Het ziekenhuis moet goedkoper – en zoek maar uit hoe je er komt

Nu al is het lastig om per bus het ziekenhuis in Sneek te bereiken. Maar wat als de nieuwbouw straks ver buiten de stad komt, op de kruising van twee rijkswegen?

featured-image

Een beetje versuft zit Marten van Gendt bij de bushalte voor het Sint Antonius Ziekenhuis. Hij was zojuist voor medisch onderzoek in het streekziekenhuis in Sneek. Het regent licht.

Dat maakt het wachten geen pretje op de verwaarloosde halte met de verweerde rode verf en de kapotte ruiten. De 27-jarige Van Gendt – pet, baardje, wijde bloemetjesbroek – zit er al een tijdje. Hij wacht op lijn 99 en die gaat maar eens in het halfuur.



„Over twee uur, na twee keer overstappen, ben ik thuis in Emmeloord.” De bereikbaarheid van de zorg, met name per openbaar vervoer, staat onder druk, rapporteerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) donderdag. En dat merkt Marten van Gendt in Sneek.

Hij is aangewezen op de bus. „Met de auto zou ik er 45 minuten over doen, maar ik heb geen rijbewijs. En in mijn huidige toestand had ik sowieso niet mogen rijden.

” Het Sint Antonius heeft weliswaar een vestiging in Emmeloord, maar voor specialistisch onderzoek moeten patiënten naar Sneek. Hoe lang nog, is de vraag. Het ziekenhuis gaat misschien dicht.

De directie onderzoekt een fusie met het hospitaal in Heerenveen (in 2034) en denkt erover samen een nieuw pand te bouwen in Joure, bij het kruispunt van de A6 en de A7. Zo willen Sneek en Heerenveen, samen met de ziekenhuizen in Leeuwarden en Drachten, beter inspelen op de groeiende vraag naar zorg in de provincie (vanwege de vergrijzing) en krappe arbeidsmarkt voor zorgpersoneel. Zo’n fusie met Heerenveen is een slecht plan, vindt het gemeentebestuur in Sneek.

Want daarmee, is de vrees, neemt de bereikbaarheid van de zorg in de uitgestrekte gemeente Súdwest-Fryslân nog verder af. „De verschraling van het openbaar vervoer heeft in onze regio al gezorgd voor de nodige vervoersarmoede”, zegt wethouder Michel Rietman (mobiliteit, PvdA) in het monumentale stadhuis van Sneek. „Verhuizing van het ziekenhuis – die nog helemaal niet zeker is – vergroot die vervoersarmoede”, aldus Rietman.

„Het ziekenhuis wil de kosten drukken, maar gaat voorbij aan de hoge maatschappelijke kosten van zo’n verhuizing.” Als een ziekenhuis bij Joure wordt gebouwd, 25 kilometer verderop, is Súdwest-Fryslân veel meer kwijt aan zogeheten Wmo-vervoer. Nu kost patiëntenvervoer in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning de gemeente jaarlijks 2,5 miljoen euro.

Ov-bereikbaarheid lijkt hier in de besluitvorming van later zorg, zegt collega-wethouder Marianne Poelman (gezondheid, PvdA). Bereikbare zorg dicht bij huis is bewezen effectiever en dus efficiënter, zegt ze. „Je herstelt sneller als je dichtbij huis wordt verzorgd en als de mensen die je lief hebt je goed kunnen bereiken.

” Poelman pleit mede namens alle 28 gemeenten in Nederland met een streekziekenhuis voor het behoud van die regionale zorg. Ziekenhuizen zijn de afgelopen jaren veel slechter bereikbaar geworden, meldde het PBL donderdag, met name per bus, tram, metro en trein. Hetzelfde geldt voor scholen, supermarkten en werk.

Dat beperkt de deelname van veel mensen aan de samenleving, aldus het Planbureau. Van patiënten en hun bezoekers tot scholieren en studenten, van lager geschoolde werknemers tot mensen op het platteland en in slecht bereikbare wijken in de grote stad. De bereikbaarheid van veel locaties is voor hen afgenomen, terwijl die voor autorijders op peil is gebleven.

Een op de acht ouderen met een laag inkomen kan nu per ov niet binnen drie kwartier een ziekenhuis of polikliniek bereiken. En dan betreft alleen nog maar de situatie op een gemiddelde dinsdagochtend tussen 7.00 en 9.

00 uur. ’s Avonds en in het weekend is de bereikbaarheid van ziekenhuizen slechter. De bus van het Sint Antonius naar het station van Sneek gaat ’s avonds en in het weekend eens per uur.

Het PBL constateerde al in 2022 dat met name ziekenhuizen niet goed meer bereikbaar zijn met het ov. Ook al hadden veel instellingen wel een bushalte op redelijke afstand. „Tellen van bushaltes vertelt niet het hele verhaal”, zegt Freek Bos van reizigersorganisatie Rover, meegegaan naar de halte in Sneek.

„Vaak is de gedachte dat de bereikbaarheid per ov voor ziekenhuizen prima geregeld is. Dat valt in de praktijk vies tegen, blijkt uit recent eigen onderzoek.” Rover onderzocht de bereikbaarheid van 24 ziekenhuizen, verspreid over Nederland.

Het best scoren ziekenhuizen in de grote stad. In Amsterdam en Den Haag zijn ze goed te bereiken. En in Almere stopt de bus bijna 24 uur per dag en 7 dagen per week bij het ziekenhuis.

