Het lerarentekort leidt (weer) tot sappelen: ‘Onze poule met vervangers is leeg’

Door het lerarentekort blijft het spannend: vinden scholen genoeg leerkrachten voordat de zomervakantie afloopt? „Het wordt lastig als iemand langdurig ziek wordt.”

featured-image

Gelukkig had hij voor de zomervakantie z’n bezetting rond, dus kon-ie genieten van een weekje Wenen. Maar het wordt wel weer sappelen, zegt Ralph Henssen, bestuurder van Stichting Wijzers in Onderwijs. Daar vallen elf basisscholen onder in dorpen in Midden-Limburg, waaronder Maasbracht en Echt.

„We beginnen het schooljaar met voldoende leraren, maar het wordt lastig als iemand langdurig ziek wordt. De poule met vervangers is leeg.” Deze week zijn de scholen in regio Zuid weer begonnen.



Volgende week gaan die in regio Midden weer open en nog week later die in regio Noord. Er is landelijk nog steeds een fiks lerarentekort en dat merken veel scholen in meer of mindere mate. Volgens de laatste cijfers van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) – van afgelopen najaar – is het tekort in het basisonderwijs 9,7 procent van de werkgelegenheid.

Dat komt neer op een tekort van 9.800 voltijdsbanen. In het voortgezet onderwijs gaat het om 5,8 procent (3.

800 voltijdsbanen). OCW schat in dat het tekort, na jaren van stijgen, in het basisonderwijs de komende jaren lichtelijk daalt om na 2028 weer te gaan stijgen. Het oplopende tekort kwam door een golf aan pensioneringen die onvoldoende kon worden opgevangen met afgestudeerden van de pabo.

De verwachte daling wordt veroorzaakt door het teruglopende aantal pensioneringen én aantal leerlingen. Na 2028 stijgt het aantal leerlingen naar verwachting weer. In het voortgezet onderwijs zal het tekort de komende tien jaar licht blijven stijgen.

De pijn zal vooral worden gevoeld in de Randstad, waar het aantal leerlingen stijgt, terwijl dat in sommige andere delen van Nederland juist daalt. Er zijn voornamelijk tekorten bij de vakken Nederlands, Duits, Frans, informatica, natuurkunde, scheikunde, wiskunde en klassieke talen. De tekorten zijn het grootste in de vijf grootste steden en omliggende gebieden.

Daarbuiten zijn er grote regionale verschillen te zien. Ook geldt: hoe ‘complexer’ de leerlingenpopulatie (bepaald aan de hand van het risico op leerachterstanden) van een school, hoe groter het lerarentekort. SKPO – een basisscholenkoepel met 35 scholen in voornamelijk Eindhoven, de vijfde grootste stad van Nederland – heeft tot nu toe „zelden of nooit” last gehad van het lerarentekort, zegt bestuurder Peter Tijs.

„Dat klinkt misschien arrogant, maar dat is gewoon zo.” Hij denkt dat dat komt doordat SKPO een aantrekkelijke werkgever is: de stichting geeft de scholen veel vrijheid bij het bepalen van hun beleid. Hij voorziet wel een probleem.

Het aantal inwoners in de regio Eindhoven groeit enorm door de komst van kennismigranten, die in de hightechindustrie van Zuidoost-Brabant komen werken, bij bedrijven als chipmachinefabrikant ASML. Die ontwikkeling zorgt volgens schattingen tot 2032 voor zo’n acht- tot dertienduizend extra leerlingen. Goed voor, in theorie, zo'n 22 nieuwe basisscholen, zegt Tijs.

„Ik verwacht in de loop van het jaar en anders zeker volgend schooljaar een golf van nieuwe aanmeldingen.” Sultan Solak-Bilici is bestuurder van Platoo, een koepel met veertien basisscholen in de omgeving van Eindhoven, in plaatsen als Helmond en Deurne. Hiervoor werkte Solak-Bilici in het Eindhovense basisonderwijs en zij merkte toen wel degelijk de gevolgen van het tekort.

„We begonnen ooit een schooljaar met twee klassen zonder leraar.” Bij Platoo hebben ze iets minder last van het tekort, maar elk jaar merkt Solak-Bilici meer van het „rimpeleffect” vanuit de grote stad. „We waren dit jaar tot aan de eerste vakantieweek bezig met het vinden van voldoende leraren.

” „Lastminute” is het gelukt om de reguliere bezetting rond te krijgen, maar Solak-Bilici zit wel zonder vervangerspoule. „Indien nodig lossen we het intern op. Dan zijn er bijvoorbeeld collega’s die tijdelijk een dagje meer werken.

Of er gaat een intern begeleider voor de klas staan. Of de directeur.” Ook Hanssen van Wijzers in Onderwijs kiest voor dat soort oplossingen.

„Maar er komt een punt waarop je het niet meer kunt bolwerken. Dan moet je zoeken naar structurele oplossingen. Je kunt bijvoorbeeld de leraar meer een expertrol geven.

Die komt dan in meerdere klassen uitleg geven, terwijl onderwijsassistenten het zelfstandig werken begeleiden.” „We hebben dit jaar onvoorstelbaar veel moeite moeten doen om de basisformatie rond te krijgen”, zegt Pim van Kampen, bestuurder van Albero met 25 scholen op Noord- en Zuid-Beveland (Zeeland). „Het is gelukt, alleen staan er nu in sommige klassen leraren die wel vakbekwaam zijn maar niet lesbevoegd.

” Het probleem, zegt Van Kampen, is dat zijn scholen volledig afhankelijk zijn van leraren die van de pabo in Vlissingen komen, de enige in Zeeland. Leraren van pabo’s elders in het land kiezen niet zo snel voor Zeeland. Van Kampen heeft ook geen vervangers beschikbaar, want die zitten al „op de zwangerschapsverloven”.

„We moeten creatief zijn als het griepseizoen aanbreekt.”.