‘Het bewind van Trump is er een van verkrachters, al zie ik enkele tekenen van hoop’

Donald Trump knaagt „aan de normen van onze democratische orde”, zegt de Canadees-Amerikaanse Bonnie Honig, die in Leiden een eredoctoraat in ontvangst neemt. Zij noemt de president een „aspirant-fascist”.

featured-image

Jarenlang weigerde ze in ‘de houding’ te gaan staan op luchthavens, handen omhoog in een cabine, een procedure die haar „om de een of andere reden” enorm ergerde, maar uiteindelijk vond ze een oplossing, zegt Bonnie Honig. „Ik biecht in mijn boek op dat ik me uiteindelijk, na vijftien jaar, heb aangesloten bij de opt-outs, tegen een jaarlijkse betaling. Je laat je irissen scannen en vingerafdrukken nemen en dan hoef je op luchthavens niet door de gebruikelijke controle en ‘de houding’ aan te nemen in zo’n cabine.

Soms doe ik dat laatste ook, moet ik toegeven, als het niet anders kan.” De Canadees-Amerikaanse politiek wetenschapper is voor een kort bezoek in Nederland, om een eredoctoraat van de Universiteit Leiden in ontvangst te nemen. Honig (1959), hoogleraar politieke en cultuurwetenschappen aan Brown University (Rhode Island), krijgt dat om haar verdiensten als denker over democratie en publieke ruimte.



Tegelijk verschijnt Publieke dingen , de Nederlandse vertaling van een aantal essays over publieke ruimte, objecten en gemeenschapszin. Honig maakte al in 1993 naam met het (bekroonde) Political Theory and the Displacement of Politics , een kritiek op het idee dat democratie draait om consensus. Tegenover het neoliberalisme, dat maatschappelijke kwesties depolitiseert en via de markt wil oplossen, plaatst zij een ‘agonistische’ opvatting van democratie (van het Griekse agoon , strijd, competitie), verwant aan dat van de Belgische politicologe Chantal Mouffe en de Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Ahendt.

Conflict en strijd zijn in die visie wezenlijk voor een levende democratie. Is dat ook nog zo als strijd een democratie dreigt te slopen? In een online gesprek aan de vooravond van haar bezoek toont Honig zich, ondanks haar goede humeur, diep bezorgd over de achtbaan waarin Amerika is beland in de eerste weken van de nieuwe regering-Trump. „Mensen hebben de ondertitel van mijn boek, Democracy in Disrepair , weleens verkeerd gelezen, ze denken dat er staat in despair , democratie in wanhoop.

Dat is een veel negatievere kijk op de zaak dan ik had toen ik het boek in 2017 schreef. Maar inmiddels denk ik dat het een toepasselijker ondertitel zou zijn. Ik verkeer zelf nog half in wanhoop, al zie ik enkele tekenen van hoop.

Niet veel.” Het bewind van Trump noemt ze ronduit een rapocracy , een bewind van verkrachters en verkrachting. „Het gaat heel concreet op voor de president zelf en zijn minister van Defensie, maar het is ook een mindset.

We pakken Groenland, we nemen Panama erbij. Die vinden het nu misschien niet leuk maar later heus wel. En nee zeggen is er niet bij, of betekent eigenlijk gewoon ja.

Dat is de mentaliteit van verkrachters. Rape komt van het Latijnse rapere , wat grijpen betekent, ontvoeren, plunderen. Daar komt het op neer.

” Wat is het verschil met de eerste periode van Trump? „Wat we nu meemaken is een vreemd soort amalgaam van politiek en reality-tv. In zijn eerste termijn was Trump nog onwennig, overvallen door zijn eigen succes. Dit keer heeft hij, net als vergelijkbare aspirant-fascistische leiders, tijd gehad om zich te herpakken en een plan te maken.

Hij is nu dus voorbereid aangetreden en, wat cruciaal is, hij kan werken vanuit zijn comfortzone, de wereld van reality-tv. Op een podium achter dat bureau zitten, decreten tekenen en zijn pennen in het publiek gooien. Dat is een vorm van politiek als performance .

Hij speelt de rol van president zoals mensen zich die simpelweg voorstellen. „Je kunt het ook zien als wat Cicero noemde ipse dixit , iets plompverloren zeggen en denken dat het dan vanzelf realiteit wordt. Zo knaagt hij aan de normen van onze democratische orde.

Ik vind dat dit aspect van zijn handelen in de berichtgeving onderbelicht blijft, kranten schrijven over zijn decreten als reële besluiten, zoals van eerdere presidenten alleen in hoger tempo. Maar het punt is: dit is een heel ander soort politiek.” U noemde hem net een ‘aspirant-fascist’.

Kunt u dat uitleggen? „Die term ontleen ik aan Aspirational Fascism van politicoloog William Connolly, een boek dat uitkwam tijdens Trumps eerste termijn. Hij beschreef hoe binnen de Republikeinse Partij al zaadjes werden geplant van een mogelijk fascisme, bijvoorbeeld door een cultus van harde mannelijkheid die doet denken aan die van de jaren twintig en dertig. Je ziet dat nu terug bij Trump, interessant genoeg zelf een man met een heel zacht lijf.

Hij is niet wat je noemt gespierd of afgetraind. Maar kijk eens hoe hij die decreten ondertekent, met een zeer fysieke handtekening en met zo’n dikke marker. Opnieuw, daadkracht als performance .

