Minister van Ontwikkelingshulp Reinette Klever (PVV) had een „hele duidelijke boodschap” tijdens haar eerste bezoek aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september, vertelt ze in een video op socialemediumplatform Linkedin: „Wij bezuinigen op ontwikkelingshulp”, oplopend tot structureel 2,4 miljard euro per jaar vanaf 2027. Maar hoewel de bezuinigingen van Klever wellicht opvallen door hun omvang, is Nederland niet uniek. Een groot aantal Europese landen beknibbelt namelijk op internationale armoedebestrijding en andere hulp over de grens.
Daarmee raken die landen steeds verder verwijderd van de binnen de Verenigde Naties afgesproken norm om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen (bni) te besteden aan ontwikkelingshulp. Zo liet het Verenigd Koninkrijk onder premier Boris Johnson de VN-norm los en zakte naar 0,5 procent van het bni. De huidige Labour-regering houdt daar voorlopig aan vast.
Ook Finland, Zweden en de Europese Unie hebben hun hulp teruggeschroefd. In Nederland was al voor de eerste werkdag van minister Klever duidelijk dat er grote veranderingen op komst waren. Ze zou namelijk expliciet geen minister van Ontwikkelingssamenwerking worden: voor het eerst in een halve eeuw spreekt Nederland weer van ontwikkelingshulp.
Hoewel Frankrijk in 2021 in de wet verankerde om de VN-norm vanaf 2025 te halen, raakt dat doel door nieuwe bezuinigingen juist verder uit zicht. Eind vorig jaar presenteerde de Franse regering een begroting voor 2025 die het budget voor ontwikkelingshulp zou doen slinken naar iets meer dan twee derde ten opzichte van 2022. Die begroting sneuvelde.
De vraag is hoe ontwikkelingshulp het eraf gaat brengen in het begrotingsvoorstel van de nieuwe Franse regering. Ook daarin wordt bezuinigd . Naast de krapte in de begroting, hebben de Franse bezuinigingen ook een meer politieke oorzaak, zegt Alan Anic, campagnemanager van hulporganisatie Oxfam in Frankrijk.
„Ontwikkelingshulp is de nieuwe obsessie van radicaal-rechts”, zegt Anic. „Ze zetten burgers op tegen de armste mensen in de wereld. Terwijl de rijken in de wereld alleen maar rijker werden.
” Ook in Duitsland is ontwikkelingshulp een van de eerste kostenposten die het moeten ontgelden bij het inperken van de overheidsuitgaven. Zo gaf Duitsland als grootste Europese donor in 2022 nog 0,85 procent van het bni uit aan ontwikkelingshulp, dat zakte naar onder de 0,7 procent in 2024. Die bezuiniging is onder meer veroorzaakt door de stagnerende economie, een begrotingscrisis en het Duitse herbewapenen na de Russische inval van Oekraïne.
Mogelijk moet de grootste klap voor internationale ontwikkelingshulp nog komen. Op zijn eerste dag als president tekende Donald Trump een decreet waarmee hij de Amerikaanse ontwikkelingshulp negentig dagen opschort . In die tijd zal worden gekeken of uitgaven „Amerikaanse belangen” wel dienen.
Het effect voor reeds toegewezen hulp is nog niet duidelijk. Tijdens zijn eerste termijn probeerde Trump meermaals te snijden in Amerikaanse ontwikkelingshulp. Hij stelde bijvoorbeeld een bezuiniging van 21 procent voor bij de begroting voor 2021.
Toentertijd ging het Congres daar niet in mee, maar Trump zal deze keer naar verwachting minder politieke weerstand ondervinden. De Republikeinen hebben het voor het zeggen in zowel het Huis als de Senaat, en Trump heeft meer grip op de partij dan ooit tevoren . Daarbij reageerde Elon Musk – door Trump aangewezen om te snoeien in overheidsuitgaven – positief op het idee om Amerikaanse bijdragen aan ontwikkelingshulp volledig af te schaffen .
Onder president Joe Biden stegen die bijdragen juist flink, van 38 miljard dollar in 2020 naar 63 miljard in 2024. Die toename is voor een groot deel te danken aan Amerikaanse (non-militaire) steun aan Oekraïne. Hoewel de Amerikanen slechts 0,24 procent van hun bni aan ontwikkelingshulp uitgeven, maakt de grootte van hun economie dat ze volgens de telling van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) de grootste donor ter wereld zijn.
De afgelopen vijf jaar financierden de Amerikanen volgens de VN maar liefst 38 procent van alle wereldwijde humanitaire hulp. Naast de huidige dip in Europese uitgaven komt er ook minder geld terecht in ontwikkelingslanden. In 2022 ging slechts 22,5 procent van het budget naar de vijftig armste landen, bijna 8 procent minder dan tien jaar daarvoor.
Europese landen gaven meer geld uit aan hulp aan Oekraïne en opvang van asielzoekers in eigen land (dat deels als ontwikkelingshulp mag worden meegeteld). Omdat Europese landen tot de grootste gevers van ontwikkelingshulp horen, hebben bezuinigingen al snel grote gevolgen. Zo blijkt uit een onderzoek van een Britse parlementaire commissie dat alleen al de bezuinigingen in het VK ertoe leiden dat in Zuid-Soedan „27.
000 acuut ondervoede kinderen geen medische hulp krijgen”. Van die kinderen zouden er drieduizend kunnen sterven. In Jemen, een andere grote ontvanger van Britse hulp, lopen een „half miljoen vrouwen en kinderen gezondheidszorg mis”.
„De noden worden niet minder”, zegt Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire studies aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. „De afgelopen jaren zijn er enorme crisishaarden geweest: Syrië, Jemen, Oekraïne, Soedan. Daarnaast veroorzaakt klimaatverandering meer droogte en overstromingen.
” De internationale trend om te bezuinigingen baart Hilhorst daarom zorgen. Ze ziet een verschuiving. „Duitsland komt bijvoorbeeld met verregaande bezuinigingen op humanitaire hulp, terwijl het vroeger altijd een van de grootste spelers was bij het verlenen van hulp tijdens rampen.
”.
Bovenkant
Hoewel de nood hoog blijft, korten Europese landen flink op ontwikkelingshulp
Niet alleen Nederland bezuinigt op ontwikkelingshulp. Landen door heel Europa beknibbelen op hulp over de grens. Omdat Europese landen tot de grootste gevers behoren, heeft dat verregaande gevolgen voor de rest van wereld.