‘Geen olie in baai Boca Samí ’

GMN ontkracht bericht van ‘mangroveman’ De JonghVan een onzer verslaggeversWillemstad - Volgens het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) ligt er geen olie in de baai (zoutpannen) van Boca Samí en Libu, langs de Weg naar Bullenbaai.Lees meer...

featured-image

Van een onzer verslaggevers Willemstad - Volgens het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) ligt er geen olie in de baai (zoutpannen) van Boca Samí en Libu, langs de Weg naar Bullenbaai. Daarmee wordt gereageerd op berichtgeving in het Antilliaans Dagblad en een video van natuurbeschermer ‘mangroveman’ Ryan de Jongh. In een eerste reactie stelt De Jongh dat GMN afgelopen donderdag en vrijdag monsters heeft genomen en dat daar nog geen resultaten van zijn.

Hij heeft wel resultaten van monsters waaruit zou zijn gebleken dat het 100 procent zeker om olieresten gaat. Daardoor is het volgens hem onmogelijk om nieuwe mangroven te planten. ,,Ik ga GMN niet aanvallen, maar ik geef ook niet op.



Het lijkt op een politiek spelletje en we gaan zien wie de langste adem heeft. Ik ben niet uit op een gevecht, ik vecht voor de natuur”, aldus De Jongh. Op sociale media stelt hij: ,,Ik betreur het dat GMN een bericht uitstuurt met geen enkel resultaat van de genomen samples.

Daarmee wordt de bevolking op een verkeerd been gezet en in de war gemaakt. Ik ben in de publiciteit getreden want er ligt rotzooi in de baai.” GMN schrijft: ,,Het ministerie van GMN heeft kennisgenomen van een video van Ryan de Jongh die circuleert, waarin wordt beweerd dat in de zoutpan in het gebied van Libu een grote hoeveelheid olie aanwezig zou zijn, afkomstig van een lekkende oliepijpleiding in dat gebied.

Op dinsdag 14 januari voerde GMN een inspectie uit in het gebied en bekeek de zoutpan en omliggende grond. Tijdens deze visuele inspectie werd er geen olieachtige substantie geconstateerd op het oppervlak van de zoutpan. Op donderdag 16 januari bracht GMN een tweede bezoek, samen met personeel van de Oil Terminal Bullenbaai en De Jongh, om de situatie opnieuw te beoordelen.

” Volgens het ministerie heeft de bodem van de zoutpan een donkerdere kleur, wat overeenkomt met de natuurlijke bodem die men in zoutpannen op Curaçao aantreft. ,,Daarnaast is er een sterke geur waargenomen, vergelijkbaar met die van rotte eieren. Deze geur is afkomstig van waterstofsulfide dat vrijkomt uit het sediment/de grond in de zoutpan door een gebrek aan zuurstof in het water en een beperkte watercirculatie.

Dit is een natuurlijk proces dat een uniek ecosysteem creëert dat onder andere flamingo’s, kustvogels, garnalen en diverse vissoorten ondersteunt.” Ondanks deze visuele inspectie heeft GMN monsters van de bodem in de zoutpan genomen en zal deze analyseren, zo wordt aangekondigd. De resultaten worden later gedeeld.

Verder wordt benadrukt dat werkzaamheden in beschermde gebieden, die internationaal erkend zijn als Ramsar-gebieden (verdragsgebieden voor de bescherming van aquatische habitats), altijd in overleg moeten plaatsvinden met de afdelingen van GMN en Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP)..