Tachtig jaar oud zijn ze dit jaar geworden, de zusterorganisaties Internationaal Monetair Fonds en Wereldbank. En het wordt steeds meer de vraag of ze de honderd ongeschonden gaan halen. Beide werden opgericht in 1944, in het Amerikaanse Bretton Woods: het IMF om een nieuw, naoorlogs internationaal financieel systeem, met de dollar als middelpunt, te managen.
De Wereldbank aanvankelijk om de Europese wederopbouw te financieren. Die taakstelling is al veranderd. Het starre internationale dollarsysteem bezweek begin jaren zeventig, waarna het IMF zich toelegde op advies, financiële stabiliteit en noodkredieten voor landen in problemen.
De Wereldbank veranderde langzaam in een echte ontwikkelingsbank, vooral voor de groeiende groep postkoloniale landen. Eén aspect van de wereldorde waarop beide toezagen bleef al die tijd hetzelfde: de Verenigde Staten waren economisch en financieel de onbetwiste leider van de wereld. En na het einde van de Sovjet-Unie, begin jaren negentig, bleven de VS over als enige supermacht.
Het democratisch kapitalisme had als enige levensvatbare maatschappijvorm gewonnen, en alternatieven waren moeilijk denkbaar. Nu is ook die orde in snel tempo aan het veranderen. Eerst maakte de financiële crisis van 2008-2009 een hardhandig einde aan het idee dat het kapitalisme aan zichzelf kon worden overgelaten.
En daar bovenop roeren zich nieuwe spelers in de geopolitiek en -economie. China, een levend experiment met autocratisch kapitalisme, leek tot kort geleden hard op weg de VS van de troon te stoten als grootste economie. Rusland hervond zijn ambitie als rivaliserende supermacht.
India ontpopt zich, onder de radar, als assertieve grootmacht. En kleinere spelers als Brazilië roeren zich. Door recente Amerikaanse sancties, die veel gebruik maken van de macht van de dollar, zijn veel landen na gaan denken over alternatieven voor de Amerikaanse munt.
In al deze turbulentie is er één constante: de machtsverhoudingen binnen IMF en Wereldbank zijn niet of nauwelijks veranderd. De VS hebben een blokkerende minderheid van iets meer dan 15 procent. Een land als China heeft een derde van de Amerikaanse stemmacht.
En Europa is sterk oververtegenwoordigd. En dit gaat allemaal steeds meer wringen. De betonrot is al een tijd geleden ingezet.
Aanvankelijk uitte zich dat in initiatieven als de Asian Infrastructure Investment Bank , een oosterse tegenhanger van de Wereldbank. Het vergrootte de economische greep van regimes als China en India op hún deel van de wereld. Ook de G20, waarin de grootste economieën van de wereld samenkomen, vervulde enige tijd een welkome aanvulling op de in ongenade geraakte Washingtonse instituten.
Maar het is onvoldoende gebleken om de wereld bij elkaar te houden. In zekere zin hebben IMF en Wereldbank het aan hun eigen conservatisme te danken dat hun belang de afgelopen jaren is afgenomen. Wie ergens niet gehoord wordt, gaat terecht op zoek naar andere constellaties waar er wél geluisterd wordt.
Het directe gevolg is toenemend protectionisme en minder vrijhandel. Dat is niet alleen voor de mondiale welvaart een groot probleem, er staat inmiddels veel meer op het spel. Onder druk van conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten is de wereld in rap tempo aan het fragmenteren.
Rusland is sinds de inval in Oekraïne tweeënhalf jaar geleden de paria van het Westen geworden, maar weet zich betrekkelijk succesvol om te vormen tot spil in een alternatieve wereldorde. President Poetin mag internationaal gezocht worden voor oorlogsmisdaden, dat maakt hem geenszins een kluizenaar. Het is geen toeval dat juist in de week dat IMF en Wereldbank bijeenkwamen in Washington, de zogenoemde BRICS-landen een tegentop organiseerden.
In het Russische Kazan waren de leiders van China, India, Brazilië en Zuid-Afrika te gast bij Poetin om duidelijk te maken dat er een alternatief is voor de Westerse dominantie. De oorspronkelijke club, ooit opgericht omdat het sterke opkomende economieën waren, weet zich inmiddels gesteund door een groeiende groep landen uit met name Afrika, Azië en het Midden-Oosten. Landen met veel tegengestelde economische én geopolitieke belangen, maar blijkbaar vinden ze elkaar in de behoefte te breken met de huidige wereldorde.
Het is niet te laat voor IMF en Wereldbank om een betere representatie van de nieuwe machtsverhoudingen door te voeren in aandeelhouderschap en stemrecht, en zo een rol op te eisen bij het herstel van het geo-economische overleg. Deze twee instanties zijn niet voor niets in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog opgericht: de lessen van de geschiedenis wogen daarbij zwaar. Dat geldt evenzeer voor de geschiedenis die op dit moment geschreven wordt.
.
Bovenkant
IMF en Wereldbank staan voor keus: veranderen of vervagen
Dit is het dagelijkse commentaar van NRC. Het bevat meningen, interpretaties en keuzes. Ze worden geschreven door een groep redacteuren, geselecteerd door de hoofdredacteur. In de commentaren laat NRC zien waar het voor staat.