Veertien jaar woonden ze in Nederland. Andrea Trimarchi en Simone Farresin kwamen als studenten en keerden terug naar Italië als internationaal gerenommeerd designduo Formafantasma. Ze werden in die tijd meermaals uitgeroepen tot ‘ontwerpers van het jaar’ – door ELLE Decoration (2018), online designplatform Dezeen (2020) en Wallpaper* (2021).
In 2011 noemden Paola Antonelli, curator van het New Yorkse MoMA, en de beroemde designcriticus Alice Rawsthorn ze een van de tien jonge ontwerpers die „de toekomst van design zullen vormgeven”. De terugkeer naar hun geboorteland in 2021 had deels met het Nederlandse weer te maken. „Het klinkt banaal, maar dat brak ons op”, lacht Trimarchi in hun kantoor in Milaan.
Nog ergerlijker vonden ze het dat ze in Nederland vaak gereduceerd werden tot een Italiaans cliché. Farresin: „Dat begon al op de Design Academy in Eindhoven: we waren altijd die elegante Italianen die van mooie dingen houden. Na een tijdje werd dat vervelend.
” Trimarchi: „En jullie bekijken esthetiek met argwaan. Als iets mooi is, wordt het al snel als oppervlakkig weggezet.” In 2020 maakten ze het tentoonstellingsontwerp voor Caravaggio – Bernini.
Barok in Rome in het Rijksmuseum. De muren van de zalen hadden ze bedekt met panelen van zachtroze, bordeauxrode, hemelsblauwe en frisgele stof van het Deense merk Kvadrat. Farresin: „Een prachtig ontwerp dat leidde tot aanvragen van over de hele wereld.
Maar Nederlandse kranten zetten ons weg als die Italianen die iets moois hadden gemaakt zonder betekenis. Terwijl de keus voor de gekleurde panelen functioneel was: ze verzachtten het contrast van de witte muren met de donkere clair-obscurschilderijen.” Farresin en Trimarchi, privé ook een stel, hebben plaatsgenomen aan een lange, door henzelf ontworpen esdoornhouten tafel.
Ze hebben met hun achtkoppige team een werkplek van driehonderd vierkante meter, met hoge plafonds en hoge ramen, in een voormalige drukkerij in een onopvallende jarenzestigwijk in het noordoosten van Milaan. Ze zitten er nu ruim drie jaar. „Toen we deze plek voor het eerst zagen, wisten we dat het zo moest zijn”, zegt Farresin.
„Het lijkt precies op de studio die we in Nederland hadden” – een ruimte in een voormalige ovenfabriek in Amsterdam-Noord. Farresin (44), de langere van de twee, heeft zijn donkerblonde haar in een nette scheiding gekamd en is gekleed in een zwart colbert met korte mouwen. Hij praat veel, snel en enthousiast.
Trimarchi (41) draagt een grijze, gebreide polo met een wollen gilet. Hij is rustiger en bedachtzamer. Tijdens het gesprek kijken ze elkaar vaak aan, alsof ze zeker willen weten dat de ander het eens is met wat ze zeggen.
Formafantasma is bekend van hun minimalistische lampencollectie voor het Italiaanse designlabel Flos (sinds 2018), een serie keramieken vazen voor het Italiaanse meubelmerk Cassina (2022) en collecties meubelstoffen voor het Venetiaanse stoffenhuis Rubelli, waar ze sinds 2023 ook creatief directeur zijn. Vorig jaar maakten ze voor kunstinstituut Fondazione ICA Milano La Casa Dentro , een tentoonstelling met een serie unieke meubelstukken: strakke stoelen bekleed met geborduurde stof, een minimalistische hanglamp versierd met glazen bloemen en een metalen lichtobject waarvan de voet was omwikkeld met pastelkleurige stof. De objecten waren geïnspireerd door het overlijden van de ouders van Farresin, kort daarvoor.
„Als je ouders er niet meer zijn, blijf je achter met spullen die niet per se in je huis passen, maar waar je wel een emotionele band mee hebt”, zegt hij. „Voor mij was dat het bloemendekentje dat mijn moeder voor me maakte toen ik een klein kind was en dat ze later, toen ik een volwassen bed kreeg, groter heeft gemaakt door er een reep stof met ruches aan te zetten.” Het zette hem en Trimarchi aan het denken over de modernistische waarden die ze als designstudent ingeprent kregen.
Farresin: „Binnen het modernisme worden zaken waar vrouwen zich van oudsher mee bezighielden als minderwaardig gezien. Hetzelfde geldt voor alles wat queer is. Er is weinig ruimte voor frivole versieringen of handwerk.
Deze meubels zijn onze kritische reactie op die ideeën.” Het is de eerste keer dat ze zo’n persoonlijk verhaal in hun werk laten terugkomen, maar volgens Farresin zijn hun eerdere projecten ook doorspekt van hun queer identiteit. „Queer betekent ‘vreemd’.
Onze werk- en denkwijze ís ook vreemd: we werken anders dan de meeste designstudio’s. De boeken die we lezen als research zijn vaak feministisch, de thema’s die we behandelen hebben vaak te maken met emancipatie.” Trimarchi: „We hebben het in ons werk niet vaak concreet over onze identiteit, maar wel over thema’s als immigratie, kolonisatie en het klimaat.
