Nu het hoge woord eruit is – het redden van ABN Amro levert de staat onder de streep een verlies op – lijkt de pleister er ook snel te worden afgetrokken. Nadat minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) vorige maand bekendmaakte dat rode cijfers onvermijdelijk zijn, heeft hij ingestemd met een verdere verkoop van de aandelen tot er een staatsbelang overblijft van 30 procent. Zes vragen over nationalisatie en herprivatisering van ABN Amro.
Dat er nu een bank genaamd ABN Amro in staatshanden is, kent zijn oorsprong in 2007. Toen werd een hele andere versie van ABN Amro, die wereldwijd kantoren had en voor grote multinationals werkte, in drie stukken geknipt. Twee delen van het oude ABN Amro werden overgenomen door Royal Bank of Scotland en Santander, het derde, Nederlandse deel door het Belgische Fortis.
Terwijl intern nog druk gewerkt werd aan de ontvlechting en inpassing van de bankonderdelen in de organisatie van de nieuwe eigenaren, brak in 2008 de wereldwijde kredietcrisis uit. Die bracht verschillende banken aan de rand van de afgrond. waaronder Fortis.
Mede veroorzaakt door de enorme overnamesom die het had betaald voor ABN Amro: 24 miljard euro. Onder leiding van toenmalig minister van Financiën Wouter Bos (PvdA) werd in oktober 2008 besloten om de Nederlandse delen van bankverzekeraar Fortis en ABN Amro-bank te nationaliseren. Inclusief rentelasten is de Nederlandse staat daar 27,8 miljard euro aan kwijt geweest, berekende minister Heinen de Kamer recent voor.
Dat komt waarschijnlijk doordat in de beginjaren na de redding de suggestie is gewekt dat de Nederlandse staat geen verlies zou lijden op de redding van de bank, denkt Gerben Everts van beleggersvereniging VEB. Onder meer financiënminister Jan Kees de Jager (CDA, 2010-2012) zei in de Tweede Kamer dat het geld terug zou komen, „misschien wel met een plus”. Ook zijn opvolger Jeroen Dijsselbloem ging daar in het begin van zijn ministerschap (2012-2017) van uit.
Volgens Everts had dat nooit beloofd mogen worden. „De prijs die toen betaald is, was niet alleen voor de bank, het was de prijs voor de redding van het hele financiële stelsel. De redding heeft ons beschermd tegen een nog veel grotere financiële schok.
” De belofte heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat opeenvolgende ministers van Financiën het niet aandurfden het verlies te nemen dat inmiddels met aandelenverkoop gepaard zou gaan. De eerste jaren na de redding was de bank vooral bezig met reorganiseren. Dat wat na de staatsovername weer ABN Amro ging heten was eigenlijk niet echt één bank te noemen.
Het was een verzameling van in Nederland gevestigde bankactiviteiten die in een weekend door ambtenaren bij elkaar waren geveegd: de consumententakken en zakelijke afdelingen van Fortis en ABN Amro in Nederland, maar ook nog wel internationaal werkende financiering van handel in grondstoffen, gas, olie en diamanten. Gerrit Zalm, Bos’ voorganger als minister van Financiën, kreeg de leiding over het weer tot één bank smeden en die naar de beurs brengen. Dat laatste gebeurde in 2015: toen verkocht de Nederlandse staat bijna een kwart van de aandelen ABN Amro.
Vervolgens werden tot 2017 nog plukjes staatsaandelen verkocht, maar daarna lag de verkoop jaren stil. Het duurde lang om de bank ook echt organisatorisch op orde te krijgen, mede doordat intern weerstand was tegen het loslaten van het internationale profiel. Pas onder Robert Swaak koos ABN Amro ervoor om zich qua bankieren voor bedrijven echt alleen nog op Noordwest-Europa te concentreren en de risicovolle handelsfinancieringsdiensten weg te doen.
„Swaak heeft het goed gedaan”, zegt analist Benoît Pétrarque van zakenbank Kepler Cheuvreux. „De bank is nu veel simpeler en voorspelbaarder.” Voor de koers van ABN Amro heeft dat echter nog niet extreem veel uitgemaakt.
„Voor alle Europese financiële instellingen zijn het gewoon vijftien hele moeilijke jaren geweest”, aldus Pétrarque. Na de kredietcrisis en daaropvolgende schuldencrisis in Europa hadden banken het jarenlang enorm moeilijk om veel geld te verdienen, omdat de Europese Centrale Bank de rente laag of zelf negatief hield. Voor banken is juist die rente de voornaamste inkomstenbron: ze verdienen met het in bewaring nemen van spaargeld en dat uitlenen tegen een hogere rente dan de spaarrente.
De langdurige depressie in de Europese bankensector was te merken aan de koers van ABN Amro. Terwijl vlak na de beursgang in 2015 nog een prijs van bijna 28 euro werd behaald, werd tijdens de onzekere eerste coronamaanden in 2020 een koers van 6 euro genoteerd. Ook nu banken dankzij de renteverhogingen van de ECB de afgelopen jaren wél weer geld zijn gaan verdienen loopt het niet over wat betreft aandelenwaarde van Europese banken.
