/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127734968-50529a.jpg)
Twee stoere soldaten komen aangelopen, hun gezichten vol afgrijzen. Ze zien een prieeltje met een kleine molen, kitsche tulpsculpturen langs het pad, en een vriendelijke man in slordig soldatentenue die voorbij fietst over het gras. Dit is USAG Stroopsdorf, vertelt de ondertiteling ons: de minst belangrijke Amerikaanse legerbasis ter wereld.
En die staat uiteraard in Nederland. Dat ‘dorf’ geen Nederlands maar een Duits woord is, kan de pret in de Amerikaanse sitcom Going Dutch niet drukken. In de serie van tv-zender Fox – niet te zien in Nederland – wordt een starre Amerikaanse legerofficier gedwongen zijn moeizame relatie met zijn dochter op te lappen, nadat hij wordt gestationeerd op haar legerbasis.
Het is een basislesje humor in contrasten: de strenge hypermasculiniteit van vader Patrick (Denis Leary) versus de lakse en vriendelijke mores van dochter Maggie (Taylor Misiak), uitvergroot door hun omgeving. De details van de cultuur waar dit alles mag plaatsvinden, zijn eigenlijk niet relevant. De setting is feitelijk een lappendeken van stereotypen over Europa – lief, zwak, socialistisch, hedonistisch, relaxed.
Exotisch, maar niet te. Waarom dan Nederland? Vermoedelijk omdat ‘we’ een West-Europees land zijn waar Amerikanen zelden aan denken. Om iets van Nederland te vinden, of iets in Nederland te situeren, vinden Amerikanen daarom in de kern al absurd.
Zoals de befaamde zin uit de Austin Powers-film Goldmember (2002): „Ik haat slechts twee dingen. Mensen die intolerant zijn tegenover andere culturen, en Nederlanders.” Dat de spreker zulke sterke gevoelens over Nederland kan hebben, is deel van de grap.
Going Dutch is niet in Nederland opgenomen maar in Ierland – een land vol heuvels. Dat gold ook voor Spider-Man: Far From Home , waar het personage Peter Parker (Tom Holland) ergens in Europa wakker wordt. Dat ergens: het Nederlandse dorp Broek op Langedijk, maar de scène werd opgenomen in Praag, op een on-Hollands pleintje.
Er worden wat Nederlandse hooligans en tulpen in gepropt, maar het had overal kunnen zijn. Nederland is slechts een raar Europees land met een dorp met een vreemde naam. De blik van Amerikanen op Nederland zit vol clichés.
Enerzijds is er het groene, platte polderlandschap als strijdtoneel van de Tweede Wereldoorlog, zoals in onder andere Band of Brothers (2001). Anderzijds is Nederland het land van tulpen, drugs en windmolens, Amsterdam en kanalen. Wanneer documentairemaker en wereldreiziger Anthony Bourdain, bekend om zijn genuanceerde portretten van andere culturen, in 2012 neerstrijkt in Nederland in The Layover , is het slechts voor een korte rustpauze tussen meer exotische reizen door.
Hij duikt subiet de coffeeshop in. Zo ook de fictieve criminelen uit Ocean’s Twelve (2004) – al drinken George Clooney en Brad Pitt in coffeeshop De Dampkring een beschaafd kopje espresso. Sean Connery deed het in Bond-film Diamonds Are Forever (1971) nog beschaafder, met een tour door de grachten van Amsterdam – die Samuel L.
Jackson later met een speedboat onveilig zou maken in The Hitman’s Bodyguard (2017). Netflix-serie Sense8 (2015) benadert Amsterdam met een nieuwsgieriger blik: er is een glansrol voor het Rijksmuseum, en hoofdrolspeelster Riley drinkt een biertje met haar vader op een terras aan de Oudezijds Voorburgwal. Ook in games blijft Nederland vooral een mooi decor vol bruine kroegen en pittoreske kanalen.
Al kunnen spelers in Call of Duty: Black Ops Cold War (2020) iets oppikken van de Nederlandse cultuur, mits ze even blijven luisteren aan de poort. Daar staan twee bezopen Nederlanders naar elkaar te schreeuwen, iets over bitterballen – de stemacteurs mochten zelf hun dialogen improviseren. In Going Dutch hoor je – net als in andere media – een mengelmoes van accenten, van de Duits-klinkende Jan tot de slissende Catherine Tate, die als bordeelhouder Katja Vanderhoff haar uiterste best doet Nederlands te klinken.
Zoals kijkers van Friends al in 2001 merkten, is het voor een niet-Nederlandse acteur knap lastig de taal enigszins geloofwaardig uit te spreken. De Amerikaanse acteur James Michael Taylor struikelt over de ‘g’ in ‘te gek’ . Toch verschuift de Amerikaanse blik op ons land.
De introductie van stroopwafels in de Verenigde Staten kan wel een pr-overwinning genoemd worden: ‘stroop’ is, gezien ‘stroopsdorf’, duidelijk een woord waarvan de makers van Going Dutch verwachten dat die bekend is bij het thuispubliek. Maar ook ‘Nederlandse directheid’ is inmiddels deel van het Amerikaans-Nederlandse lexicon, vermoedelijk voortgestuwd door expat-influencers op YouTube en Instagram. Cabaretier Derek Mitchell, bijvoorbeeld, die onder de naam letsdoubledutch satirische filmpjes maakt over horkerige Nederlanders op verjaardagsfeestjes.
Maar er zijn ook lievere video’s te vinden, zoals die van het Amerikaanse stel Michelle en Alex, die een dag lang alleen maar bij de HEMA eten . Kansen genoeg voor Amerikanen dus, om te leren over onze cultuur – al blijkt het publiek van deze video’s vaak overwegend Nederlands. We zien ons zelfbeeld graag bevestigd.
Is Going Dutch dan het beste wat we van de VS kunnen verwachten? De populaire Amerikaanse comedyserie Ted Lasso liet twee jaar geleden zien hoe het óók kan. Makers en acteurs Jason Sudeikis en Brendan Hunt woonden zelf lange tijd in Nederland. De aflevering ‘Sunflowers’, uit het derde seizoen, is hun liefdesbrief aan dit land.
Hun fictieve Britse voetbalclub moet een dag en een nacht doorbrengen in Amsterdam. Personages zoeken naar jazzclubs, zwalken op gestolen fietsen door de stad, en vinden de liefde op een woonboot met levensliederen op de achtergrond. In ‘Sunflowers’ is Nederland een land van zowel historie als vrijzinnigheid, en zijn Nederlanders goudeerlijk, nuchter en vriendelijk.
Accurater? Waarschijnlijk. Maar misschien ook: precies zoals we onszelf zouden willen zien..