Hitte, droogte en branden bedreigen een van de grootste moerasgebieden ter wereld

De Pantanal in Brazilië wordt ernstig bedreigd door bosbranden, een gevolg van klimaatverandering en El Niño. „We hebben dit jaar praktisch geen regentijd gehad.”

featured-image

Boven een uitgestrekt moerasgebied met groene waterplanten en zwemmende reuzenotters hangt een scherpe brandlucht en trekken dikke rookwolken voorbij. Kaaimannen werpen hun logge lijven vanuit de modder op de kant en blijven bewegingloos liggen. Een paar kilometer verderop dendert kolonel Rafael Marcondes in een kolonne van drie fourwheeldrives met zijn team over de kurkdroge savanne richting de bron van de enorme rookontwikkeling.

Brandweermannen stappen uit, zetten maskers en brillen op en rennen met zware watertanks op hun rug richting het bos waar knetterende vlammen om zich heen slaan. „We bevinden ons al maanden in een enorme crisis hier in de Pantanal. Sinds juni zijn er wel duizenden bosbranden in het gebied.



Het is veel droger dan normaal en er is veel minder regen. De klimaatcrisis is hier goed te merken”, zegt Marcondes. Via zijn walkietalkie komt er een krakerig bericht binnen.

„Over tien minuten komen er twee watervliegtuigjes overvliegen om te blussen!” roept hij naar de brandweermannen. De Pantanal – een van de grootste moerasgebieden ter wereld – strekt zich voor het grootste deel uit over Brazilië maar ook delen van Bolivia en Paraguay behoren tot deze unieke wetlands met meer dan drieduizend plantensoorten en bijzondere dieren zoals jaguars, capibara’s, tapirs en moerasherten, maar ook vele honderden vogelsoorten waaronder de bedreigde blauwe hyacinth-ara. De bescherming van de biodiversiteit in gebieden zoals de Pantanal staat deze weken ook op de agenda van de VN-top COP 16 in Cali, Colombia.

Daar maken landen afspraken hoe dit soort kwetsbare gebieden het beste beschermd kunnen worden. Experts maken zich grote zorgen over de Pantanal: door hevige en aanhoudende droogte en hitte, afnemende regenval en vele bosbranden gaat dit unieke gebied sterk achteruit. De Braziliaanse minister van Milieu en voormalig milieuactivist Marina Silva waarschuwde al dat als het zo doorgaat de Pantanal voor de eeuwwisseling verloren zal zijn.

In 2020 waren hier ook al forse bosbranden, maar vooral dit jaar wordt de Pantanal – dat in omvang vijf keer groter is dan het landoppervlak van Nederland – extra hard getroffen door een historische extreme droogte die Brazilië treft: de ergste sinds pakweg veertig tot vijftig jaar. In het draslandgebied, dat normaliter tijdens een cyclus van pakweg vijf maanden per jaar voor circa 80 procent onderloopt, staat nu veel minder water. „We hebben dit jaar praktisch geen regentijd gehad waardoor er veel minder gebieden onder water zijn gelopen.

En door de droogte was de regentijd ook veel korter. Er zijn nu sommige delen zijn praktisch uitgedroogd”, zegt Paulo Abranches, die als bioloog werkzaam is in de Pantanal en verbonden is aan het milieuafdeling van de lokale overheid. Bij een van de moerassen bestudeert hij de lage waterstand.

Een tuiuiu, een reuzenooievaar van ruim een meter hoog met een zwarte kop en rode hals wandelt op hoge poten over de kurkdroge moeraswal en spreidt dan de enorme witte vleugels en vliegt in volle kracht weg. Brazilië en andere delen van Zuid-Amerika hadden het afgelopen jaar daarnaast te maken met een sterke El Niño, een weerfenomeen dat om de drie tot zeven jaar voorkomt en waarbij het oppervlaktewater van de Stille Oceaan opwarmt waardoor er in bepaalde delen van de regio droogte en hitte ontstaat. Op andere plaatsen wordt het juist vochtiger.

„Tel daar bovenop de opwarming van de aarde, waardoor er sowieso al meer water verdampt. Daarnaast voelen we hier in de Pantanal ook de impact van de ontbossing in de Amazone, die praktisch naast de Pantanal ligt. Daardoor regent het hier ook minder”, zegt Abranches verontrust.

Een tocht door de Transpantaneira, een 147 kilometer lange onverharde weg door een gebied dat bekend staat om zijn vele jaguars, maakt de impact van de droogte op de dieren goed zichtbaar. Halverwege de route ligt een moerashert midden op een uitgedroogde zandvlakte. Het dier lijkt op zoek naar het laatste drinkwater op de plek.

Het zijn dit soort dieren die dierenarts Rafaela Zluhan probeert te redden met haar speciale veterinaire noodteam voor de Pantanal. De grote watertank op het dak van haar SUV vult ze met een waterslang vanuit een speciaal aangelegd reservoir. Het is negen uur in de ochtend en nu al boven de veertig graden.

„Als er branden zijn trekken we eropuit in de hoop dieren te kunnen redden”, zegt Zluhan. „Dieren die het hebben overleefd maar verbrand zijn, verzorgen we. Daarnaast vullen we de natuurlijke drinkplaatsen van de dieren aan als die door de droogte uitgeput raken.

” Ze toont op haar telefoonscherm beelden van een reddingsactie van een week geleden, waarbij ze een tapir met bebloede en verbrande poten behandelt. Ze scrolt verder naar een gruwelijk beeld van een verkoolde aap. „Deze aap konden we niet meer redden.