„De jaren van hoge waarderingen voor banken, zoals voor de kredietcrisis, lijken echt voorbij”, denkt Everts van de VEB. Banken hebben op de beurs ‘last’ van de strenge kapitaalseisen die na de kredietcrisis zijn ingevoerd en kampen met hoge kosten voor de screening van hun klanten op witwassen – tot een boete van 480 miljoen euro voor ABN Amro aan toe, vanwege nalatigheid hierin. Het aandeel ABN schommelt de afgelopen maanden tussen 14,50 en 16,50 euro.
Het precieze verlies is pas te bepalen als het laatste aandeel wordt verkocht. Heinen rekende de Kamer wel recent voor dat als de staat quitte zou willen spelen, het aandeel van ABN Amro moet stijgen naar 31,50 euro. De minister vindt het „niet realistisch” dat zo’n ruime verdubbeling „op korte termijn bereikt zal worden”.
Daarom wil hij niet meer wachten: „De staat is geen belegger en investeert dus niet risicovol als daar geen publiek belang mee is gediend. Ik acht het dan ook onwenselijk om te wachten op een hogere koers.” De staat heeft al wel wat terugverdiend op de staatssteun.
Na de vorige verkoop van aandelen, die in september werd afgerond, stond de opbrengst uit aandelenverkoop op 10 miljard euro. De bank keerde daarnaast 6,3 miljard euro dividend uit aan de staat. Daarmee komen de totale ontvangsten op 17,2 miljard euro.
Het verschil tussen inkomsten en kosten bedraagt zo’n 10,6 miljard euro. Daar komt de opbrengst van de nu aangekondigde verkoop van aandelen nog bij. Met de huidige koers zou het verlies uiteindelijk rond de 5 miljard euro bedragen.
Ook als het aandeel naar 30 procent zakt, houdt de staat een flinke stem. Sterker nog: afgesproken is dat ook als het aandeel daarna nog verder zou worden afgebouwd naar 15 procent de staat recht houdt op meer informatie dan gewone aandeelhouders. Pétrarque: „Ze willen duidelijk nog echt betrokken blijven, wat dat betreft is het een ambigu signaal dat de staat nu afgeeft.
” Everts denkt wel dat het „korset” van het staatsaandeelhoudersschap minder knellend wordt nu het naar 30 procent gaat zakken. „Dat is nodig om nieuwe investeerders te trekken en voor eventuele overnames. De boodschap van de minister is: dit wordt weer een gewone bank.
” Mogelijk levert het uitwissen van het staatsstempel ABN Amro op de beurs ook weer wat op. Als een bedrijf deels in handen van de staat is, krijgt het minder waardering van beleggers. Vooralsnog is dat nog niet het geval.
Het aandeel ABN Amro sloot deze dinsdag een procent in de min, mogelijk mede door de verkooporders van de Nederlandse staat. De verdere verkoop van ABN-aandelen door de staat vindt op een pikant moment plaats, nu er in het Europese bankenlandschap na jaren stilstand verdere consolidatie op gang lijkt te komen. Het Italiaanse UniCredit doet pogingen om een groter aandeel te krijgen in Duitse Commerzbank, mogelijk met overname als doel.
Opmerkelijk: UniCredit staat onder leiding van Andrea Orcel die de architect was van het opsplitsen van ABN Amro in 2007. Afgelopen jaren is door andere Europese banken ook al wel geflirt met ABN Amro. Zou heeft BNP Paribas ooit vergeefs aangeklopt bij de staat, en zou naar verluidt Deutsche Bank interesse hebben gehad.
Zowel Pétrarque als Everts ziet het echter niet gebeuren dat ABN Amro op korte termijn ook overnameprooi wordt. „In Duitsland is er nog veel consolidatie mogelijk, maar de Nederlandse markt is al heel erg geconsolideerd. Als een buitenlandse bank zonder Nederlandse activiteiten ABN Amro zou kopen zijn er geen enorme kostensynergieën te behalen”, aldus bankenanalist Pétrarque van Kepler Cheuvreux.
Everts van de VEB voorziet bij een fusie vooral problemen om de vaak verouderde ict en achterlopende klantendossiers op orde te krijgen. „Dat maakt een bank als ABN Amro met zo’n fusiehistorie niet aantrekkelijk.” Het enige waar Everts wel been in ziet is het aanhaken van ABN Amro als er een grotere Europese zakenbank ontstaat.
„In dat bankensegment voor bedrijven, en dan vooral voor vernieuwend midden- en kleinbedrijf, is het wel degelijk noodzakelijk dat er consolidatie plaatsvindt onder banken, om zo te kunnen concurreren met de grote banken uit de Verenigde Staten en China.”.
Bedrijf
‘Er had nooit beloofd mogen worden dat de redding van ABN Amro zonder verlies zou zijn’
Vijftien jaar na de nationalisatie lijkt ABN Amro op weg weer staatsbank-af te worden. Waarom duurde dat zo lang?