Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Was ik op mijn achttiende maar gaan beleggen’

Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. En als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 37-jarige Roger, die wel veel gespaard heeft, maar ook graag was gaan beleggen.

featured-image

Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. En als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 37-jarige Roger, die wel veel gespaard heeft, maar ook graag was gaan beleggen. Roger (37) controller getrouwd, vader, koopwoning 4200 euro Geld maakt (niet) gelukkig „Mijn ouders gaven me flink mee dat ik heel erg moest sparen.

Niet te veel kopen, geen gekke dingen doen. Betekent niet dat ik als kind niets tekort kwam. We woonden in een groot huis, ik zat op tennis, ik kreeg genoeg cadeaus met verjaardagen en tijdens Sinterklaas.



Toch leefden mijn ouders zuinig. Gingen we uit eten, dan aten we bij de goedkope pizzeria om de hoek. Mijn ouders kochten nooit iets nieuws voor hun woning, deden jaren met dezelfde meubels.

Mijn moeder hergebruikte tweedehands tijdschriften, maakte haar eigen kleding en de eerste jaren van mijn jeugd hadden we geen auto. Vakanties hielden we thuis, en toen we op een bepaald moment wel een paar keer op wintersport gingen, aten we niet in een restaurant, maar namen we ons broodje kaas mee de piste op. Dat dezen mijn ouders allemaal om te kunnen sparen, een koophuis te kunnen kopen.

Dat heb ik wel heel erg van ze meegekregen.” „Als een ruilmiddel dat steeds minder waard wordt, vandaag de dag. Ténzij je iets koopt dat waardevast is, zoals een woning of investering.

Ik ben daarom ook wel blij dat ik het sparen van mijn ouders heb meegekregen: ook ik was daardoor in de mogelijkheid een eigen huis te kopen, omdat ik al een groot deel bij elkaar had gespaard. Maar er zijn wel dingen die ik anders had willen doen. Ik had bijvoorbeeld al vanaf mijn achttiende moeten gaan beleggen, om meerdere inkomstenbronnen te hebben; momenteel heb ik alleen inkomsten uit arbeid.

Maar ik wist er te weinig vanaf – en er is me dus nooit verteld dat het een optie was. Sparen en een huis kopen, dat was de boodschap.” „Op het moment dat ik op eigen benen moest staan en uit huis ging.

Toen merkte ik pas echt de waarde van geld: je moet voor jezelf zorgen, je vaste lasten betalen en je persoonlijke levensonderhoud – en inmiddels ook dat van mijn kinderen. Daarbij kan geld enerzijds tegen je werken als je schulden aangaat, bijvoorbeeld door een huis te kopen. Anderzijds kan het juist heel erg meewerken als je bijvoorbeeld gaat beleggen en daar goede investeringen doet.

Wat dat betreft is geld een paradoxaal iets.” „Ja, als ik geen werk heb of ik word onverhoopt ziek, dan is het noodzakelijk om een buffer achter de hand te hebben.” „Geld wordt natuurlijk niet letterlijk meer waard, maar het is fijn om je geld, of spullen die je overhebt, te delen met mensen die het minder breed hebben.

En ja, verder is het prettig om af te kunnen rekenen zonder na te denken wat iets kost. Dat je kunt pinnen zonder te stressen over hoeveel er nog op je rekening staat.” „Ja en nee.

Enerzijds ben je meer ontzorgd: als je maandelijks 1000 euro apart kunt zetten om te beleggen, dertig jaar lang, dan ontzorgt dat. Maar gelukkiger is denk ik niet het goede woord, omdat geluk in mijn ogen draait om andere dingen: je kinderen zien lachen, fijne dingen doen met je gezin, gezond zijn..

. daar heb je geen geld voor nodig. Maar 1000 euro per maand zorgt zeker voor meer rust op financieel vlak.

” Nieuwsgierig naar meer antwoorden op de vraag; maakt geld gelukkig? Deze edities deden het goed bij onze lezers: Ook jouw visie op geld delen? Meld je aan! Het beste van Metro in je inbox 🌐 Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen. Reacties.