‘Iglo van Hove’: wat voorafging aan de val van sterregisseur Ivo van Hove

featured-image

Theaterregisseur Ivo van Hove, die 22 jaar de leiding had over Internationaal Theater Amsterdam, boekte enorme artistieke successen. Afgelopen weken werd duidelijk dat daarbij jarenlang grenzen zijn overschreden. Vorige week verbrak het gezelschap alle banden.

Of Ivo van Hove zich ooit schuldig gevoeld heeft omdat hij te veel gevraagd zou hebben van zijn acteurs? “Nee. Dat soort schuldgevoelens ken ik niet, omdat ik het gevoel heb dat acteurs óók het beste willen, en geen theater van de middelmaat.” Dat zegt de regisseur in de NTR-documentaire Twee mannen uit 2022.



“Wij gaan ver, zij gaan ver. Iedereen blijft, iedereen vindt het fijn. Als je ‘gewoon toneel’ wil maken, kun je overal naartoe.

” Het ‘beste toneel van de wereld’, voor minder doet Van Hove (65) het niet. Toneel is voor hem een artistieke én emotionele krachtproef, waarin de mens een meedogenloze, gewelddadige speelbal is van ontembare driften. Als kunstenaar is hij maximaal toegewijd en dat vraagt hij ook van zijn medewerkers.

De afgelopen weken werd duidelijk dat daarin jarenlang grenzen zijn overschreden. In onafhankelijke onderzoeksrapporten is beschreven wat voor angstcultuur er bestond bij Internationaal Theater Amsterdam (ITA), het gezelschap dat hij 22 jaar leidde. Klachten over scheldpartijen, fysiek geweld en machtsmisbruik zouden consequent genegeerd zijn.

Het gezelschap verbrak woensdag per direct alle banden met de regisseur . In de zomer van 2023 stopte Ivo van Hove onverwacht als artistiek directeur bij ITA. De theaterwereld bleef verward achter.

Geen speeches, geen feest, geen foyer die naar hem vernoemd zou worden. Is dit hoe de gelauwerde regisseur, die het Amsterdamse gezelschap internationaal op de kaart had gezet, afzwaaide? Ivo van Hove begon zijn carrière in de jaren tachtig in zijn geboorteland België, waar hij zichzelf in de kijker speelde met rauw locatietheater in Antwerpse havendokken en vervallen wasserettes. Na tien jaar in Vlaanderen te hebben gewerkt, werd hij artistiek leider van Het Zuidelijk Toneel in Eindhoven.

Daar begon hij te experimenteren met onconventionele publieksopstellingen en de wisselwerking tussen video en toneel – wat later een handelsmerk zou worden van Van Hove en zijn levenspartner en vaste scenograaf Jan Versweyveld. Van Hove klom hoger. In 2001 werd Toneelgroep Amsterdam (inmiddels: ITA) zijn thuisbasis.

De instelling zocht een regisserend artistiek leider die het gezelschap ook internationaal kon profileren. In die ambitie herkende Van Hove zichzelf. Die overstap ging niet zonder slag of stoot.

Het acteursensemble moest wennen aan de efficiënte manier van werken van de destijds 40-jarige regisseur. Zijn kille houding leverde hem de bijnaam ‘Iglo van Hove’ op. Beeldbepalende acteurs, onder wie Pierre Bokma, vertrokken in 2003 na een door het ensemble ingelast crisisoverleg.

Ook op artistiek vlak werd hij aanvankelijk scherp afgerekend. Zijn eerste voorstelling bij Toneelgroep Amsterdam, The Massacre at Paris (2001), kreeg stevige kritiek: de voorstelling werd steriel en kleurloos bevonden, de Nederlandse krant NRC Handelsblad noemde het zelfs “een doodserieus, bewegingloos museumstuk”. Het keerpunt kwam in 2006 met Opening Night .

Nederlandse krant De Volkskrant meende dat het werk “de beste Van Hove-voorstelling sinds lange tijd is, omdat alles waarin hij zo goed is – acteursregie, theatertechniek, het vertellen van een klassiek verhaal met moderne middelen – op zijn plaats valt”. Daarna volgden succesvoorstellingen als Romeinse Tragedies (2007), Angels in America (2008) en The Fountainhead (2014) elkaar in hoog tempo op. Zijn theatertaal kenmerkt zich door grote theatrale gebaren, breed uitgemeten emoties en onvervalste pathos.

Zo stuwt hij zijn acteurs via diepe emotionele afgronden tot enorme hoogten. Ook over de grens bleef zijn succes niet onopgemerkt. Zijn voorstellingen werden internationaal geboekt en steeds vaker werd hij gevraagd voor buitenlandse gastregies.

Hij werkte met wereldsterren als Jude Law, Isabelle Huppert en David Bowie. In 2018 fuseerden onder zijn leiding Toneelgroep Amsterdam en de stadsschouwburg in de hoofdstad tot Internationaal Theater Amsterdam. Met name de laatste jaren zwol ook de kritiek weer aan.

Geregeld werd zijn theatrale bombast afgedaan als spierballenvertoon. De enorme production value van de doorgaans peperdure decors zou verhullen dat er inhoudelijk soms weinig te halen viel. Voorstellingen die aan de buitenkant ontegenzeggelijk imponeren, overtuigden soms aanzienlijk minder in zeggingskracht.

ITA werd ondertussen steeds vaker beschouwd als een gesloten bastion, waar Van Hove door zijn internationale klussen nauwelijks zijn gezicht liet zien. In theaterkringen werden al langer vraagtekens gezet bij de werksfeer (twijfels die in het voorjaar van 2022 gestaafd werden door een staking onder technici), maar die werden vaak overschaduwd door Van Hoves artistieke successen. “Het spijt me voor de dingen waarvan ik weet dat ik ze fout heb gedaan en voor de dingen waarvan ik niet weet dat ik ze fout heb gedaan”, zei hij, naar verluidt tijdens de personeelsbijeenkomst waarin hij vorig jaar zijn plotse vertrek aankondigde.

Hij zou als gastregisseur en adviseur aan het gezelschap verbonden blijven. Inmiddels leidt hij in Duitsland het prestigieuze festival de Ruhrtriennale, waar nu zijn voorstelling I Want Absolute Beauty met Sandra Hüller speelt. De aanvankelijk geplande coproducties met ITA en de Ruhrtriennale gaan definitief niet door.

Nadat ITA vorige week de banden had verbroken, liet Van Hove in een schriftelijke reactie weten “erkentelijk” te zijn voor de kans die hij heeft gekregen om samen met ITA internationaal erkende artistieke successen te boeken. Over de rol die hij zelf speelde bij het ontstaan van de angstcultuur, schreef hij niets. Geselecteerd door de redactie.