Het rommelt bij de Zweedse batterijfabriek Northvolt

De fabriek van batterijstart-up Northvolt in het Noord-Zweedse Skelleftea is misschien wel de rommeligste die NRC dit jaar bezocht.

featured-image

De fabriek van batterijstart-up Northvolt in het Noord-Zweedse Skelleftea is misschien wel de rommeligste die NRC dit jaar bezocht. In maart viel al de chaos al op, hoe koortsachtig er gewerkt werd en hoeveel personeel bezig leek storingen op te lossen. De fabriek was bezaaid met afgekeurde testmodellen van batterijen.

Was dit nou dé hoop van Europa om een eigen batterij-industrie op te starten en de Aziatische concurrentie te verslaan? Nu heeft de Financial Times gesproken met tien huidige en voormalige werknemers en opgeschreven wat velen al vermoedden : bij Northvolt in Skelleftea – dat in zware financiële problemen verkeert, onder meer doordat het moeite heeft de productie op gang te krijgen – loopt het volgens de werknemers totaal niet lekker, met gevaarlijke situaties tot gevolg. Volgens de krant is er onder andere sprake van incompetent management, onverantwoorde omgang met gevaarlijke stoffen en onervaren personeel. Het stuk komt met opmerkelijke details, zoals een werknemer die omschrijft als stagiair al enorme verantwoordelijkheden te hebben gekregen.



Een ander zegt in het artikel dat hij ruimtes met chemische stoffen inging zonder de juiste beschermende uitrusting. “Ergens vraag ik me serieus af of ik iets binnen heb gekregen dat me ziek kan maken.” Verder zouden doelen steeds veranderen.

Communicatie met Chinees personeel van de machineleverancier verloopt moeizaam. Northvolt is de best gefinancierde Europese start-up en haalde de afgelopen jaren ruim 15 miljard euro op. Het zit echter in zware financiële problemen, ontslaat een groot deel van het personeel en heeft de bouw van enkele fabrieken stopgezet om te focussen op de hoofdvestiging in het Noord-Zweedse Skelleftea.

Batterijen maken blijkt moeilijker dan gedacht, vooral op een continent dat er geen enkele ervaring mee heeft. Het bedrijf heeft altijd gezegd hard te willen groeien om snel te kunnen concurreren met Aziatische fabrikanten. Critici vroegen zich al langer af of het bedrijf niet te snel en te veel wilde.

.