De officier van justitie had een boete van 450 euro geëist, maar daar maakte de rechter een voorwaardelijke boete van. Van Houwelingen hoeft het bedrag daarom niet te betalen, tenzij hij binnen een jaar in herhaling valt. Het OM had de tweet eerder 'onnodig grievend' genoemd.
De vlag die op de oorspronkelijke foto stond, was van de Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties. Dit zijn zeventien doelen, zoals het uitbannen van armoede, die de lidstaten proberen te behalen. Van Houwelingen wilde tegen de doelstellingen waarschuwen omdat hij ze 'totalitair' en 'utopisch' vindt.
Zelf vond hij dit een onderdeel van zijn taak als Kamerlid. Ook viel de uiting volgens hem onder de vrijheid van meningsuiting. Maar volgens justitie werden Kuipers en Van Gennip met het bewerkte beeld ten onrechte geassocieerd met het 'dood en verderf' van het naziregime.
Het Tweede Kamerlid noemde zijn fotobewerking eerder zelf 'politiek gezien een onhandige tweet', omdat deze zijn politieke tegenstanders 'een stok om mee te slaan' gaf. Hij gaf aan de ministers niet letterlijk gelijk te willen stellen met de ideologie achter het hakenkruis. De vlag was bedoeld als symbool van het kwaad en was gericht op de VN-doelen.
Een dag na plaatsing verwijderde Van Houwelingen het bericht en verving dit door een bewerking van dezelfde foto, maar dan met een communistenvlag. De bewerkte foto roept volgens de rechter een 'duidelijke verbinding' op tussen de voormalige ministers en het 'naziregime van de Tweede Wereldoorlog'. Van Houwelingen spreekt van een 'verontrustende uitspraak'.
"Dit is overduidelijk een gerichte uitspraak om de oppositie de mond te snoeren.".
Politiek
FVD-Kamerlid Van Houwelingen krijgt voorwaardelijke boete voor tweet met nazivlag
FVD-politicus Pepijn van Houwelingen is in de rechtbank van Den Haag veroordeeld tot een voorwaardelijke boete van 450 euro om een tweet uit 2022, waarin hij een hakenkruisvlag had toegevoegd aan een foto van voormalig ministers Ernst Kuipers en Karien van Gennip. Van Houwelingen heeft aangegeven in beroep te gaan tegen zijn veroordeling.