GEZONDHEID Hoe Wico Vos de strijd tegen longkanker won, maar zijn grote liefde verloor Ingrid Smits Vandaag, 10:07 • 6 minuten leestijd Wico Vos: "Na de behandeling moest ik Wico 2.0 uitvinden" © Eigen foto In het lijf van Wico Vos werd bijna tien jaar geleden een 'atoombom' tot ontploffing gebracht. Hij was proefkonijn voor een nieuwe behandelmethode tegen longkanker.
Het is 4 oktober 2015 en in café Rivierzicht heeft Wico Vos z’n beste vrienden en vriendinnen uitgenodigd. Te vieren heeft hij niks, iets te markeren wel. Vanaf morgen zal hij steeds minder energie hebben en amper nog smaak.
In de agenda staat: eerste chemokuur. Dus nog even dansen, voordat ‘de pleuris uitbreekt’. En genieten van een pilsje.
“The roof, the roof, the roof is on fire”, schalt er uit de speakers in het café. Een nummer van de Bloodhound Gang. “We don’t need no water, let the motherfucker burn.
Burn motherfucker, burn!” “Mooie titel voor je boek”, merkt een vriend op. Vijf jaar na de avond in Rivierzicht verschijnt Burn Motherfucker! – mijn kankerverhaal , een rauw en openhartig verslag in een soort dagboekstijl. “Ik heb er lang aan gewerkt”, zegt de auteur.
“Soms vond ik het zo heftig dat ik de laptop na twee regels alweer dichtklapte om een potje te janken.” Mancave Wico is een boomlange kerel, die de twee meter net niet aantikt. Hij woont anti-kraak in een huisje aan de Merwede.
“Welcome in my mancave”, zegt hij vrolijk. Zijn werkkamer is behangen met grote scheepsvlaggen. Op tafel staat een verzilverde doodskop, die dienstdoet als potloodhouder.
De gastheer noemt zichzelf een 'mazzelaar'. "In 2015 kregen elk jaar zo’n 10 duizend mensen longkanker en weet je hoeveel er volgens de statistieken na vijf jaar nog in leven zouden zijn? Honderd!" Grijzend: "Daar ben ik dus bij." Atoombom In zijn boek beschrijft Wico hoe hij in 2015 een proefkonijn is in het Dordtse Albert Schweitzer Ziekenhuis.
Hij krijgt er chemo’s en bestralingen. Niet na elkaar, zoals gebruikelijk, maar tegelijkertijd. Drieënhalve maand lang.
Hij is nog jong (begin vijftig) voor een longkankerpatiënt, zegt de dokter, en in goede conditie. Hij moet het aankunnen, de 'atoombom' die in zijn lichaam tot ontploffing wordt gebracht. In Burn Motherfucker! maakt de geboren Rotterdammer de lezer getuige van z'n woede, wanhoop en frustratie.
Hij schrijft dat bijna niemand ziet dat hij er zo belabberd aan toe is. Want ja, om zo'n tumor zit nu eenmaal geen gips. Hij maakt notities over de pijnlijke bestralingen in de machine, die hij schertsend ‘de zonnebank’ noemt en over de voedingssondes die later hij later krijgt, omdat hij door z’n kapot bestraalde slokdarm niet meer kan slikken.
De schrijver spaart zichzelf niet. Hij bekent dat hij, ondanks alles, soms best nog zin heeft in een sigaretje. “Onbegrijpelijk”, noemt hij z’n hang naar nicotine.
Jolig constateert hij ook dat hij 'er op zijn 52e aan de chemo beter uitziet dan op zijn 48e aan het bier'. En dat hij hoopt dat Johan Cruyff, die in dezelfde periode tegen dezelfde ziekte vecht, niet de godganse dag 'als een ouwe lul loopt te klagen'. WonderWoman Een speciale rol in het boek is weggelegd voor WonderWoman, met wie hij negen jaar samen is.
Het stel heeft een lat-relatie, maar als Wico ziek wordt, trekt hij al snel bij haar in. WonderWoman schrijft met viltstift Burn Motherfucker! op de pot met kwark die hij moet eten om op kracht te blijven en aait hem over zijn kale bol als hij total loss op de bank naar voetbal ligt te kijken. Wico noemt haar een 'superheldin', die alleen maar cadeautjes verdient: lekkere zeep, chocolade en veel positieve aandacht.
