Het is passen en meten met babyspullen in een tiny house, maar Ella en Thijs zouden nergens liever wonen

De felgele kozijnen van het huisje van Ella en Thijs steken opvallend af tegen de groene oase van De Kleine Burg, de eerste tiny house-wijk in Rotterdam. Het land – eerst een braakliggend terrein – is in een paar jaar tijd getransformeerd tot een wilde, kleurrijke tuin met vijvertjes, heel veel bloemen en allerlei zitplekjes. En dat is niet de enige verandering; Ella en Thijs verwelkomden tien weken geleden baby Oos in hun huis van slechts 33 vierkante meter.

featured-image

TINY HOUSE Het is passen en meten met babyspullen in een tiny house, maar Ella en Thijs zouden nergens liever wonen Meike Schipper Vandaag, 16:53 • 6 minuten leestijd Ella en Thijs vinden hun huis niet te klein, ook niet mét baby. © Rijnmond De felgele kozijnen van het huisje van Ella en Thijs steken opvallend af tegen de groene oase van De Kleine Burg, de eerste tiny house-wijk in Rotterdam. Het land – eerst een braakliggend terrein – is in een paar jaar tijd getransformeerd tot een wilde, kleurrijke tuin met vijvertjes, heel veel bloemen en allerlei zitplekjes.

En dat is niet de enige verandering; Ella en Thijs verwelkomden tien weken geleden baby Oos in hun huis van slechts 33 vierkante meter. Twee jaar geleden bracht Rijnmond voor het eerst een bezoek aan De Kleine Burg . Een groep enthousiastelingen woont hier sinds 2021 off-grid in zelfgebouwde huisjes.



Ella en Thijs – respectievelijk werkzaam als docent beeldende kunst en grafisch vormgever – ontwierpen en bouwden hun huis samen. Dat is te zien: alle kleuren in en rondom het huis zijn op elkaar afgestemd. Het is maar 33 vierkante meter, maar klein voelt het niet.

De ramen en deuren staan open en een zacht windje waait door het huis. Er komt een enthousiast kwispelende hond binnenrennen, die door Ella in een bench wordt gezet. Die zit vakkundig verwerkt in het keukenblok.

Het is kenmerkend voor het nauwkeurig vormgegeven huisje: elke plek heeft een functie, over elk detail is nagedacht. Hond Aya piept af en toe ontevreden. Het huis met de felgele kozijnen valt op in het midden van de groene oase.

© Rijnmond 'Altijd in de buurt’ Terwijl Thijs met de baby buiten op de vlonder zit, laat Ella het huis zien. Het zoldertje, wat eerst een werkkamer was, is nu een babykamer met een grote commode. “We hebben het huis wel echt al met het idee gebouwd, dat mochten we ooit kinderen willen, dat dat gewoon kan.

” Maar een baby komt toch met veel spullen, erkent ze. “Hier komt een box te staan", zegt ze, terwijl ze naar de ruimte tussen de bank en de eettafel wijst, “en dan merk je wel dat het een groot object is voor zo'n tiny house." Het onderstel van de kinderwagen hangt buiten onder een afdakje, de mand wordt boven op een kast opgeborgen.

En omdat er geen standaard aanschuifbedje naast hun eigen bed past, slaapt baby Oos nu in een hangwiegje boven het voeteneind. Zo vinden ze steeds wel een manier. “Ik heb niet het gevoel dat het huis nu te klein wordt.

” De beperkte ruimte heeft ook een voordeel: “Ik ben altijd in de buurt van hem.” Wat eerst een kleine studeerkamer was, is nu de babykamer. © Rijnmond Tussen buren en vrienden Thijs komt het huisje binnen met een huilende Oos.

Ella neemt de baby met donkerbruin piekhaar op schoot om hem te voeden. Ze vertelt over het contact met de andere bewoners van de Kleine Burg. “Ik voel me hier nooit meer alleen.

” Het contact zit een beetje tussen buren en vrienden in, legt ze uit. Beslissingen over de community maken ze echt met z'n allen. “Dan discussiëren we net zo lang totdat iedereen zich erin kan vinden.