” Voor Prada organiseren ze sinds 2022 jaarlijks een meerdaags symposium tijdens de Salone del Mobile over de relatie tussen design en natuur, met gespreksonderwerpen als het bos als levend wezen, inheemse natuurkennis en lokale productie. In 2023 ontwierp Formafantasma voor de Italiaanse meubelfabrikant Tacchini een serie zitmeubelen van natuurlatex en grove schapenwol. Op 15 februari opent in het Stedelijk Museum Oltre Terra , een door Formafantasma samengestelde tentoonstelling over wol, die in 2023 al te zien was in Oslo.
Of zoals Farresin zegt: „Over de relatie die wij mensen hebben met de natuur, in dit geval schapen, en de ethische vraagstukken die daarbij komen kijken.” Dat wordt geïllustreerd door objecten als een kleed door de Italiaanse tapijtfabrikant cc-tapis, gemaakt van wol van verschillende schapenrassen; gerecyclede wolbalen van Manteco, een Italiaans bedrijf dat garen maakt van oude wollen kledingstukken; gereedschap voor het scheren en verzorgen van schapen; een kunststof model van het ontsnapte merinoschaap dat in 2021 viraal ging nadat het werd gevonden in Australië met 35 kilo wol aan zijn lijf. Farresin: „Met Oltre Terra willen we laten zien dat we als samenleving dringend de manier waarop we onze spullen produceren moeten veranderen.
Het huidige productiesysteem respecteert de omgeving en de dieren niet.” Andrea Trimarchi en Simone Farresin zagen elkaar in 2004 voor het eerst, in een zwembad in Florence. Farresin, toen 24, zat in zijn derde jaar van zijn studie design aan universiteit ISIA, de 21-jarige Trimarchi was er net begonnen.
Toen ze elkaar later in een club tegenkwamen, raakten ze aan de praat. Een maand later woonden ze samen. De relatie met Trimarchi wakkerde zijn passie voor design opnieuw aan, vertelt Farresin.
„Ik had als tiener al een fascinatie voor design – boven mijn bed hing een poster van Enzo Mari – maar ik was mijn interesse aan het verliezen.” Hij had voor een studie in Florence gekozen omdat de Italiaanse radicale designbeweging uit de jaren zestig en zeventig daar was begonnen. Het collectief Archizoom kwam in 1967 met de Superonda , een golfvormige bank waar je op verschillende manieren op kunt zitten en liggen, de eerste bank ooit zonder frame.
Gaetano Pesce maakte in 1969 furore met zijn loungestoel La Mamma , in de vorm van een vrouwelijk lichaam met een ronde poef die eraan ‘vastgeketend’ zit. Superstudio presenteerde in 1968 hun ‘suikerspinsofa’ Bazaar , een modulair, cocon-achtig meubel dat aan de binnenkant is bekleed met roze pluche. „Omdat Superstudio en Archizoom uit Florence komen en leden ervan zelfs lesgaven aan ISIA, dacht ik dat dat radicale gedachtengoed nog voelbaar zou zijn op de opleiding”, zegt Farresin.
„Maar de opleiding was vooral theoretisch en er was weinig ruimte voor een kritische blik. Ik vond het gewoon niet zo spannend.” Met Trimarchi reisde hij heel Italië door om musea en culturele evenementen te bezoeken.
Daar hadden ze vervolgens urenlange gesprekken over. „Daardoor werd ik weer enthousiast.” Op de terugweg van een uitstapje naar Siena werd de naam van hun studio geboren – ze hadden net een paar projecten samen gedaan.
Fantasma betekent spook, Formafantasma spookvorm. Farresin: „Die naam past nog steeds bij wat we doen: de vorm volgt uit het proces”, zegt Farresin. Daarmee bedoelt hij niet dat de vorm niet belangrijk is.
„De esthetiek van dingen interesseert ons wel degelijk, maar daar begint het niet mee.” Samenwerken voelde vanaf het begin vanzelfsprekend, zeggen ze. Farresin: „We zijn het eigenlijk altijd met elkaar eens.
We hebben nooit ruzie gehad over of we naar Italië terug moesten verhuizen en tijdens het creatieve proces zitten we bijna altijd op één lijn.” In de uitvoering ervan vullen ze elkaar aan. „Ik praat makkelijker, dus presentaties doe ik.
Andrea is rustiger, georganiseerder. Hij maakt onze afspraken en zorgt dat de financiën op orde zijn.” „Als je samenwerkt als koppel zijn de mooie momenten dubbel zo mooi, maar de moeilijke momenten dubbel zo moeilijk”, zegt Trimarchi.
Farresin: „De twee maanden voor de Salone del Mobile werken we aan één stuk door; we hebben de conferentie voor Prada en moeten daarnaast presentaties maken voor verschillende opdrachtgevers. Het is onvermijdelijk dat dat sporen nalaat op je relatie. Tegen je partner schiet je sneller uit je slof dan tegen een collega.
