In de sombere prognoses van het IMF geldt Trump als 'Hij die niet genoemd mag worden'

De wereldwijde economische groei is teleurstellend, stelt het Internationaal Monetair Fonds in zijn halfjaarlijkse prognoses. Intussen vormen de Amerikaanse verkiezingen een aanzienlijk risico, naast oorlogen en schulden.

featured-image

Oorlogen, een volatiele olieprijs, een haperende Chinese economie, plus het zeer denkbare scenario van een protectionistische president in het Witte Huis. Zie onder die omstandigheden maar eens prognoses te doen voor de wereldeconomie. Het was deze dinsdag de schone taak van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat nu zijn jaarvergadering houdt in Washington.

In de IMF-gebouwen komen ministers van Financiën en centrale bankiers uit 191 landen bijeen, plus (vele) medewerkers, economen en lobbyisten. Op tien minuten lopen, verderop op Pennsylvania Avenue, ligt het Witte Huis. Daar staan nu hekken: ze zijn alvast neergezet voor mogelijke rellen op en rond verkiezingsdag, 5 november.



Het tekent het klimaat van politieke spanning dat ook de ramingen van het IMF dit jaar extra onzeker maakt. Uit de World Economic Outlook, de halfjaarlijkse analyse van de wereldeconomie, blijkt: de wereldwijde economische groei is „teleurstellend”, de „groeiende” risico’s „domineren” volgens het Fonds de Outlook. Een risico dat eruit springt: een tweede presidentschap van Donald Trump.

Eerst de IMF-basisprognose. De mondiale bbp-groei komt dit en volgend jaar uit op 3,2 percent op jaarbasis – evenveel als het IMF voorzag in de vorige ramingen, van juli. Ruim 3 procent bbp-groei is naar historische begrippen laag: in de jaren voor de pandemie lag de jaarlijkse groei gemiddeld op krap 4 procent.

Het IMF verwacht dat de groei de komende vijf jaar op het huidige niveau blijft liggen. In industrielanden ligt de groei op zo’n 1,8 procent gemiddeld. Maar de Amerikaanse economie stoomt door en zal dit jaar met 2,8 procent groeien, en volgend jaar met 2,2 procent.

Dat is een paar tienden van procentpunten méér dan waarvan het IMF in juli nog uitging. De economie van de eurozone blijft met een verwachte groei van 0,8 procent dit jaar en 1,2 procent volgend jaar zwak – wat lager nog dan in de IMF-ramingen in juli. Ook China doet het iets slechter dan het IMF in de zomer nog verwachtte en groeit dit jaar met 4,8 procent, volgend jaar met 4,1 procent.

Het „niveau van onzekerheid”, schrijft het IMF, is „hoog”. De Outlook leest als een oefening om het Trump-risico te beschrijven, zonder het expliciet te noemen. Want officieel mengt het Fonds zich niet in de politiek van lidstaten.

„Nieuw gekozen regeringen”, staat er eufemistisch, kunnen „significante veranderingen in de handelspolitiek en in het begrotingsbeleid inluiden”. Dat moet haast wel een verwijzing zijn naar de invoerheffingen en belastingverlagingen die Trump wil invoeren, als hij president wordt. Die maatregelen zien er als volgt uit.

Op alle Amerikaanse import van buitenlandse goederen wil Trump een heffing invoeren van 20 procent. Nu ligt dat tarief, een gewogen gemiddelde, op ruim 2 procent. Import uit China zou een heffing krijgen van 60 procent (nu: gemiddeld 19 procent).

De belastingverlagingen voor burgers en bedrijven die Trump in zijn eerste termijn invoerde, en die aflopen in 2025, wil hij permanent maken. Bedrijven die in de VS produceren, zouden extra belastingkorting krijgen. Daarnaast zou onder meer de belasting op fooien sneuvelen.

Ander aangekondigd beleid van Trump is weliswaar niet hoofdzakelijk economisch gemotiveerd, maar heeft wel economische effecten. Trump wil massaal ongedocumenteerde migranten uitzetten en nieuwe migratie inperken. Dat kan tot nieuwe tekorten op de toch al krappe arbeidsmarkt leiden.

Wat zal het effect hiervan zijn op de wereldeconomie? Ook na lezing van de Outlook is dat niet zeker, maar een idee geeft het rapport wel. Het betekent volgens het IMF minder groei, maar niet noodzakelijkerwijs meer inflatie. Het IMF rekende een „plausibel” alternatief scenario door, dat in grote lijnen van deze campagnebeloftes van Trump is afgeleid.

Wel is het afgezwakt en verbreed naar andere landen dan de VS. De VS, de EU en China voeren in dit alternatieve IMF-scenario invoerheffingen jegens elkaar in van 10 procent – dus niet 20, zoals Trump heeft geopperd. De VS heffen daarnaast 10 procent op producten uit de rest van de wereld.