Maar in Boxmeer, Tiel, Zutphen en Woerden is de frequentie beduidend slechter. Hier rijdt de bus één keer per uur; ’s avonds en in het weekend is volgens Rover het streekziekenhuis vaak niet bereikbaar met het openbaar vervoer. Niet alleen moet er van Rover een bushalte zijn die ‘ziekenhuis’ heet, maar reizigers moeten die ook goed kunnen gebruiken.

Zo ziet Rover het liefst een halte pal voor de ingang van het ziekenhuis. „In Sassenheim zien we hoe het niet moet”, zegt Bos. „Daar moet je een flink stuk lopen door een woonwijk.

De route is niet aangegeven, en je moet meermaals oversteken.” Of neem het ziekenhuis in Boxmeer. Bos opent Google Street View op z’n telefoon.

„Recht voor de deur is een halte, maar alleen voor buurtbusjes, want die kunnen keren op het plein. Geen verhoogde haltes, dus makkelijk instappen is er niet bij. Een reguliere lijnbus komt er ook, maar de halte daarvoor ligt verder weg.

” De halte in Boxmeer – inclusief opgehoogde stoep en geleidelijnen voor blinden en slechtzienden – ligt volgens Bos niet aan de meest logische route. „De bus moet een ommetje maken van zes minuten. En dat kost extra geld, dat het ov eigenlijk niet heeft.

” Volgens Bos kost dat ommetje zo’n 120.000 euro per jaar. „Bedenk ook dat dit probleem gratis was opgelost als de architect pakweg vijftien jaar geleden het gebouw een kwartslag had gedraaid.

Dan had de ingang langs de busroute gelegen. De ov-sector had dan 120.000 euro bespaard, de reiziger zijn reiskosten, en zorgverzekeraars hadden minder Wmo-vervoer hoeven vergoeden omdat de bus wél een alternatief was geweest.

” De ruimtelijke inrichting van een ziekenhuisterrein is vooral gericht op de auto, blijkt uit het onderzoek van Rover. Lopen naar een parkeerplaats is vaak korter dan naar de bus. In Alkmaar ligt de parkeergarage direct tegen het ziekenhuis aan; busreizigers moeten een paar minuten lopen over een smalle stoep zonder adequate markering.

In Sneek loopt Freek Bos van de bushalte zigzaggend over het parkeerterrein naar de hoofdingang van het Sint Antonius. De route die je als bezoeker geneigd bent terug naar de bus te kiezen, komt uit bij een groot hek. „Als ze hier nu een doorgang hadden gemaakt”, zegt Bos, „en de bushalte vijftig meter hadden verplaatst, sloot dat veel beter aan voor de reizigers.

” Hij leest de vertrektijden op de halte. „Het bezoekuur eindigt hier om 20.00 uur en de bus naar het centrum rijdt eens per uur, om 19.

36 en 20.36 uur. Dat betekent: óf veel korter op bezoek óf lang wachten op de bus.

” Bezoektijden en dienstregelingen sluiten wel vaker slecht op elkaar aan, blijkt uit het Rover-onderzoek. „Streekziekenhuizen zijn vaak gebouwd aan randen van steden”, zegt Bos. „De bereikbaarheid per auto is dan vaak goed, maar bussen rijden er laagfrequent.

Daarom is het raadzaam nieuwe ziekenhuizen binnenstedelijk te bouwen.” De beide wethouders in Sneek hebben daar wel oren naar. Zij willen onderzocht zien of een nieuw ziekenhuis bij het plaatselijke treinstation kan komen.

„Zo krijg je de bereikbaarheid met het ov er direct bij”, zegt wethouder Rietman. Dat is ook belangrijk voor scholieren en studenten voor wie het streekziekenhuis een belangrijke opleidingsplek is. Bovendien, zeggen Rietman en Poelman, gaat een nieuwe buslijn naar een ziekenhuis nabij Joure ten koste van andere ov-verbindingen in de regio.

Het regionale ov heeft al klappen opgelopen in de coronacrisis en door hogere kosten van energie, materieel en personeel. „Inwoners in de dorpen tussen Sneek en de Afsluitdijk klagen al veel langer over het busvervoer.” De bereikbaarheid van een eventueel nieuw ziekenhuis in Joure heeft „vanzelfsprekend” nu al de aandacht van de betrokken ziekenhuizen, zegt een woordvoerder van het Sint Antonius.

„Het gaat niet alleen om patiënten die goed bij ons ziekenhuis moeten kunnen komen, maar ook om onze medewerkers.” De woordvoerder denkt dat op dit moment maar een klein deel van de bezoekers met het ov naar een Fries ziekenhuis reist. Om hoeveel mensen het precies gaat, en met welke vorm van ov ze reizen, weet het Sint Antonius niet.

Voor René Vervaart uit Stavoren zou een ziekenhuis bij het station in Sneek een uitkomst zijn, zegt hij op de bushalte voor het Sint Antonius. Vervaart (60) zit in een rolstoel en moet regelmatig in het ziekenhuis zijn. Nieuwbouw bij Joure en het verlies van het oude Sneker ziekenhuis – waaraan hij als tegelzetter nog heeft gewerkt – vindt hij een onaangenaam idee.

Nu neemt hij relatief eenvoudig de stoptrein terug naar Stavoren. Alleen eerst nog een kwartier met de rolstoel naar het station. „Een goede oefening”, zegt hij.

Maar dat is binnenkort misschien voorbij. „Dan kan ik hopelijk weer autorijden.”.