” Maar wel met reële gevolgen. „Oh, absoluut. Het is zeker niet louter theater.

Maar wel een nieuwe vorm van machtsuitoefening, overgenomen van televisie. Een man die doet wat hij wil, grensoverschrijdend en mogelijk onwettig. Hannah Arendt, aan wier werk ik schatplichtig ben, zou zo’n manier van opereren zien als dwang.

Of geweld. Je kunt Trump in dat opzicht transgressief noemen, hij treedt buiten alle bestaande kaders. Wat een interessante paradox oplevert omdat hij zo afkerig is van alles wat met trans te maken heeft.

Heel vreemd is dat ook weer niet, hij is in de jaren zeventig geschoold door advocaat Roy Cohn, die gay was én homofoob.” Agonisten als u keerden zich lang tegen het neoliberalisme. Is de trend naar autoritaire regimes niet een veel grotere bedreiging? „Het is niet of-of.

Wat we met Trump nu zien is een perfect storm . Er heeft zich een coalitie van ongelijksoortige krachten om hem gevormd. Je hebt de business tycoons de zich aan Trump hebben verbonden en die nog steeds enigszins internationaal georiënteerd zijn, al is het maar omdat ze wereldwijd werknemers werven.

Dan is er de ideologische groep rond Steve Bannon, die veel meer van white supremacy zijn. En dan zijn er nog de traditionele Republikeinen, die alles hebben opgegeven om erbij te mogen horen. Ze gaan voor de bühne wel tegen elkaar tekeer, maar voorlopig hebben ze allemaal profijt van het stutten van deze man, de lijm die hen samenbindt.

Trouwens, ook in de jaren dertig stonden industriëlen klaar om fascisme te promoten, al bleek dat uiteindelijk nogal zelfdestructief.” Uw nu vertaalde boek gaat over ‘publieke dingen’. Wat valt daar onder? „Dat kan van alles zijn, als mensen er collectief aan hechten of zich ermee identificeren.

Denk aan wegen, parken, bibliotheken. Maar ik wijs ook graag op de minder leuke dingen, zoals gevangenissen. Het leger.

Of riolen. Hun publieke belang wordt direct duidelijk als ze niet goed werken. Als het leger niet in de kazerne blijft, gevangenissen een ondemocratische detentiecultuur produceren, of riolen het afval niet meer aankunnen.

We hebben een democratisch belang bij zulke dingen. In mijn boek leg ik overigens de nadruk op ‘ding-heid’, zoals wegen en bruggen. Niet op contracten of andere publieke arrangementen die natuurlijk óók democratisch belangrijk zijn.

” Het leger is een publiek ding waar ook Trump véél belang aan hecht. „Ja, dat onderstreept mijn stelling. Publieke dingen zijn een spiegel.

Zodra we die veranderen krijgen we ook een ander beeld van onszelf. Wat Trump doet met het leger, diversiteit uitbannen als een aanval op Amerikaanse masculiniteit, zegt veel over hoe hij de samenleving ziet.” Dat belooft wat voor de universiteiten, ook een doelwit van Trump.

„Dat ligt voor de hand. Absolute heersers kijken altijd wantrouwig naar instellingen als universiteiten, of het leger, die ze zien als rivalen in de strijd om macht. De soeverein is jaloers, wist Thomas Hobbes al in 1651 in Leviathan .

Dat geldt ook voor Trump. Maar er is de mogelijkheid om je niet te laten onderwerpen. We hebben zulke aanvallen ook al eens eerder meegemaakt, in het McCarthyisme van de jaren vijftig.

” U put inspiratie uit het boek ‘Radical Hope’, over een Crow-hoofdman die zijn gekoloniseerde volk de toekomst inleidt, en uit de film ‘Melancholia’ van Lars von Trier, over een familie die de ondergang van de wereld afwacht. Welke lessen kunnen we daar volgens u uit trekken? „Beide, film en boek, nodigen ons uit na te denken wat het betekent oog in oog te staan met een catastrofe, het einde van de wereld. De traditionele manier van leven van de Crow hield op te bestaan, in de film van Von Trier vergaat de complete wereld.

Aan het eind van de film komt het gezin samen en houden ze elkaars hand vast, in een soort tipi. Dat vind ik ontroerend. Wat mij in het boek over de Crow inspireerde, was hun ‘radicale hoop’ dat je kunt blijven leven alsóf je wereld niet is vergaan, Zij houden praktijken en rituelen vol die op het eerste gezicht geen zin meer hebben, maar die op een melancholieke manier een weg naar de toekomst open houden.

” Gaat dat ook op voor democratische gewoontes, dat je ze moet volhouden ook al lijken ze zinloos? „Ja. Democratische praktijken en gewoontes worden pas leeg als we ze niet meer gebruiken. We zullen, net als de Crow en in de film van Von Trier, onszelf moeten organiseren en mobiliseren.

Maar ook voor elkaar zorgen. Zulke kwetsbaarheid staat haaks op de masculiniteit die nu over ons heen wordt gerold, maar het houdt ook de bereidheid in om jezelf aan gevaar bloot te stellen, uit solidariteit of verwantschap. Dat is ook een democratische kracht.

Eentje die Trump niet bezit.”.