Ze ploften op meerdere plaatsen in het Iraakse woestijnzand: onderdelen van ballistische raketten die waren afgevuurd door Israëlische gevechtsvliegtuigen. De zogenoemde boosters hadden de wapens tot in de stratosfeer omhoog gestuwd; toen de brandstof op was vielen de grote metalen buizen terug naar de aarde – terwijl de warheads hun weg vervolgden naar hun doel. In de nacht van vrijdag op zaterdag voerde Israël dan eindelijk zijn langverwachte vergeldingsaanval op Iran uit – een antwoord op de Iraanse rakettenregen op Israël, begin deze maand.
Bij de Israëlische aanval werden ruim honderd gevechtsvliegtuigen ingezet, waaronder F-35’s en hoogstwaarschijnlijk ook drones. Doelwit was de Iraanse luchtafweer (verschillende S-300-batterijen werden geraakt) en industriecomplexen waar werd gewerkt aan het Iraanse raketprogramma. Het aantal slachtoffers was beperkt, de aangerichte schade is nog lastig vast te stellen.
Wel is duidelijk dat de Israëlische aanval op Iran – de grootste ooit – een zorgvuldig geplande en complexe operatie was, die stoelde op twee belangrijke ontwikkelingen in de moderne luchtoorlog: standoff -wapens en stealth -technologie. De boosters die in Irak werden teruggevonden behoren tot een nieuwe generatie Israëlische raketten waarmee doelen van grote afstand kunnen worden getroffen. Defensie-expert Peter Wijninga van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) noemt er drie: een kruisvluchtwapen (de Wind Demon ) en twee ballistische raketten ( Air Lora en Rocks geheten).
De laatste twee wapensystemen worden door experts ‘quasi-ballistisch’ genoemd, omdat ze door kleine stuurvleugeltjes kunnen afwijken van hun natuurkundige baan. Het bereik van de wapens is geheim, maar als de berichten kloppen dat de Israëlische luchtmacht buiten het Iraanse luchtruim is gebleven, dan zouden ze mogelijk een „significant” grotere afstand kunnen overbruggen dan gedacht, aldus Wijninga: „Van de Iraanse grens is het nog zeshonderd kilometer tot Teheran.” De Israëlische inzet onderstreept het groeiende belang van lange-afstandswapens voor deep strike .
Hoewel Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk Scalp - en Storm Shadow -kruisvluchtwapens hebben gedoneerd aan Oekraïne, smeekt de regering in Kyiv – tot nu toe tevergeefs – om levering van de Duitse Taurus-raket. De reden: de Taurus vliegt ruim tweehonderd kilometer verder. Ook het Nederlandse ministerie van Defensie ziet het belang van deep strike: afgelopen juni meldde toenmalig staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat (VVD) de aanschaf van de Amerikaanse Joint Air-to-Surface Standoff Missile-Extended Range (JASSM-ER), een aankoop waarmee tot een miljard euro is gemoeid.
Maar alleen de Israëlische standoff-capaciteit alleen was niet voldoende voor het slagen van de operatie. Omdat het bevriende Jordanië zijn luchtruim dichthield, lag de enige route naar Iran over Syrië – dat vol staat met luchtafweersystemen. Die luchtafweer vormde een extra grote dreiging, aangezien de Israëlische jagers onderweg naar hun doel moesten worden bijgetankt door kwetsbare tankvliegtuigen.
„Dat kan alleen als je air superiority hebt”, zegt defensie-expert Frans Osinga. Om überhaupt in de buurt te komen van Iran, moest eerst worden afgerekend met de Syrische luchtafweer. „De Israëlische luchtmacht heeft zich een weg moeten banen door vijandelijk luchtruim richting Teheran”, zegt Wijninga.
Daarbij speelden geavanceerde F-35’s waarschijnlijk een hoofdrol. Door hun ontwerp en door het gebruik van speciale coatings hebben de F-35’s een radarprofiel dat kleiner is dan dat van een tennisbal, waardoor een vijandelijk luchtafweersysteem het vliegtuig niet of te laat ziet. „De F-35, zo zegt voormalig F-16-vlieger Frans Osinga, „is ontworpen om af te rekenen met S-300’s.
” Nadat de F-35’s een ‘corridor’ door Syrië hadden vrijgemaakt, konden Israëlische F-16’s en F-15’s (met het radarprofiel van „een heel tennisveld”, aldus Osinga) met lange-afstandswapens doorvliegen naar hun doel. Daarbij speelden de goed zichtbare oudere toestellen mogelijk ook de rol van decoy voor het afleiden van de Iraanse radars, zegt Osinga. Hij sluit niet uit dat Israëlische F-35’s zijn doorgevlogen tot Teheran.
Tel Aviv zal dat niet aan de grote klok willen hangen: „Het Israëlische ministerie van Defensie verspreidde alleen beelden van F-15’s en F-16’s voor take-off – en niet van F-35’s. Dat is misschien niet voor niets.” Evenmin zichtbaar, maar mogelijk even doorslaggevend, was de cyberaanval die de Iraanse radarsystemen trof, minuten voor de aanval.
Volgens bronnen van de Israëlische publieke omroep KAN zagen Iraanse militairen tot hun schrik hoe hun schermen ‘bevroren’, terwijl Israëlische gevechtsvliegtuigen naderden. Hoe dan ook: de demonstratie van de Israëlische militaire superioriteit van het afgelopen weekend zal Teheran doen aarzelen over een antwoord. Irans opperste leider, ayatollah Khamenei, hield zich zondag zorgvuldig op de vlakte door te stellen dat de Israëlische aanval „gebagatelliseerd, noch overdreven” moet worden.
Geen wonder, zegt Frans Osinga: „Israël heeft een duidelijke boodschap afgegeven: we kunnen terugkomen wanneer wij dat willen.”.
Bovenkant
Grote Israëlische aanval op Iran was een complexe operatie
Bijna onzichtbare F-35’s maakten de weg vrij en een cyberaanval verraste de Iraniërs. Met deze operatie onderstreepte Israël zijn militaire overmacht.