Er zou een EU-breed moratorium moeten komen op de inzet van technologieën die zonnestraling tegenhouden om klimaatverandering tegen te gaan. Ook moet de EU zich internationaal inzetten voor het niet gebruiken van dergelijke technologie, in ieder geval voor de nabije toekomst. Elke vijf à tien jaar moet de wetenschappelijke stand van zaken opnieuw bekeken worden.
Dit zijn enkele van de aanbevelingen over de techniek van solar radiation modification die de wetenschappelijke adviesraad van de Europese Commissie maandag heeft gepubliceerd . De Europese Commissie had vorig jaar augustus om advies gevraagd omdat er behoefte is aan een Europees standpunt over het onderwerp. De aanbevelingen zijn gebaseerd op een rapport van een werkgroep van 20 wetenschappers uit diverse betrokken disciplines.
De kans dat de opwarming van de aarde onder de anderhalve graad blijft is heel klein geworden. Het idee om in te grijpen in de hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt, solar radiation modification (SRM), krijgt mede daardoor internationaal steeds meer aandacht. Door wolken reflectiever te maken of weerkaatsende deeltjes in de stratosfeer te spuiten, zou de temperatuur wellicht één of enkele graden omlaag gebracht kunnen worden.
Maar er zijn grote bezwaren. De technieken doen niks aan de broeikasgassen, waardoor de oorzaak van klimaatverandering niet verdwijnt. Onder meer verzuring van de oceaan zou onverminderd doorgaan.
Inzet van SRM brengt ook risico’s met zich mee. Lokaal kan het klimaat negatief beïnvloed worden doordat neerslagpatronen veranderen. Er zijn veel zorgen over hoe een dergelijk grootschalig project op een eerlijke manier internationaal bestuurd kan worden.
SRM zou zelfs met een militair doel kunnen worden ingezet, is een vrees. Het advies ademt dan ook terughoudendheid. De eerste aanbeveling benadrukt de noodzaak van uitstootverlaging.
Regelmatig wordt het gebruik van SRM afgezet tegen de gevolgen van klimaatverandering als de uitstoot doorgaat, maar dit is een valse vergelijking, stelt het advies. Het potentieel van SRM moet worden afgewogen tegen intensieve maatregelen voor klimaatmitigatie en -adaptatie. De tweede en derde aanbeveling gaan over inzet van SRM.
Het is niet zeker dat het lukt om met SRM de temperatuur voldoende omlaag te krijgen, stelt het advies. Bovendien zijn de onzekerheden die gepaard gaan met inzet van SRM niet in lijn met het voorzorgsprincipe. Daarom zou in de EU een ban op inzet van SRM moeten liggen.
Internationaal zou de EU pro-actief moeten onderhandelen over een bestuurlijk systeem dat zich over SRM buigt, en in onderhandelingen zou het EU-standpunt moeten zijn dat SRM niet moet worden ingezet in de nabije toekomst. Ondertussen moet wel worden geïnvesteerd in observatietechniek om te kunnen monitoren of anderen SRM inzetten. Vorige week schreef The New York Times dat de Verenigde Staten ook begonnen zijn met een programma hiervoor.
Ook als de EU nooit SRM zou gebruiken, is breed begrip van de technologie en de gevolgen wel noodzakelijk om internationaal mee te kunnen praten. Aanbeveling vier en vijf gaan hierover. Onderzoek is nodig, maar wel op een verantwoordelijke manier.
Kleinschalige experimenten in de buitenlucht zouden mogelijk moeten zijn, er moet een verbod gelden op grootschalige experimenten. Alleen als er wetenschappelijke en sociale consensus zou zijn dat de voordelen van SRM opwegen tegen de nadelen, zou het moratorium op SRM opgeheven mogen worden. Daartoe moet het onderzoek over de risico’s en voordelen van SRM elke vijf à tien jaar opnieuw tegen het licht gehouden worden.
„Ik ben blij dat uit het advies de zorgen over SRM blijken, het is duidelijk geen gewilde optie”, zegt Aarti Gupta, hoogleraar global environmental governance aan de Wageningen Universiteit en een van de wetenschappers uit de werkgroep die het onderliggende rapport opstelden. „Dat ze een moratorium op gebruik van SRM aanbevelen is heel goed, al had ik het liever minder tijdelijk geformuleerd gezien. Ik ben blij dat ze zo duidelijk zeggen dat de EU zich internationaal moet inzetten tegen gebruik van SRM.
” „De adviezen over onderzoek zijn verschillend te interpreteren”, zegt Gupta. „Deels klinkt er voorzichtigheid uit, maar in de laatste aanbeveling staat dat erover gedacht moet worden SRM op te nemen in klimaatscenario’s, die ook bij het IPCC terechtkomen. Dat vind ik een heel, heel groot risico omdat het geen beleidsoptie zou moeten worden.
” „Voor mij had er duidelijker in mogen staan dat de EU ook proactief eigen techniek moet ontwikkelen”, zegt Herman Russchenberg, hoogleraar atmospheric remote sensing aan de TU Delft en ook onderdeel van de werkgroep van het onderliggende rapport. „Je ziet nu dat Amerika een grote rol speelt, en ook in het Verenigd Koninkrijk wordt geld vrijgemaakt. Het grote risico is dat we achter de feiten aan gaan lopen.
Maar er zit genoeg ruimte in de aanbevelingen. Er is in de werkgroep even sprake geweest om de deur helemaal dicht te doen, en ik ben blij dat dat niet gebeurd is.” Het is aan de Europese Commissie, en in het bijzonder Eurocommissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra, wat er met het advies gaat gebeuren.
Het advies was afgelopen september al gereed, publicatie ervan was uitgesteld tot de nieuwe Europese Commissie was aangetreden. „Er is om dit advies gevraagd, dus het moet voor iets staan”, zegt Gupta. „Het onderwerp komt in VN-versgaderingen zeker aan bod.
De Afrikaanse landen en Vanuatu spreken zich duidelijk uit tegen SRM, Amerika en de olielanden vinden het idee interessant. Dit is het moment voor de EU om leiderschap te tonen en deze risicovolle technologie van tafel te krijgen.”.
Wetenschap
EU-advies: doe technologie die het zonlicht kan dimmen voorlopig in de ban
Door bijvoorbeeld weerkaatsende deeltjes in de stratosfeer te spuiten, is het klimaat te beïnvloeden. Maar dat is riskant, stelt een advies aan de Europese Commissie.