"Helaas ben ik zelf alleen maar boos of lig ik te slapen." Samen met WonderWoman barst hij in huilen uit als hij in het ziekenhuis te horen krijgt dat hij niet voor niets door de hel is gegaan. De tumor is verdwenen.
Supergezond leven Of hij intussen weer een beetje de oude is? “Nee", zegt hij, "en dat gaat ook nooit meer gebeuren. Fysiek kom ik hooguit nog op zestig procent. Maar dan moet ik supergezond leven.
Als een topsporter, zeg maar. Daar heb ik geen zin in. Het moet natuurlijk nog wel een beetje leuk blijven.
Dus ik rook mijn shagjes, al is het wel minder dan vroeger, en geniet weer van een biertje. Veel mensen vinden het raar dat ik weer rook. Maar in de eerste twee jaar na de behandeling had ik 95 procent kans dat de tumor weer zou terugkomen.
Nou, dacht ik, wat maakt zo’n shagje dan eigenlijk nog uit? Werken in het onderwijs, wat ik vroeger deed, gaat niet meer. Ik ben nu brugwachter en sluismeester, voor twintig uur per week. Eten gaat door mijn beschadigde slokdarm nog steeds moeizaam.
Een broodje kaas eten, kost me zo’n twintig minuten." Zou je het nog eens doen, zo'n atoombom laten ontploffen in je lijf? “Absoluut! De behandeling heeft mijn leven gered. Maar als de kanker ooit terugkomt, begin ik nergens meer aan en wordt het gewoon doodgaan.
Euthanasie. Ik ga niet nóg een keer door de hel, heb ik besloten. Maar don’t worry: ik denk dat ik nog wel even meega en gewoon 84 word.
” Heeft de ziekte je ook iets gebracht? “Zeker. Ik heb veel nagedacht over waar het in het leven nou eigenlijk over gaat.” En? “Het gaat helemaal nergens over.
Maar ondertussen blijf ik wel gewoon rondhobbelen, hoor. En doe ik ook heus weer leuke dingen. Ik heb een bootje gekocht.
Een mooie, roestvrijstalen schuit. En ik ben op de motor door India gereden, iets wat ik al heel lang wilde. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: maak mooie herinneringen! En besteed je geld vooral niet te veel aan materie.
” Hoe is het met jou en WonderWoman? “Ik zie haar niet meer. Onze relatie is op de klippen gelopen, omdat ik door de zware behandeling alleen nog maar bezig kon zijn met mezelf. Ik was echt helemaal de weg kwijt en moest Wico 2.
0 gaan uitvinden. En toen kreeg WonderWoman zelf fysieke problemen. Ze had evenwichtsstoornissen en viel soms zomaar neer op straat.
Het was heel heftig. Maar ik kon haar niet steunen, zoals zij bij mij wél had gedaan. Ik was ‘op’ en wilde sowieso al afstand van haar nemen, omdat ik dacht dat ik dus binnen twee jaar alsnog de pijp uit zou gaan.
En als dat niet zou gebeuren: wat moest ze dan met een half-invalide man als ik? Ik heb de breuk zelf veroorzaakt. En daar heb ik spijt van. Ze was en is mijn grote liefde.
Maar ik denk niet dat ze nog bij me terugkomt. Ze heeft inmiddels een ander. Ik hoop dat het er bij mij in de liefde ook nog eens van komt.
Pas heb ik weer eens een nacht lepeltje-lepeltje naast een vrouw gelegen. Dat kon lange tijd niet, omdat ik hele nachten lag te hoesten. Maar sinds kort heb ik een puffer en die helpt waanzinnig goed.
Wat ik jou nu zit te vertellen, staat trouwens allemaal niet in Burn Motherfucker! Het wordt hoog tijd voor een bijgewerkte versie.”.
Sporten
Hoe Wico Vos de strijd tegen longkanker won, maar zijn grote liefde verloor
In het lijf van Wico Vos werd bijna tien jaar geleden een 'atoombom' tot ontploffing gebracht. Hij was proefkonijn voor een nieuwe behandelmethode tegen longkanker.