Frankrijk kiest liever voor zijn eigen boeren dan voor goedkope import

featured-image

Frankrijk kiest liever voor zijn eigen boeren dan voor goedkope import Boeren opofferen omwille van de voordelen van het Mercosur-handelsverdrag? De Franse bevolking doet er niet aan mee. In de groentehoek van de supermarkt is het duidelijk: Franse tomaten liggen op ooghoogte, terwijl die uit Spanje op de onderste plank belanden. Een Franse vlag benadrukt extra de afkomst van aardappelen, meloenen, courgettes en paprika’s van eigen grond.

Producten van nationale bodem zijn allang niet meer verstopt in een apart hoekje met ‘streekproducten’. Op de deur van het koelschap met boter en room hangt een boodschap aan de klanten: ‘Bedankt voor uw steun aan de Franse melkboeren’. Producten van eigen bodem aanschaffen is een van de beste manieren om de Franse boeren te steunen, zo luidt de boodschap.



Ze bezetten in het zuiden van het land opnieuw snelwegen, met name in de richting van de Spaanse grens. In verschillende gemeenten zijn afval, autobanden en plaatsnaamborden voor de poorten van de lokale autoriteiten gedumpt. De boeren protesteren tegen het vrijhandelsverdrag met Latijns-Amerikaanse landen.

De onderhandelingen tussen de EU en de handelsunie Mercosur zijn een nieuwe fase ingegaan. Mercosur omvat Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en Bolivia – landen waar boeren aan minder strenge voorschriften hoeven te voldoen dan hun collega’s in Europa. Veel antibiotica en pesticiden die hier verboden zijn, worden in Latijns-Amerika nog op grote schaal gebruikt.

Er wordt bijvoorbeeld veel meer glyfosaat gebruikt. Ook de inzet van het insecticide acetamiprid, bij de teelt van hazelnoten en suikerbieten, stuit de Franse boeren tegen de borst. Het spul is schadelijk voor de bestuivers, en daarom sinds 2018 verboden in Frankrijk.

Maar in andere landen van de Europese Unie, waaronder Nederland, mag het nog wel gebruikt worden. Daarom zou het gebruik door Latijns-Amerikaanse landen ook worden toegestaan. “Ecologie is een zorg voor de boeren, maar ons in een impasse brengen – de productie in Frankrijk stopzetten en het dan importeren – dat helpt Frankrijk niet vooruit”, aldus voorzitter Arnaud Rousseau van de landelijke boerenbond FNSEA op nieuwszender Franceinfo.

Over een vrijhandelsverdrag tussen deze landen en Europa wordt al twintig jaar onderhandeld. Frankrijk is niet het enige land dat wil dat de producten uit de Mercosur-landen aan Europese standaarden voldoen. De Europese voedingsindustrie is echter ‘wisselgeld’, schrijft Le Figaro .

Andere sectoren zoals de auto-, textiel-, farmaceutische en chemische industrie profiteren er juist van als de invoerbelasting wordt geminimaliseerd. De afspraken omvatten een handel waar tussen de 40 en de 45 miljard euro in omgaat. Volgens econoom Maxime Combes, gespecialiseerd in internationale handel, is het akkoord waarover wordt onderhandeld, ‘over het algemeen genomen, grotendeels in het voordeel van de EU’.

In combinatie met goedkopere arbeid, wordt de Latijns-Amerikaanse voedselimport een stuk goedkoper dan voedsel van het eigen continent. Toch staat de Franse bevolking voor het grootste deel pal achter de eigen voedselproducenten. Bij de protesten in februari konden de boeren rekenen op steun van 86 procent van de bevolking.

Die heeft een sterke band met haar boeren, alleen al omdat Frankrijk slechts 20 procent van haar voedsel importeert. Dat is veel minder dan Nederland, dat ongeveer 75 procent uit het buitenland importeert. In februari, toen de Franse boeren de snelwegen bezetten en in konvooi optrokken naar Parijs, werd aandacht gevraagd voor een scala aan problemen.

Maar nu gaat het vooral over het Mercosur-verdrag. En dáár is ook de Franse regering volmondig tegen. President Macron kondigde al aan dat Frankrijk het verdrag niet zal ondertekenen.

“Wij beschermen onze capaciteit om onszelf te voeden”, verklaarde hij. Volgens hem scharen de Polen, Oostenrijkers en Italianen zich achter zijn verzet. Er speelt nog meer onder de boeren.

Zo zijn er maatregelen die biodiversiteit moeten vergroten, en daarmee boeren bijvoorbeeld dwingen om meerdere gewassen te planten. Het veroorzaakt een groter risico op een slechte oogst. Ook is er excessieve regelgeving uit Brussel, de bevoordeling van import van Oekraïense boeren, en dan de steeds hogere eisen van de consument die wél verantwoorde melk wil, maar er niet voor wil betalen.

Kortom: boeren komen niet of nauwelijks meer rond van hun werk. Een jaar geleden luidde verzekeraar MSA, die de sociale zekerheid voor de sector verzorgt, de noodklok: elke twee dagen maakt één boer een eind aan zijn leven. Dat zijn 180 mensen per jaar.

De agricultuursector telt 31 procent meer zelfdodingen dan onder de rest van de bevolking. Het vrijhandelsverdrag met Mercosur zou voor veel boeren de doodsteek betekenen. In 85 departementen zijn inmiddels acties aangekondigd door de jongerenorganisatie van FNSEA.

“Het doel is om druk uit te oefenen en aan de kaak te stellen wat niet acceptabel is. Maar altijd met respect voor eigendommen en mensen”, aldus Rousseau. Dat laatste benadrukt hij omdat andere, kleinere organisaties voor radicalere acties pleiten, zoals het lamleggen van de voedselvoorziening.

Ook supermarktketen Carrefour schaart zich achter de boeren. Uit ‘solidariteit met de boeren’ ligt daar voortaan geen rundvlees meer in de schappen afkomstig uit Mercosur-landen, zo maakte CEO Alexandre Bompard woensdag bekend. Moet Europa met het Mercosur-vrijhandelsverdrag kiezen tussen macht en moraal? ‘Je kunt je waarden niet verdedigen als je niet eerst een sterke machtspositie hebt ingenomen.

’.