 2018.

Toen is hier gevochten tegen het regime van Assad. Verschillende rebellengroepen opereerden in Yarmouk, ook de extremisten van IS en Al Nusra. Ze vochten soms tegen elkaar.

Assads militairen omsingelden Yarmouk en bleven het bombarderen. Hongersnood ontstond en uiteindelijk, nadat bepaalde groepen een vrijgeleide kregen naar elders in Syrië, nam Assad de wijk over. Toen woonde er even bijna niemand meer.

Inmiddels wonen er al een paar jaar weer mensen, ook in de zwaarst beschadigde delen. “Wij waren zó blij. We hebben enorm gefeest”, vertelt de Palestijn Mazen Al-Saad over die bijzondere bevrijdingsdagen, een week geleden.

Want zo voelde het. “We kunnen eindelijk weer ademen. Nu zijn we hoopvol.

” Hij zegt vertrouwen te hebben in Ahmad al-Sharaa, de leider van de HTS-rebellen, die voorlopig het land bestuurt. Hij hoopt op verder herstel van de wijk, die volgens hem inderdaad op Gaza lijkt. “Hier is geen normale elektriciteit, dat doen we met aggregaten en zonnepanelen.

” Al-Saad woont sinds anderhalf jaar weer in Yarmouk. Maar Moussa Amayri (75) is tijdens de gevechten op zijn plek gebleven. “Yarmouk is mij te dierbaar om weg te gaan.

Ik ben hier geboren. Het was wel zwaar. We aten gras op een gegeven moment.

” En hij raakte gewond toen zijn appartementengebouw werd geraakt. “Ik heb onder het puin gelegen. Een vriend ging dood en er waren veertig gewonden.

” Hij wijst op zijn muts, daaronder zijn de littekens op zijn schedel nog te zien. “Assad bombardeerde hier zogenaamd vanwege IS, maar toen die weg waren, bleven ze bombarderen.” Amayri was kapper en heeft zelf veel extremisten geknipt.

Yarmouk is overweldigend troosteloos, met hier en daar optimisme. Een eenzaam opgeknapt appartement met gordijnen, terwijl de onder- en bovenburen bestaan uit betonnen gatenkaas. Het zijn uiteraard goedkope plekken om te wonen, in barre economische jaren.

Omar Gresani woont op de bovenste verdieping, maar loopt de trap op langs kapotgeschoten appartementen. Hij krijgt al gauw tranen in zijn ogen. “Ik heb hier geen goed leven.

Terwijl ik ooit een prima verdienende zakenman was.” Dan zegt hij iets opmerkelijks. “Ik was eigenlijk altijd pro-Assad.

Maar nu ik de gruwelen van de gevangenissen heb gezien, de wreedheden, denk ik er anders over.” Vervolgens haalt hij een Iraans paspoort uit zijn binnenzak. Een paspoort uit een land dat bevriend was met Assad en dat vroeger een doodvonnis kon betekenen als je in handen viel van HTS.

“Ik ben niet bang voor hen. Ik ben net zoals de rebellen soenniet en ik ben geboren in Syrië, maar heb Iraanse roots. Sommige mensen zeggen dat ik nu naar Iran moet vluchten, maar daar ben ik nog nooit geweest.

” “Ik woon nu vijf jaar in deze wijk, maar pas één maand in dit appartementje. Toen ik hier in 2019 naartoe verhuisde, beroofden de regeringsmilitairen mij van bijna al mijn meubels. Het maakte hen ook niks uit dat ik een Iraans paspoort heb.

Soms mis ik de dagen van het begin van de revolutie, toen hadden we het financieel beter.” Maar de Palestijnse Mazen Al Saad denkt liever niet terug aan die eerste oorlogsjaren. ‘We waren hier gauw weg, in 2012 al.

Mijn oom is gedood, de broer van mijn vrouw en veel vrienden. Er zijn hier zoveel raketten neergekomen.’ Vindt hij nu als Palestijn, die stateloos zijn in Syrië, dat HTS klaar is met de strijd, of moet een andere wens eerst nog in vervulling worden gebracht: de verovering van Jeruzalem? “Nee, dat moeten ze niet doen”, stelt hij.

“Dit is een uitgeput land, we kunnen er niet nog een oorlog met Israël bij hebben. Al bombarderen zij ons wel, dat klopt natuurlijk ook niet. Maar ze maken gebruik van onze zwakte.

” Op straat in de Syrische hoofdstad Damascus wordt Assads val nog vol ongeloof gevierd. In dezelfde straten zijn ook al tekenen te zien dat HTS, de grootste rebellenbeweging , zich mogelijk wil laten gelden..