Gloednieuwe tunnel miljoenen duurder doordat provincie bouwer 'heeft bedrogen', wat is er gebeurd?

De provincie Zuid-Holland heeft volgens de rechter flinke steken laten vallen bij de aanbesteding van de Corbulotunnel (N434). Afgelopen week is er een (voorlopig) einde gekomen aan een langslepende rechtszaak tussen bouwconcern Comol5 en de provincie. Volgens de rechter zijn de bouwovereenkomst en de afsprakenbrief voor de bouw van de net geopende weg zelfs 'door bedrog' tot stand gekomen. Wat is er gebeurd?

featured-image

LEIDEN - De provincie Zuid-Holland heeft volgens de rechter flinke steken laten vallen bij de aanbesteding van de Corbulotunnel (N434). Afgelopen week is er een (voorlopig) einde gekomen aan een langslepende rechtszaak tussen bouwconcern Comol5 en de provincie. Volgens de rechter zijn de bouwovereenkomst en de afsprakenbrief voor de bouw van de net geopende weg zelfs 'door bedrog' tot stand gekomen.

Wat is er gebeurd? Het is een jarenlang lopende rechtszaak tussen de bouwers van de Corbulotunnel, vier bouwbedrijven die zijn verenigd als 'Comol5', en de provincie Zuid-Holland. Twee tussenvonnissen waren er nodig om te komen tot de uitspraak, waarvan vorige week duidelijk is geworden dat Zuid-Holland mogelijk miljoenen terug moet betalen . Crux in de zaak is een fout in het aanbestedingstraject, het proces waarin de aannemers die de bouw moeten uitvoeren worden gekozen.



Al voordat de provincie Zuid-Holland definitief voor Comol5 koos om de bouw te verwezenlijken, zou de provincie belangrijke informatie achter hebben gehouden. Zo kwamen de bouwovereenkomst en de afsprakenbrief 'door bedrog' tot stand. Maar waar is het dan misgegaan? Voor de fout van de provincie moeten we terug naar het begin van het hele bouwtraject, bij de aanbesteding.

Dat gunningsproces voor de bouw van de Corbulotunnel startte al in begin 2016. Toen werden de gesprekken met meerdere aannemersgroepen gestart. Ondertussen had Zuid-Holland zelf eerder al het nodige onderzoek gedaan en een referentieontwerp gemaakt dat de verschillende kanshebbers konden inzien, zodat zij hun ontwerpen daarop konden baseren.

Eén van de andere aannemersgroepen die meedoet met de aanbesteding - 4Rijnland genaamd - ontdekt dan eind mei 2016 een verschil tussen wat er gebouwd mag worden binnen het bestemmingsplan en het referentieontwerp dat de provincie heeft laten zien. De vraag van die groep aannemers was daarom hoe dat verschil kon bestaan en wat de oorzaak daarvan is. Daarbij gaat het om de afstand tussen de twee tunnelbuizen.

In het referentieontwerp van de provincie lagen ze verder uit elkaar dan eigenlijk mag van het bestemmingsplan. Dat is iets waar Comol5 dus later pas achter kwam. Nadat die vraag werd gesteld, ging Zuid-Holland zelf intern in beraad.

Ook ambtenaren van de provincie wisten op dat moment niet waar dat verschil tussen het ontwerp en het bestemmingsplan precies vandaan kwam en wat de oorzaak daarvan was, blijkt uit interne mails die zijn opgevoerd in de rechtszaak. In een mail van de provincie staat dat dit gegeven als 'niet fijn' wordt ervaren en er wordt gesteld dat 'we (als opdrachtgever, red.) er zo maar mee uit zien te komen'.

Wat volgt, is een aantal voorgestelde antwoorden op de vraag van 4Rijnland. Dat antwoord moet uiteindelijk terechtkomen in een mededeling die zou worden doorgestuurd naar alle kanshebbers voor de bouw. Er gaan vervolgens een paar mails heen en weer.

Waarbij het bij de uiteindelijke tekst van het antwoord voor de provincie duidelijk is 'dat je het twee keer moet lezen voordat het te vatten is, maar dat is dan maar zo'. Onder meer Comol5 heeft vervolgens een inschrijving ingediend, en Comol5 heeft de opdracht om te ontwerpen en te bouwen gegund gekregen. Later, tijdens een eerder tussenvonnis van de Amsterdamse rechtbank in 2022, blijkt dat het antwoord van de provincie op de vraag van 4Rijnland noch de 'fout' in het referentieontwerp, noch het eerder aangetoonde verschil met het bestemmingsplan staat vermeld.