De handelsoorlog leidt tot grotere onzekerheid onder bedrijven, investeringen vallen terug. Trumps belastingverlagingen worden met tien jaar verlengd. Daardoor neemt de Amerikaanse staatsschuld – nu al zeer hoog, op 123 procent van het bbp – toe, en daarmee de onzekerheid op de financiële markten.

Hogere rentestanden zijn het gevolg. De emigratie naar de VS daalt, waardoor de arbeidsmarkt krapper wordt en de inflatie toeneemt. Het bbp-effect van dit scenario: het wereldwijde bbp valt in 2025 0,8 procent lager uit dan in het basisscenario, en in 2026 1,3 procent lager.

Het bbp van de VS komt zo’n 1 procent lager te liggen dan in het basisscenario voor 2025, en 1,6 procent lager in 2026. In de eurozone en China zijn de klappen voor de economie vergelijkbaar met die in de VS. Dit suggereert dat Trump met zijn beleid niet alleen handelspartners zou treffen, maar evenzeer de VS zelf.

Het gecombineerde effect op de inflatie is minimaal, omdat hier allerlei prijsverhogende effecten (importheffingen) en prijsverlagende effecten (minder economische groei) elkaar opheffen. Daarbij moet worden aangetekend dat Trump de kiezer een veel drastischer protectionistisch beleid heeft beloofd dan het IMF hier heeft doorgerekend. Sowieso zijn dit soort scenario’s met onzekerheid omgeven.

Trumps ideeën op monetair terrein – die óók een risico vormen – zijn niet meegenomen in het IMF-scenario. Zo heeft hij de onafhankelijkheid van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, ter discussie gesteld. Onafhankelijkheid van centrale banken geldt, zeker bij het IMF, als fundament van financiële stabiliteit.

Als politici zich gaan bemoeien met de rentestand, eindigt dat maar al te vaak in hyperinflatie en instabiliteit, zoals in Venezuela. Trump heeft ook nog gezegd dat hij de koers van de dollar ten opzichte van andere munten (euro, yen, renminbi) wil verlagen. Dat zou Amerikaanse producten voor buitenlandse afnemers goedkoper maken, wat gunstig zou zijn voor de Amerikaanse industrie.

Hoe hij dat precies wil doen, blijft onduidelijk, maar het zou het vertrouwen in de dollar, de internationale reservemunt, geen goed doen – en kan zo de stabiliteit van de wereldeconomie ondergraven. Naast het Trump-risico zijn er andere risico’s voor de wereldeconomie, meent het IMF. Een greep daaruit: inflatie kan hardnekkiger blijven dan gedacht, waardoor rentes minder snel zullen dalen, wat de economie kan afremmen.

De Chinese economie, met name de vastgoedmarkt, kan zwakker blijken dan gedacht. Energie- en voedselprijzen kunnen plots oplopen door escalatie van de oorlogen in het Midden-Oosten en Oekraïne, of door klimaateffecten. Over dat laatste schrijft het IMF: „Extreme hitte en lange droogtes bij recordtemperaturen kunnen een impact hebben op oogsten, wat de druk verhoogt op voedselprijzen en voedselveiligheid”.

De armste landen kunnen hierdoor „disproportioneel” worden getroffen. „Opwaartse risico’s” – jargon voor mogelijke meevallers – zijn er ook. Als overheden van rijke landen meer investeren in klimaattechnologie, infrastructuur en onderzoek en ontwikkeling, zal dat de groei bevorderen, denkt het IMF.

Specifiek noemt het IMF hier Europa. Hoofdeconoom Pierre-Olivier Gourinchas prijst in zijn voorwoord bij de Outlook het recente rapport van Mario Draghi, oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank, over het Europese concurrentievermogen. Volgens Draghi is Europa de concurrentiestrijd met de VS en China aan het verliezen.

Hij bepleit forse (deels publieke) investeringen in innovatie en vindt dat de EU bedrijven minder strenge regels moet opleggen. Het IMF laat in een scenarioanalyse zien dat zo’n investeringsgolf niet alleen het bbp van de eurozone, maar ook dat van de wereld als geheel ten goede zou komen. Niet helemaal duidelijk is hoe het IMF deze sympathie voor overheidsinvesteringen à la Draghi rijmt met een andere boodschap die het deze week afgeeft aan regeringen, ook Europese: het is tijd om te bezuinigen, want de staatsschulden dreigen uit de hand te lopen.

„Na jaren van los begrotingsbeleid is het nu tijd om de schuldendynamiek te stabiliseren en om hoognodige begrotingsbuffers te herstellen”, meent het Fonds. Later deze week presenteert het nieuwe begrotingscijfers van lidstaten. Zo blijft het ook voor het IMF, de hoeder van de wereldeconomie, zoeken naar een balans tussen economische groei en inperking van staatsschulden.

De wereld lijkt voor instanties als het IMF almaar onoverzichtelijker te worden. En dan is het nog niet eens 5 november..