” De buitenruimte is grotendeels gemeenschappelijk, de huisjes hebben geen vastomlijnde tuinen. Een hond van de buren scharrelt tevreden over het terrein, dat meer lijkt op een park dan een woonwijk. Kleurrijke vlaggetjes wapperen in de zomerwind, een windorgel van schelpjes klingelt zachtjes.

“We hebben een ongeschreven regel dat het gedeelte wat rondom jouw huis ligt, een beetje van jou is.” Samen onderhouden ze de rest van de kavel. De hond van de buren scharrelt tevreden rond over het groene terrein.

© Rijnmond Beperkte stroomvoorraad De tiny houses zijn aangesloten op het riool, maar niet op stroom of water. Regenwater filteren ze zelf naar drinkwater. Stroom wordt opgewekt via zonnepanelen, opgeslagen in een grote accu en in noodgevallen uit de gedeelde elektrische auto gehaald.

Koken doen ze 's winters op gas, en 's zomers op elektra, want dan is er genoeg zon. Baby Oos is in de zomer geboren, dus voor Ella en Thijs vormt de beperkte voorraad stroom nu geen probleem. Ella vertelt dat een ander gezin een kindje kreeg in de winter.

“Hun kachel werkt deels ook op elektriciteit. Dus dan is het wel een beetje zoeken, hoe doe je dat dan?” De bewoners stemmen hun stroomgebruik dan met elkaar af. In het zwarte huisje wordt de elektriciteit van de zonnepanelen opgeslagen op een grote accu.

© Rijnmond Minder luxe Volgens Ella hebben mensen minder luxe nodig dan ze van tevoren denken, ook zijzelf. “Ik dacht ook dat ik heel erg zou moeten wennen aan een droogtoilet en niet zomaar kunnen douchen, maar dat valt me eigenlijk heel erg mee.” Voor een normaal toilet wordt veel drinkwater gebruikt om door te spoelen, maar omdat Ella en Thijs regenwater gebruiken, is de voorraad water beperkt.

Deze zomer valt dat gelukkig mee, zegt ze lachend. In een droogtoilet wordt de ontlasting gescheiden. Plas komt in het riool, en poep valt in een emmer die ze af en toe legen.

“Er is niks vies aan, en ik vind het heel goed dat je gewoon heel veel water bespaart.” Douchen doet ze één of twee keer per week. Na het sporten doucht ze in de sportschool.

“En voor de rest pak ik gewoon een washandje.” Veel mensen zal dat verschrikkelijk in de oren klinken. Is een tiny house voor iedereen geschikt? Ella lacht: "Nou, niet als je van villa's houdt.

Ik raad het niet aan als je veel ruimte wil hebben, en veel spullen, en een bubbelbad, dat soort dingen.” Ze lacht weer, en voegt dan toe: “Ik denk echt dat mensen veel flexibeler zijn dan dat ze soms denken.” Enkele plek in het huis is functioneel ingericht.

© Rijnmond Unieke plek Het experiment van de gemeente duurt in totaal tien jaar, dus Ella en Thijs kunnen er in ieder geval nog zeven jaar blijven. Hun huis kostte 45 duizend euro, waarvan ze een groot deel nu nog afbetalen. In totaal hebben ze zo'n 450 euro per maand aan woonlasten.

“Dat we zo in het groen zitten, maar ook bij de stad, dat ga je gewoon nooit meer krijgen.” Het huis is demontabel en kan ergens anders weer worden opgebouwd, maar ze hopen dat de gemeente het experiment na tien jaar verlengt. Ella en Thijs zijn ook gehecht geraakt aan de plek.

Een tijdje terug kwamen er twee vrouwen langs, vertelt Ella. Eén van hen had bij de korfbalvereniging gezeten die vroeger op het terrein was. “Zij was helemaal geëmotioneerd dat dit hier nu was.

Ze is twee keer teruggekomen met fotoalbums, van hoe het vroeger was, met allemaal verhalen erbij.” Ella kijkt tevreden om zich heen. “Misschien dat wij hier ook ooit over zoveel jaar terugkomen en dat er iets nieuws is en dat je denkt: ‘Oh ja, hier hebben we gewoon gewoond’.

” Baby Oos is de nieuwste bewoner van het tiny house op De Kleine Burg in Rotterdam. © Rijnmond LEES OOK Van modderpoel tot groene oase: eerste tiny house-wijk van Rotterdam staat als een huis.