En precies daardoor gaat het bij de uitvoering van het contract door Comol5 mis. In het antwoord dat de provincie Zuid-Holland gaf tijdens de aanbesteding, stond dus niet duidelijk vermeld wat de grenzen zijn waarbinnen Comol5 mocht bouwen. De rechter beoordeelde dat het erop lijkt dat de provincie dit expres heeft gedaan.

'De bedoeling daarvan lijkt te zijn dat de provincie geen slapende honden wakker wilde maken en zich wilde indekken, in plaats van elk van de gegadigden van gelijke informatie te voorzien', valt in het vonnis te lezen. Maar wat bleek: het ontwerp van Comol5 paste niet binnen de grenzen van het bestemmingsplan. De partijen gingen daarom in overleg, om tot een oplossing te komen.

Het ontwerp van Comol5 moet aangepast worden om het uiteindelijk te laten passen in het bestemmingsplan. Comol5 vindt dat de provincie eerder en explicieter had moeten aangeven dat er een probleem zou ontstaan met haar ontwerp. Iets dat zij dus in het aanbestedingstraject niet had gedaan, maar wel wist.

Uiteindelijk past Comol5, na een jaar na de afsprakenbrief, het ontwerp naar de wens van Zuid-Holland aan. De provincie biedt een vergoeding van een paar miljoen voor de door de ontwerpfout opgelopen vertraging. Het onderwerp wordt dan gezien als 'afgesloten'.

Maar dan laait het conflict tussen de partijen toch weer op, als Comol5 twee jaar later in 2020 opnieuw een brief naar de provincie stuurt over de kwestie. Wat de bouwer betreft wist Zuid-Holland al voor de gunning dat er een verschil tussen het referentieontwerp en het bestemmingsplan zat en dat het met opzet vaag is gehouden, wat op dat moment dus al voor de nodige vertraging had gezorgd in het ontwerpproces. Comol5 vindt dat het verschil dat eerder werd ontdekt door een andere kanshebber, doorgegeven had moeten worden voordat zij de gunning kreeg voor het bouwproject.

Ze eist daarom 40 miljoen euro van de provincie. Zuid-Holland bestrijdt er sprake is geweest van opzet en vindt dat het antwoord in de mededeling uit 2016 duidelijk genoeg was: de bouwer had moeten weten dat het bestemmingsplan leidend was. De partijen komen er in het geschil niet uit, Comol5 en de provincie stappen zodoende naar een 'commissie van deskundigen'.

Die geeft de bouwer ongelijk, waardoor Comol5 zich dus genoodzaakt voelde om naar de rechter te stappen. Wat weer heeft geleid tot deze rechtszaak waar nu uitspraak in is gedaan. Met als oordeel dat de bouwer bij het sluiten van de bouwovereenkomst en de afsprakenbrief is bedrogen door de provincie.

Volgens de rechter heeft Zuid-Holland in de aanbestedingsprocedure 'opzettelijk een onjuiste mededeling gedaan, dan wel opzettelijk gezwegen waar spreken plicht was'. De provincie heeft daarmee het risico genomen dat Comol5 'zou worden misleid' bij het sluiten van de bouwovereenkomst in 2017. 'Tevens heeft Comol5 voldoende onderbouwd dat zij bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst op andere voorwaarden zou hebben gesloten.

Dan zou het ontwerp al voor het aangaan van de overeenkomst zijn aangepast, met een andere werkwijze en vanwege deze problematiek ook niet voor dezelfde prijs', besluit de rechter in deze zaak. Dit leidt er dus toe dat de provincie Zuid-Holland nu in totaal 6 miljoen euro - wat gelijk staat aan de hogere prijs die Comol5 had gevraagd voorafgaand aan het hele traject, als alle informatie compleet was, plus de juridische kosten - moet betalen aan de aannemerscombinatie. In een reactie laat gedeputeerde Frederik Zevenbergen (VVD) eerder al weten zich 'niet te herkennen' in de uitspraak en zich nog te beraden op vervolgstappen.

.