Van een onzer verslaggevers Willemstad/Den Haag - Het Gemeenschappelijk Hof is ‘een Koninkrijk in mini-verband’, waarbij 200 plus Koninkrijksburgers - afkomstig uit Windwardside (Saba), Willemstad (Curaçao) of Bussum (Nederland) - samenwerken aan de Caribische rechtspleging. ,,Een samenwerking die wij als Hof koesteren, omdat daarmee niet alleen aandacht is voor de Caribisering maar ook voor de kruisbestuiving over en weer met kennis en cultuur en daarmee met wederzijds respect.” Woorden die de president van het Hof, Mauritsz de Kort, uitsprak tijdens het symposium in verband met bij de viering van 70 jaar Statuut met als titel ‘Verbondenheid’, georganiseerd door het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Aruba in Den Haag.
,,Een verbondenheid die alleen mogelijk is wegens een goede samenwerking tussen de regeringen, en vooral diens ambtenaren, van Curaçao, Aruba, Sint Maarten, Nederland en met instituties als de Raad voor de Rechtspraak en de onderscheiden Hoven en rechtbanken in Nederland.” En nóg belangrijker, volgens De Kort ‘levert dit al met al een betrouwbare pijler op in de democratie van onze landen en eilanden die wij bedienen’. Hij geeft zelf een voorbeeld: ,,Als mensen/bedrijven op de eilanden willen investeren is een van de eerste vragen die men stelt hoe het rechtssysteem werkt.
Als je ze het verband en dus de verbondenheid uitlegt, zijn ze direct overtuigd.” Voor velen is het Hof een ‘rustig bezit’, maar vergeet niet, zo sprak de president, ‘het Hof is ook een kwetsbaar bezit’. Want, zo gaf hij direct zelf antwoord: .
.Alhoewel de huidige grondslag van het Hof vervat is in een Rijkswet, is rechtspleging als onderdeel van de justitiële taken een ‘landsaangelegenheid’, in tegenstelling tot een koninkrijksaangelegenheid - artikel 3 Statuut. Dit brengt met zich dat ter feitelijke uitvoering van deze taak van de rechtspleging de samenwerking van de landen onontbeerlijk is.
” Dat leidde vrijdag direct tot de vraag ‘Maar wat is in het onverhoopte geval als een of meer landen weigeren zijn/hun deel te doen?’ En dat kan bijvoorbeeld door de bijdrage niet of niet volledig betalen; door niet mee te werken aan een benodigde formatieversterking; of geen gevolg te geven aan de samenwerkingsregeling eenvormig procesrecht. ,,Komt dan artikel 43 van het Statuut in beeld? Heeft de Koninkrijksregering dan voldoende moed om de bedoelde waarborgfunctie te vervullen ter bescherming van de rechtszekerheid en deugdelijkheid van het bestuur?” De Kort daarover: ,,Zover wil je eigenlijk nooit komen door deze vraag te stellen..
..” De president heeft echter meer vraagpijlen op zijn boog.
,,Daar waar onze Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie (GHvJ) een uitwerking is van artikel 36 en 43 Statuut, rijst de vraag wat te doen in de onverhoopte gevallen wanneer de feitelijke uitvoering van de rechtspleging in gevaar komt of de efficiëntie ervan en de beoogde rechtseenheid die het Hof moet waarborgen?” Het Statuut geeft in zoverre antwoord dat ‘niet Nederland als land, maar het Koninkrijk als eenheid een oplossing moet bieden’. ,,Dit kan zich vertalen in een evaluatie en andere uitwerking uit Rijkswet GHvJ.” En intussen?, vroeg de spreker hardop.
,,Intussen vergt het ook ambitie, moed en vertrouwen om de grenzen van de huidige kaders te verkennen en feitelijke invulling te geven aan de samenwerking op justitieel gebied en meer in het bijzonder om de rechtspleging te ondersteunen. Ook hier dus; ‘Met de wil elkander bij te staan’. Dit geldt overigens ook voor de overige ‘landsaangelegenheden’ als onderwijs, maar ook, dichter bij huis, het OM Carib (Openbaar Ministerie in het Caribisch deel van het Koninkrijk).
” De Kort haakte in op recente ontwikkelingen en publicaties: ,,Bekend is dat in dit verband de discussie actueel is over de ‘disbalans’ in de justitiële keten in het Caribisch gebied, waar het gaat om beperkte beschikbare capaciteit van de lokale diensten - qua mensen en middelen.” Zijn hoop is daarom ‘dat deze discussie ook vruchten afwerpt voor het Hof als zodanig’. De president eindige zijn bijdrage met de opmerking dat al met al het Gemeenschappelijk Hof van Justitie ‘een relatief rustig en ik denk volop te kunnen zeggen een betrouwbaar bezit is’.
,,Relatief, omdat het kwetsbaar is, afhankelijk van de samenwerking van alle landen en overigens in een soms uitdagende politieke constellatie.” En: ,,Als het onze ambitie is om in ieder geval de rechtspleging in deze vorm te handhaven en te versterken dan is ‘kurashi’ nodig om dit ook mogelijk te maken én ‘konfiansa’ dat alle landen hiertoe welwillend zijn en ‘konfiansa’ in het Hof zelf als zodanig om deze klus te klaren”..
Bovenkant
Hof is Koninkrijk in ‘mini-verband’
President wijst tijdens panel 70 jaar Statuut op kwetsbaar bezitVan een onzer verslaggeversWillemstad/Den Haag - Het Gemeenschappelijk Hof is ‘een Koninkrijk in mini-verband’, waarbij 200 plus Koninkrijksburgers - afkomstig uit Windwardside (Saba), Willemstad (Curaçao) of Bussum (Nederland) - samenwerken aan de Caribische rechtspleging.Lees meer...