Herman slaat eigenaar ijssalon nadat zoon gedwongen moet pinnen: 'Dossier is Pipo de Clown-show'

'Mag ik u wat vragen?' De verdachte onderbreekt de politierechter die al een tijdje bezig is met de behandeling van de feiten. 'Ik wil namelijk weten of u de documenten heeft ontvangen die ik wilde toevoegen aan het dossier.' Het is een belangrijke vraag voor Herman, want de vorige keer dat hij hier zat, vond hij dat de rechter informatie miste. Dat had zijn uitwerking op de zitting.

featured-image

DEN HAAG - 'Mag ik u wat vragen?' De verdachte onderbreekt de politierechter die al een tijdje bezig is met de behandeling van de feiten. 'Ik wil namelijk weten of u de documenten heeft ontvangen die ik wilde toevoegen aan het dossier.' Het is een belangrijke vraag voor Herman, want de vorige keer dat hij hier zat, vond hij dat de rechter informatie miste.

Dat had zijn uitwerking op de zitting. Dit is een verhaal in onze serie Bij de Politierechter . Herman wordt ervan verdacht dat hij de uitbater van de plaatselijke ijssalon heeft geslagen, omdat die zijn jongste zoon zou hebben gedwongen om vijf euro te pinnen voor schade aan een tafeltje in de salon.



Daarvoor stond hij in januari al voor de rechter . Destijds vond de man dat de rechter niet alle informatie had en er ook niet in geïnteresseerd was. Daarom wraakte hij de rechter.

Die gaf hem nog een ongevraagd advies mee: zoek een advocaat. Dat heeft Herman niet gedaan. Wel heeft hij de volgens hem ontbrekende stukken alsnog naar de rechtbank gemaild, twee maanden geleden.

De rechter, een andere dan in januari, zoekt door zijn digitale bestanden. 'Ja, die zijn toegevoegd. U heeft ook het hele dossier.

' Herman knikt. Hij heeft dan al zijn hele verhaal verteld, al is het deze keer wat beknopter. Hij ging inderdaad naar de ijssalon, met zijn zoons, omdat de jongens sowieso al een voorgeschiedenis hadden met de eigenaar en na het akkefietje met het gedwongen geld pinnen was de maat vol.

'Dus ik ging daar naar binnen en de rest staat op video, zeg maar.' Dat niet alleen, er is een aangifte waarin de ijsmaker vertelt dat hij meerdere keren is geslagen, bij de keel gegrepen, tegen een muur geduwd en tegen de grond gewerkt. 'Hoe kijkt u er nou op terug', vraagt de rechter.

Herman is stellig: 'Ik vind het heel vervelend dat mijn kinderen erin zijn betrokken. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat we in dit land hebben afgesproken dat je niet zo met kinderen omgaat.' Daar heeft de officier van justitie wel een vraag over.

'U zegt steeds dat er normen zijn voor hoe je met kinderen omgaat. Hoe kijkt u dan tegen uw eigen gedrag aan, waar allebei uw zoons bij waren?' 'Ja, dat ben ik met u eens, maar ik kan gewoon niet matchen dat iemand die een ijssalon heeft en die de hele dag met kinderen omgaat, zó met kinderen omgaat. Dan heb je het verkeerde beroep gekozen in mijn optiek.

' Herman vervolgt: 'Ik ga het niet goedpraten. Er zijn normen en waarden en die zijn van beide kanten in een heel grijs gebied gekomen, zeg ik dat netjes?' De officier vindt het wel netjes, maar niet juist. 'Ik vind het helemaal geen grijs gebied.

Ik vind dat de normen ernstig zijn overschreden en ik proef dat u er nog steeds achter staat.' Dat laatste gaat Herman niet ontkennen, al wil hij wel kwijt dat zijn vrouw ook niet blij was. 'Ik zal maar niet vertellen wat zij zei toen we thuis kwamen.

' Maar het meeste spijt heeft hij toch van het feit dat zijn zoons erbij waren. De officier wil weten of hij geen spijt heeft voor het slachtoffer en diens letsel. 'Voor die man is het ook wel erg, maar ik vind ook dat je niet zo met kinderen mag omgaan.

' De officier van justitie vindt het een ernstig feit. 'Deze man is aan het werk. Hij wordt zomaar te grazen genomen.

Ik begrijp dat er iets is voorafgegaan en dat verdachte boos was, maar dat mag niet tot geweld leiden en zeker niet op deze manier.' 'Hij is er gewoon op los gaan rammen in het bijzijn van kinderen. Ik vind zijn houding opmerkelijk.

Hij bagatelliseert het. Hij heeft weinig zelfreflectie over wat het met de aangever heeft gedaan.' De officier eist een taakstraf van tachtig uur waarvan de helft voorwaardelijk met twee uur aftrek voor de dag die Herman in de cel heeft gezeten.

De rechter wil weten wat de verdachte vindt van de eis, maar Herman wil het toch nog even over het dossier hebben. Want het is nu wel volledig, maar het staat volgens hem vol met fouten en tegenstrijdigheden. Hij heeft drie A4'tjes met dingen die in zijn ogen niet kloppen: getuigenverklaringen die niet deugen of later zijn aangepast en camerabeelden die zouden zijn bewerkt.

Maar ook stelt hij dat een proces-verbaal is geantedateerd. Dat is het tekenen met een vroegere datum dan het document daadwerkelijk werd ondertekend. 'Dat is een strafbaar feit.

' De rechter zegt: 'Als u dat vindt, moet u daar aangifte van doen.' Herman wil verder met zijn A4'tjes, maar de rechter wil alleen nog weten wat de man van de eis vindt. Herman zegt: 'Ik kan alleen wat zeggen over het dossier en dat is een Pipo de Clown-show.

' Hij wil weer verder met zijn verhaal, maar de rechter onderbreekt hem en zegt dat hij het onderzoek gaat sluiten. Herman begint meteen met het inpakken van zijn rugzak, terwijl de rechter vertelt dat hij vindt dat er genoeg bewijs is en dat de man dus schuldig is en een straf moet krijgen. Hij veroordeelt hem conform de eis van de officier.

'U heeft twee weken de tijd voor hoger beroep.' 'Top, daar ga ik eens rustig over nadenken', zegt Herman terwijl hij z'n boeltje oppakt. De rechter besluit met 'en dan mag u nu naar huis'.

Herman staat op, schuift z'n stoel aan en zegt: 'Daar ben ik hartstikke blij mee.' Daarna beent hij de deur uit. De naam van Herman is gefingeerd.

.