” Waar ze het meest over discussiëren? „Over het wel of niet aannemen van klussen”, zegt Trimarchi. „Als Simone het voor het zeggen had, zouden we veel minder werk aannemen. Ik zeg dan: als je al die kleding wilt blijven kopen moet er ook geld binnenkomen.
” Farresin: „Andrea is voorzichtiger dan ik. Hij heeft liever een appeltje voor de dorst. Ik denk dan: ik vertrouw erop dat de juiste projecten vanzelf op ons pad komen.
” Hebben ze er weleens over nagedacht wat er zou gebeuren met hun ontwerpbureau als het privé mis zou gaan? Trimarchi: „Die gedachte komt nooit bij ons op. Als het zou gebeuren, denk ik dat we allebei iets heel anders zouden gaan doen. Ik kan me dit werk zonder hem niet voorstellen.
” Farresin: „Op het moment dat je met iemand trouwt, houd je er ook geen rekening mee dat het misschien op een scheiding zou kunnen uitlopen.” Farresin en Trimarchi kwamen in Nederland terecht dankzij de Salone del Mobile. In 2006 zagen ze daar werk van het Nederlandse Droog Design.
Farresin: „We dachten: deze generatie radicale ontwerpers krijgt in Nederland de ruimte. Daar willen we bij horen.” Ze meldden zich aan bij de Design Academy in Eindhoven – als duo.
Dat leverde opgetrokken wenkbrauwen op, maar ze werden toegelaten. „In eerste instantie probeerden docenten ons uit elkaar te halen”, zegt Farresin. „ Maar toen ze zagen dat we gemotiveerd waren én dat we samen tot betere resultaten kwamen, lieten ze ons ons ding doen.
” Trimarchi: „In Eindhoven konden we intuïtiever werken dan in Florence.” Farresin pakt zijn telefoon: „In Italië zouden ze vragen: hoe produceer je een telefoon? In Nederland zou de vraag zijn: waarom wil je een telefoon maken? Die manier van denken is fundamenteel geweest voor onze werkwijze.” Trimarchi: „De jaren op en vlak na de opleiding waren fantastisch, we konden veel experimenteren.
Er waren subsidies beschikbaar vanuit de overheid en werkplaatsen in Eindhoven kostten weinig.” Hun afstudeerproject Moulding Tradition (2009) was een serie Siciliaans majolica-aardewerk met portretten van in zee vermiste vluchtelingen erop. In 2010, een jaar na hun afstuderen, maakten ze de installatie Autarchy , een servies van brooddeeg dat een oproep was tot meer bewuste productie en consumptie en tot zelfredzaamheid: veel van de spullen die je gebruikt zou je zelf kunnen maken.
Datzelfde jaar hadden ze met hun afstudeerproject hun eerste solotentoonstelling in de Londense galerie Libby Sellers. In 2012 trokken ze aandacht met hun collectie Craftica , gebruiksvoorwerpen en meubels van reststukken leer van modehuis Fendi en afval uit de vleesindustrie, zoals koeienblazen. Daarmee lieten ze zien dat sommige dierlijke producten als waardevol worden gezien terwijl andere worden weggegooid.
Vanaf 2015 gaven ze als duo zelf les aan de Design Academy Eindhoven. In 2020 zetten ze er met creatief directeur Joseph Grima de tweejarige masteropleiding Geo-Design op, waarop studenten de impact van het ontwerpvak op de planeet leren erkennen en beoordelen. Dat doet Formafantasma zelf ook.
Zo doken ze voor hun tentoonstelling Cambio (2020), in opdracht van de Londense Serpentine Galleries, in de internationale houtindustrie. Om een duurzaam houten meubel te maken, zo concludeerden ze, moet het minstens zo lang meegaan als de tijd die de boom nodig had om te groeien. Dus minimaal 120 jaar bij een tafel van walnoothout.
De tentoonstelling leidde tot een samenwerking met de Finse meubelproducent Artek: klassiekers van Artek werden opnieuw uitgebracht, maar dan gemaakt van berkenhout dat normaal afgedankt zou worden vanwege knoesten en kleurverschillen. In 2023 legden ze hun rol aan de Design Academy Eindhoven neer. „Het contact met de leerlingen vonden we geweldig”, zegt Trimarchi, „maar vanuit Milaan was het niet meer te combineren.
” Nu ze terug zijn in Italië missen ze Nederland soms, zeggen ze: de wandelingen door dijkdorp Durgerdam, waar ze in de buurt woonden, de jaren in Eindhoven en zelfs de Nederlandse directheid waar ze vaak zo’n moeite mee hadden. Farresin: „Hier in Italië wordt in meetings eindeloos gepraat. Zeg nou eens wat je bedoelt, denk ik dan.
Misschien zijn we toch Nederlandser geworden dan we dachten.”.
Vermaak
Formafantasma is naast een designduo ook een liefdespaar: ‘Tegen je partner schiet je sneller uit je slof dan tegen een collega’
Het Italiaanse designduo Formafantasma werkt en leeft al twintig jaar samen. „Het is onvermijdelijk dat het werk sporen nalaat op je relatie.”