Formateur De Wever kan verder, maar niemand rekent nog op regering in 2024

Alle hoop om nog voor Nieuwjaar een federale regering op te tuigen, lijkt vervlogen. Door af te stappen van een budgettair kader, ligt de hele sociaal-economische discussie weer open. Maar daar lijken alle onderhandelaars zin in te hebben.

featured-image

De Nederlandse schrijver Maarten ‘t Hart (80) zag veel grote prijzen aan zich voorbijgaan, maar in zijn nadagen revancheert hij zich. Hij krijgt de P.C.

Hooftprijs voor zijn verhalend proza. De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart schrok toen het nieuws hem bereikte dat hij de prestigieuze P.C.



Hooftprijs heeft gewonnen. Maar hij toonde zich meteen ook verguld met de erkenning. “Het is de mooiste prijs die je in Nederland kunt krijgen”, zei hij.

“De oeuvreprijs, die al sinds 1947 wordt uitgereikt, heeft een lange traditie en veel grote namen hebben die in het verleden al ontvangen. Ik sta nu in hetzelfde rijtje als Simon Vestdijk, wat wil je nog meer?” Aan de P.C.

Hooftprijs, de hoogste literaire onderscheiding in Nederland, is een bedrag van 60.000 euro verbonden. De jury, waarin onder meer Arnon Grunberg zetelde, beschrijft ’t Hart als een meesterlijke verteller.

Vooral zijn dialogen zijn haarscherp: “Hij heeft een uitstekend oor voor hoe mensen met elkaar praten en hij weet als geen ander dat spreektaal gestileerd moet worden, wil die dialoog in een roman tot leven komen.” ’t Hart is behalve schrijver ook bioloog en heeft ruim veertig boeken op zijn actief. De lijst is veelzijdig: zo’n twintig romans, zeven verhalenbundels, talrijke essayboeken (onder meer over klassieke muziek – ’t Hart ontpopte zich als een groot Bachkenner) en drie autobiografische werken waaronder zijn ‘moederboek’ Magdalena (2015).

Het niveau bleef constant hoog, schreef Kees ’t Hart over zijn naamgenoot in De Groene Amsterdammer : “Altijd spraakmakend, altijd goed, regelmatig briljant, altijd interessant.” Een onmodieuze stijl, zowel in leven als in werk, was de teruggetrokken schrijver niet vreemd. ’t Hart maakte een punt van zijn ongelovigheid, maar zijn boeken gaan vaak over het juk van het calvinistische, orthodoxe Nederland.

Evengoed wordt zijn hele oeuvre gekleurd door een feilloos taalgevoel, zin voor humor en een enorme eruditie. Zijn schrijverscarrière begon in 1971, nog onder de naam Martin Hart, met de roman Stenen voor een ransuil. ’t Hart publiceerde op dat moment al geregeld journalistieke stukken voor kranten en tijdschriften, maar hij besloot daarmee te stoppen in 1979 om meer tijd te hebben voor zijn literaire werk.

Wel bleef hij tot 1987 actief als bioloog aan de Leidse universiteit. Met Een vlucht regenwulpen (1978) was hij intussen doorgebroken bij een groot publiek. Die roman, over de obsessies en de onvervulde liefde van een jongen die door zijn opvoeding gedoemd is tot isolement, werd verfilmd met Jeroen Krabbé in de hoofdrol.

Van het boek zijn meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Zelf rangschikt ’t Hart zijn populairste boek niet boven aan de top drie, signaleerde hij gisteren aan Trouw. Het meest geslaagd vindt hij Het woeden der gehele wereld (1993), over de moord op een politieman.

Op twee plaatst hij Het psalmenoproer (2006), een historische roman over kerkgangers die in opstand komen tegen een nieuwe versie van de psalmen op rijm. Door zijn broze gezondheid schrijft ’t Hart al enkele jaren niet meer. In 2021 werd hij geveld door een herseninfarct en onderging hij een openhartoperatie.

.