Maar de tapir wordt verderop in een opvangcentrum verzorgd”, vertelt ze. De paniek was onlangs groot toen er brand uitbrak in de buurt van een opvangplek voor dieren. „Een deel van de dieren is met spoed nu verderop in het gebied opgevangen, maar er zijn ook dieren naar de dichtstbijzijnde stad gebracht voor verdere verzorging.

We zitten hier helemaal afgelegen”, zegt ze. Het doet haar pijn te zien hoe de Pantanal eraan toe is. „Ik kom hier al jaren, maar zo erg als dit jaar heb ik het nog nooit meegemaakt.

En de dieren – de meest onschuldige wezens die er zijn – zijn de slachtoffers, terwijl wij mensen deze ellende veroorzaken”, zegt Zluhan. Als ze met de watertank aankomen bij een gammele houten brug, rollen Zluhans collega’s een grote waterslang uit om drinkbakken te vullen en de opgedroogde zanderige waterbron van de dieren aan te vullen. Een collega koppelt onder aan de brug de cameravallen los die daar sinds een aantal dagen hangen.

„We kunnen daarop monitoren hoeveel dieren er ’s nachts komen drinken”, zegt hij. Op nachtbeelden is te zien hoe een enorme tapir gulzig uit de waterbakken drinkt. Een ocelot komt eerst wat schichtig poolshoogte nemen en begint dan ook te drinken.

„Soms komen we echt volledig uitgedroogde dieren tegen, de nood is hoog”, zegt dierenarts Zluhan. „Sssst!” roept een van haar medewerkers plotseling. In de verte tussen de bomen verschijnt een klein hert met een rossige vacht.

Het staart richting de waterplas. Na wat voorzichtige stappen richting de brug, maakt het dier rechtsomkeert en verdwijnt snel het bos weer in, hoogstwaarschijnlijk geschrokken door de aanwezigheid van mensen. Even later keert het dier toch terug en loopt langzaam richting het water waar het vervolgens gulzig begint te drinken.

„Het feit dat dit hert zich over de angst heen zet terwijl wij hier op de brug staan geeft al aan hoe dorstig het was”, zegt Zluhan nadat het dier weer is vertrokken. De Pantanal ligt deels in de Braziliaanse deelstaat Mato Grosso, dat bekendstaat als een regio waar aan grootschalige sojaproductie wordt gedaan. Het is gebruikelijk dat de fazendeiros – de boeren – hun land na de oogstperiode afbranden en zo gereed maken voor het volgende zaaiseizoen.

Door de extreme droogte en de rukwinden verspreiden dit soort vuren zich oncontroleerbaar snel: voor de brandweer lijkt het soms dweilen met de kraan open, zegt kolonel Marcondes. „Het gaat om een enorm gebied, uitgestrekt en vlak, en het vuur verspreidt zich snel via de rukwinden maar ook dankzij de oververhitte ondergrond, de aarde van binnen is bloedheet. Als je de ene brand onder controle hebt, vat het verderop weer vlam”, zegt Marcondes terwijl de twee watervliegtuigjes achter elkaar een enorme hoeveelheid water vanuit de lucht over de vlammen sproeien.

Onlangs bepaalde de Braziliaanse regering dat boeren die zich schuldig maken aan brandstichting zwaarder gestraft gaan worden met boetes die in de miljoenen reais kunnen oplopen (één miljoen reai is ruim 160.000 euro). Schade van de branden is ook goed te zien aan de rand van de Pantanal, in de zogeheten Cerrado, een droog savannegebied waar bewoner Marcos Antonio Sguarezi een stuk grond heeft met een kleinschalige suikerrietaanplant en een eigen rumstokerij naast zijn huis waar hij cachaça maakt, Braziliaanse witte rum.

Tijdens een tocht langs zwartgeblakerde bomen en verschroeide aarde spreekt hij zijn zorgen uit. „Ik woon hier al veertig jaar en heb het hele gebied zien veranderen. Twintig jaar geleden kwam hier het niet boven de 26 graden terwijl de gemiddelde temperatuur nu rond de 38 en soms zelfs 40 graden ligt”, zucht hij.

De klimaatverandering is volgens Sguarezi gelijk opgegaan met de groei van de agrosector in de regio. „Er wordt grootschalig ontbost, er worden giftige stoffen gebruikt en stukken grond eerst afgebrand voor de nieuwe zaaiperiode”, zegt hij. „Ik ben niet tegen landbouw, ik heb zelf ook een kleine suikerrietaanplant, maar ik vernietig de natuur niet.

Het ontbossen moet stoppen.” Aan de rivier van het plaatsje Porto Jofre, het eindpunt van de lange stoffige transpantaneira, gelegen aan de rivier de Cuiabá, maken toeristen met verrekijkers en grote fotolenzen zich klaar voor een boottocht. Hun grote hoop is een glimp van een jaguar op te vangen.

Maar de lucht betrekt en het begint hard te regenen, gevolgd door een flinke onweersbui. De toeristen verstoppen zich onder een groot zeil in de half open boot, terwijl bootsman Jorge begint te juichen. „Dit hebben we nodig, eindelijk! Vijf maanden heeft het hier nauwelijks geregend.

” Een uur later klaart de lucht op, keert de rust terug over het water. De toeristen vegen zich nog droog als de bootsman plotseling langs het water, tussen wat lage struiken, het geelbruine vel van een jaguar ziet. „Kijk daar!” fluistert hij.

Er wordt druk gefotografeerd als verderop ineens een andere jaguar verschijnt die pontificaal op de wal gaat liggen en de groep op de boot recht aankijkt. „Jaguars brengen geluk, zeggen we hier”, zegt de bootsman hoopvol. „Misschien is dit het teken dat het komende regenseizoen beter zal zijn.

”.